Uit de kapiteinshui
T~~- d
5-™
'T)it is de Schakeldie komt binden,
®e oude club aan d'oude vrinden.
Red. J. H. Wijnand. RuMerJaaii 67. Den Haag, tel. 777197 - Pl.verv. Red J. T). Steensma, 2e v.d. Helststraat 50, A dam, lei. 718567
Administrateur: O.J. v.d. Heul. Gerrit v.d. Veenstraat 118, tel. 71-1194
Typografie: Drukkerij Joh. Meijer Zlpon. Kanaalstraat 132, Telefoon 80710. Amsterdam-W.
33e Jaargang
Maart 1935
No. 8
Kaarten op tafel.
TAe 7e Maart is
-L'voorbij, de „fa
tale datum" waar
op de verenigingen
moesten beslist
hebben of zij tot de
gelederen van het
betaalde voetbal
zouden toetreden
of dat zij het ama
teurisme trouw
zouden blijven. Na maanden van on
zekerheid, van gissingen en specula
tie zijn nu de spellen op tafel gegooid
en iedereen is nu gedwongen open
kaart te spelen. Als wij niet geleerd
hadden ons de laatste tijd nergens
meer over te verbazen, zouden we
zeggen dat de resultaten verrassend
zijn.
Dat alle eersteklassers nu defini
tief voor het professionalisme ge
opteerd hebben is begrijpelijk, al blijft
het de vraag of zij, wel allemaal vol
doende publiek zullen trekken om de
hoge exploitatiekosten te dekken.
Maar dat er daarnaast nog zoveel
tweedeklassers (om van nog lager in
gedeelde clubs maar te zwijgen) zijn,
die de grote sprong hebben willen en
durven wagen, die de veilige vaste
grond van de sport om de sport heb
ben willen verlaten en nu over de
kloof zweven, die hen van het pro
fessionalisme scheidt, dat is werke
lijk verbijsterend. Als we nu even de
principiële en de ideële kant van de
zaak buiten beschouwing laten, en
in deze harde tijd van nuchtere zake
lijkheid zullen er velen zijn die dit
gemakshalve maar doen, dan
blijft altijd nog de vraag, hoe al die
clubs denken de veel hogere lasten,
die zij op de schouders nemen, te
kunnen opbrengen. Hebben zij dan
allemaal ieder jaar zo'n groot batig
saldo gehad, dat zij dat overschot
kunnen besteden voor lonen aan spe
lers? Of hebben zij allemaal een
Maecenas, die de onvermijdelijke te
korten voor zijn rekening neemt
Ofspelen zij va-banque en wagen
zij het er maar op, in de hoop dat er
een wonder gebeurt?
Het ligt voor de hand dat veel van
deze clubs, verblind, kortzichtig of
alleen maar dom, de sprong naar het
professionalisme niet zullen kunnen
volbrengen en reddeloos in de kloof
zullen storten. Want nu mag men wel
zeggen dat de wonderen de wereld
nog niet uit zijn, maar in dit wonder
gelooft op 't ogenblik niemand. Om
met de woorden van onze redacteur
te sprekenOp de pleite kan je wach
ten.
Voor de amateurclubs wordt de
toestand er ook niet gemakkelijker
op. De reorganisatieplannen zijn al
om gunstig ontvangen, hetgeen niet
wegneemt dat de toekomstige ont
wikkeling nog in de dichte nevelen
van het mysterie gehuld is. In welke
afdeling komen wij terecht, wie zul
len onze tegenstanders zijn, dit zijn
maar enkele van de talloze vragen,
die nog niet beantwoord kunnen
worden en die toch voor de verdere
loop der dingen zo uiterst belangrijk
zijn.
Belangrijk is ook de houding van
de spelers. Als een vereniging zich
met grote meerderheid tegen beta
ling verklaart ondanks de aandrang
van tal van spelers, is dat een over
winning van het gezonde verstand op
de kortzichtigheid. Maar daarmee is
de kortzichtigheid van sommige spe
lers nog niet genezen. Wij mogen
misschien hopen, dat clubliefde en
clubtrouw begrippen zijn die nog iets
betekenen voor een speler, te meer
als hij van jongs af aan de clubkleu
ren heeft gedragen, maar aan de
andere kant moeten we niet blind zijn
voor het feit, dat er vooral in arbei
ders- maar ook in middenstandsclubs
leden zijn die moeilijk weerstand
kunnen bieden aan de verleiding. Nu
sommige clubs per advertentie of
langs de slinkse wegen der ronselarij
de veelbelovende spelers gaan bena
deren en hun enkele tientallen gul
dens verleidelijk voor ogen houden,
wordt in menig jongenshart een
zware strijd gestreden.
Wat een rotte toestand is er toch in
onze sportwereld ontstaan. De enige
troost ligt in de gedachte dat we leven
op de grens van twee werelden.
Voor ons, amateurclubs, opent zich
een prachtig verschiet. Een van onze
taken, het jeugdwerk, zal nog meer
dan and.ers onze aandacht moeten
hebben. We moeten de jeugd sterker
aan de club binden, niet door praten,
maar door doen. Clubliefde moet ge
leidelijk groeien, die kan je niet aan
praten. Laten we dan het klimaat
scheppen, waarin dit plantje het best
gedijt, waarin de clubliefde vanzelf
ontkiemt en groeit, zodat het komen
de geslacht met evenveel liefde onze
club zal steunen als dat nu gebeurt
door de „oudere" A.F.C.-ers!
HOLTZAPPEL