h. c,. teiwes Ben je zestig SCHOONMAAKBEDRIJF WAlöeck pyRmontUan 16 onöeRhouö van kantoRen Reiniqinq van qevels Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö Naar aanleiding van de Mixed Pickle „Ben 3e zestig" in de November-Schakel stuurde een der oer-A.F.C.-ers, de 66-jarige heer L. J. Harms een ontboezeming, waaraan wij hier gaarne plaatsruimte wijden In het Novembernummer van de Schakel schrijft U een stukje betref fende de 60-jarige leeftijd en U roept enkele personen op hun mening daarover te zeggen. Aangezien U achter de namen vermeldt: „enz." en het onderwerp mijn belangstelling al lang heeft, neem ik de vrijheid U ook mijn mening kenbaar te maken. Ik doe dit met enige schroom, aan gezien U, als ik het goed zie, de zaak nogal ironisch behandelt. Misschien verwacht U daarom alleen wat leuke stukjes om die eventueel weer door te geven. Ik vat toch de moed op U hierover in ernst te schrijven. Toen ik 57 en 58 was, heeft het mij wel eens somber gestemd, als ik b.v. in de krant las: „een oude man van 62 jaar werd in de B. straat enz." Je voelt je op 58 jaar nog sterk en dan over 4 jaar al aangeduid te worden met „een oude man", was niet bepaald opbeurend. Intussen ben ik al bijna 66 en het is mijn oprechte mening, dat het le ven aan schoonheid wint naarmate men ouder wordt. Misschien is dit wel zeer individueel, maar dit ver hindert niet, dat men het feit met dankbaarheid mag constateren. In de jaren vóór 40 is de weg omhoog zeer moeilijk, speciaal gold dit voor mij als doof mens. Er waren er maar weinig, die mij een kans gaven op een redelijk bestaan. Nu ben je de 60 voorbij, de kinderen (2 dochters) hebben hun studie achter de rug, zijn getrouwd, financieel voel je je onaf hankelijk, er is tijd voor studie uit liefhebberij, men is op de top van zijn leven gekomen, de blik is ruim, men ziet achter zich een wereld vol hardwerkende mensen en voor zich ziet men de horizon. Men geniet van alles veel intenser. Treffend. Treffend is het hetgeen de be roemde doof-blinde Helen Keiler hierover schreef: „men vraagt mij of ik geen angst heb voor het oud- worden. De geest kent geen oud- worden. Een lieve vriend van 80 jaar vertelde mij, dat hij het leven dieper genoot dan toen hij 25 was. Nog al tijd ben ik vol weetgierigheid ten opzichte van de wereld waarin ik leef. De rijke oogst van geluk zal komen met het toenemen der jaren". Dit is precies zoals ik het voel. Vier Amerikaanse doctoren hebben een langdurig en diepgaand onder zoek ingesteld naar het verschijnsel, dat zovele „oude mensen" nog licha melijk en geestelijk op normale wijze aan het werkzame leven kunnen deelnemen. Stradivarius was de 70 gepasseerd toen hij zijn beroemde violen ging bouwen. Toscanini stond op zijn 80e jaar op het hoogtepunt van zijn kunst. Een New- Yorkse huismoedertje ontdekte op haar 78e jaar dat zij aanleg voor het schil deren had en op haar 88e jaar was zij een der meest gevierde schilderessen in New-York. Bij Ford werken bijna 1000 arbei ders, die boven de 70 zijn. In San Francisco heeft een docto res in de psychologie, die zelf 90 jaren telt, 30 inwoners van een oude- liedengesticht in de maatschappij teruggebrachteen werd handels reiziger, een ander accountant, een 80-jarige vrouw zette een cactussen- kwekerij op, die haar een ruim be staan gaf. De genoemde artsen raden degenen die de 60 gepasseerd zijn, met klem aan zich verder te bekwamen en te blijven deelnemen aan alle gelegen heden die zich voordoen om hun kennis te verrijken. Een mens kan pas jong en vitaal blijven als hij zijn lichamelijke en geestelijke vermogens onderhoudt. In Nederland. In onze eigen omgeving kunnen wij ook mensen vinden, die op hoge leef tijd nog veel presteren. Dr. Valeton, oud-professor in Gro ningen, voltooide op 95-jarige leeftijd nog zijn „leerboek der filosofie". Ir. Damme, de president-directeur van Werkspoor, is de 70 voorbij en speelt nog tennis en golf. Onze beroemde toneelspeler Louis Bouwmeester was 82 jaar, toen hij des morgens om 5 uur uit Breda ver trok, speelde de Shylock in het Pareis voor Volksvlijt des middags en daar na des avonds Voerman Henschel in Haarlem. Hij reisde terug naar Amsterdam, om 1 uur zat hij in het American Hotel en maakte de op merking: „gaan jullie nu al naar bed". De inwoner van Heemstede, de Heer Langejan, reed op zijn 80ste jaar op een fiets met houten banden van zijn woonplaats naar Utrecht. De veearts Dr. Lubberink is 87 jaar en oefent nog steeds de praktijk uit, en bezoekt op de fiets. Ik vermeld U deze bijzonderheden om aan te tonen, dat de leeftijd van de mens een heel andere betekenis heeft gekregen. Het is een geweldig geluk als men tot in hoge leeftijd zijn vitaliteit weet te handhaven. Als middel hiertoe zie ik de sport en dan de sport op goede manier be oefend, niet jagen naar grote resul- talen (de 100 M. in 10.3), maar stre ven naar een harmonische ontwikke ling. Laat A.F.C. desnoods derde klas worden, maar als het haar gelukt jonge mensen te vormen, sterk van karakter, lichaam en geest, dan is het heel wat meer waard. Niet een zijdig blijven in de sport, niet alleen voetbal, maar ook en vooral cricket, zwemmen, waterpolo (maar hiervoor is een zeer sterk hart nodig), enz. Voor een club als A.F.C. zie ik nog een grote taak! L. 3. HARMS. KANTOOR: VOnöelStRAAt 88 TEL. 124189 PRIVÉ: TEL. 793186 14

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1956 | | pagina 14