■■1 Qoed Genoeg U bezoekt toch ook ons Van de Veteranen 2e Paasdag - Aanvang 11 uur hé, poelt u wel mee? Zoals U allen weet heeft Jan Scheepstra (Nobelprijs 1956) het plan geopperd om ons eerlang te be trekken terreinencomplex de naam te geven van het aloude A.F.C.-terrein in de Oude Meer. Naar het mij wil voorkomen was dit het laatste be richt, dat U omtrent hetgeen wij nu „De Stichting" willen noemen ter ore of onder de ogen kwam. En zegt niet het spreekwoord: Uit het oog, uit het hart. En wij willen nu juist, dat alles wat met deze Stichting samenhangt U nooit meer uit het hart, laat staan uit het hoofd gaat. Uw aller mede werking bij de effectuering van de plannen is noodzakelijk. Wij stellen ons dan ook voor om U op geregelde tijden op de hoogte te houden van de gang van zaken en daarom menen wij er goed aan te doen U mede te delen, dat op de morgen van de Eerste Paasdag een kleine plechtigheid, uiteraard met „De Stichting" samenhangende, zal plaats vinden. Daar we, als alles goed gaat, eerst in 1960 onze nieuwe terreinen zullen gaan betrekken, hebt U natuurlijk reeds begrepen, dat eerdergenoemde plechtigheid slechts symbolische be tekenis kan hebben. Maar ook sym bolische betekenissen zijn belangrijke betekenissen, nauw verbonden als zij zijn met traditie. En eten wij in A.F.C. zogezegd niet van tradities. U kent natuurlijk allen het stukje Beethovenstraat, dat aansluit op onze eigen Zuidelijke Wandelweg. Het allerlaatste eindje is door een, wij mogen wel zeggen, bijzonder be tekenisvol Besluit van het Amster damse College van Burgemeester en Wethouders nog niet bestraat. Op dit plekje grond gaat het ge beuren. Op dit plekje grond zal op Eerste Paasdag te 10.00 uur de eerste steen voor het eens over de dijk te verrijzen clubpaviljoen gelegd worden. Deze steen, die de afmetingen van een normale baksteen niet al te zeer zal overtreffen, werd door de Heer W. G. Staats in zijn eigen bakkerij vervaardigd. Een bevriende brouwe rij was zo bereidwillig om een grote wagen, met twee paarden bespannen, voor het vervoer af te staan. Inge volge de C.A.O. mogen de koetsiers des Zondags geen arbeid verrichten, weshalve de Heren Bessem, Hurwitz en Hille de paarden zullen mennen. Even werd nog gespeeld met de gedachte de paarden in de bekende rood-zwarte hansoppen te laten op draven, maar de textielpositie onzer Vereniging laat zulks niet toe. Nu zullen een rood en een zwart paard de steen trekken. De plechtige handeling zelve (het leggen van de steen) zal geschieden door Mevrouw C. van Nigtevegt. Allen daarheen!! J. T. S. De redactie van de A.F.C.-Schakel vraagt mij „Acht gij de tijd rijp om de A.F.C. te laten kennisnemen van de voornemens uwer vette bent genoten?" Ja, meneer de redacteur, die tijd acht ik rijp. Wanneer wij straks het veld betreden zult U meneer echter tweemaal moeten kijken, wilt U ons eenmaal zien, want onze bent genoten zijn geheel niet „vet", zoals U ironisch veronderstelt. Deze als grap bedoelde betiteling vinden wij helemaal niet aardig. U moest eens weten, wat wij er voor doen en laten om niet „vet" te zijn. Die naam geeft U maar aan anderen, die U nader liggen, dan aan ons dienend elftal. Wij zijn echter niet zo kinder achtig, dat wij de A.F.C.-ers de dupe laten worden van uw walgelijk ge schrijf. Wij zullen hen open mede delen, wat onze plannen zijn voor het komende seizoen. Zij hebben daar recht op dit te weten en zij zullen daar met vreugde kennis van ne men, zonder dat zij daarbij door U aan een benauwde varkenskotgeur worden herinnerd. Eerder zullen zij bij het lezen de voorjaarsgeuren in de neus krijgen. Zij zullen ons, vete ranen in gedachten in de groene weide als lammeren zien huppelen. Een beeld, dat ons elk seizoen weer voor de geest staat en ons blij maakt, omdat de lente in aantocht is. Inderdaad geloven wij in een vruchtbaar seizoen. Er zijn reeds uitnodigingen uit Antwerpen en uit Den Haag. Een kniezer is hij, die deze invitaties niet toejuicht. Onze Secretaris is zo juist van de wintersport terug, wij hebben hem nog niet gezien, doch wij twijfelen niet aan zijn vorm, hoe voldoende die ook anders altijd is. Verder was ik mede-afgevaardigde naar de DuitslandHolland wedstrijd. Dit uitstapje is niet voor niets geweest. Een schat van indrukken hebben wij hiervan overgehouden, die wij succes sievelijk bij onze medespelers zullen laten doordringen. Zo wordt er allerwege voorbereid om de komende lentemaanden op prettige wijze tot een voetbalfestijn te maken, genoeglijker dan ooit. Weest, gij veteranen ervan overtuigd, dat uw bestuur werkt en weet wat U behoeft, laat het aan haar over, welke andere heerlijke wedstrijden zij U nog zal voorschotelen. Als, gij maar ver trouwen stelt, hetzelfde vertrouwen, waarvan U in elke ledenvergadering zo uitbundig blijk weet te geven. Weest gegroet met jubeltonen. AREND. Jeugdtournooi 6

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1956 | | pagina 6