BeQunstiQinq van onze aöveRteeRöeps, houöt öe schakel in stanö
Wij zullen ons best doen
De rij werd geopend door de heer
Koppen van „Hollandia" (ets) en om
het geografische evenwicht te bewa
ren, kwam toen de heer Bijl van het
Culemborgse „Vriendenschaar" met
een vaantje. Een grote deputatie van
de A.V.B. (ja, hoor, A.V.B., dat „af
deling Amsterdam" moet maar op
officiële stukken, voor ons A.F.C.-ers
blijft het A.V.B.) onder leiding van
voorzitter Jolink bood een tafelkleed
aan, waarna de heer Jaspers namens
de Amsterdamse 2de klassers een
electrische klok ten geschenke gaf.
Bij monde van de heer Van Asselt
offreerden de Amsterdamse eerste
klassers een kofferschrijfmachine en
toen was het de beurt van de heer
Van Kempen van „Volendam" die
twee wandborden als geschenk bij
zich had. Het was tevens de beurt
van de persfotografen, die de cere
monie van het overhandigen lieten
overdoen en nu door de collega van
de heer Van Kempen, aangezien deze
welgedane collega in Volendams cos-
tuum aanwezig was.
Daarna sprak mr. Van Heemstra
voor U.D. Men had toen al ervaren,
dat de receptie bezig was uit te
groeien tot een forum over het ama
teurisme. De U.D. vertegenwoordiger,
die zijn redevoering vergezeld liet
gaan van een asbak, wenste ons toe,
dat wij niet in de eerste klasse
zouden komen gezien de geheel gewij
zigde omstandigheden. Hij sprak over
amateurs, die amateurs zijn omdat de
club geen geld heeft en over ama
teurs, die amateurs zijn ondanks het
feit, dat de club geld heeft, maar
door de Bondsbepalingen niet mag
betalen. „Er is reeds gewenst", aldus
spr., „dat A.F.C. op haar nieuwe
schrijfmachine nooit spelerscontrac
ten zal behoeven te tikken, welnu, ik
wens U toe, dat U op die schrijfma
chine ook nooit een transfer overeen
komst zal behoeven op te stellen, als
er een speler weggaat, die door U is
„opgefokt". Laat iemand, die om de
een of andere reden weg wil uit de
club, rustig gaan".
De heer Kruijver, die ons namens
de K.N.V.B. morele steun aanbood,
hoopte, dat wij wél eerste klasse zou
den worden, omdat bij de nieuwe com
petitieindeling toch ook een amateur-
eerste klasse afdeling zal worden in
gesteld.
B. en W. van Amsterdam waren
vertegenwoordigd door mr. Morren,
die blijk gaf „A.F.C. daar zit muziek
in" grondig gelezen te hebben. Hij
vond het prettig, dat er ook in de
hoofdstad van Nederland een „Nobel
prijs" werd uitgereikt en onthulde on
der algemene hilariteit, dat hij als
kleine jongen op schuttingen, waarop
„Hup Ajax" stond, „Hup A.F.C."
schreef.
Onze „dochters" waren er uiter
aard ook, een A.C.C. deputatie bood
een boek aan bij monde van Wim
Staats en „ouwe Dis" schonk namens
A.B.C. een kapstok.
Er waren niet alleen cricketers en
honkballers, maar ook hockeyers en
wel „Hurley" vertegenwoordigd door
de heer Ponser en mevrouw Loes
Stallmann. Zij boden het bekende
boek „De A.F.C.-ers" aan van J. B.
Schuil, waarbij de heer Ponser, doe
lende op het huwelijk van Gerrie en
Loes Stallmann, de geestige verge
lijking maakte, dat dus het 60-jarige
A.F.C. en het 23-jarige Hurley elkaar
gevonden hadden.
Sprekers kwamen en gingen. Het
thans „on top" zijnde H.V.C. had zijn
oude tegenstander niet vergeten en
de heer v. d. Linden bracht namens
de Amersfoorters een schets. Utrecht
was flink vertegenwoordigd: Kam
pong kwam met een briefopener en
de neer Gijsbertse gaf namens Her
cules een foto van de Domtoren.
Van K.F.C. was de heer Bakker
aanwezig, die herinneringen ophaalde
aan de beroemde 43 wedstrijd in
1946 en zijn woorden vergezeld liet
gaan van een vaantje.
Grote indruk maakte de deputatie
van Neerlandia, D.E.C. en T.O.G. Be
wijs, dat onze vroegere tegenstanders,
die in lagere regionen uitkomen, ons
evenmin vergeten als zij die het ver
der gebracht hebben dan A.F.C. Haar
woordvoerder, de heer Rodenburg
kwam met een metalen zuil.
Namens R.C.H. sprak de heer De
Geus en de evenals A.F.C. 60-jarige
V.O.C. had de heer Verburg afgevaar
digd met een vlag. Uit Den Haag was
de heer Van Rijswijk aanwezig na
mens H.B.S. met een tafelaansteker
en het flink vertegenwoordigde „Ken-
nemerland" liet de heer Van Vliet
een kristallen vaas aanbieden.
De eigen kring liet zich evenmin
onbetuigd. Op de hem eigen wijze
sprak captain Bouwens, die namens
alle spelers en juniores met gordijnen
als geschenk kwam en de club
dankte voor de speelvreugde, hun ge-
schonköh, waarna Schaap een album
aanbood met foto's van alle elftallen.
Voorzitter Holtzappel antwoordde
de spelers in stijl door enige couplet
ten te reciteren uit het door hem in
1923 gedichte: „Als A.F.C. maar
wint!"
Een storm van applaus oogstte con
troleur Oosterman, die namens bu
reaulisten en controleurs op uiterst
originele wijze een barometer aan
bood. Hij wist een móói boekje van
ons open te doen en releveerde, dat
de vorige barometer in het clubhuis
gesneuveld is (inderdaad, dat was wel
een gek avondje. W.). Wel, de heer
Oosterman liet er geen twijfel aan
bestaan, dat wij wat hem aanging,
het hele clubhuis in factoren kunnen
ontbinden, als we maar van de baro
meter afblijven! Jan Meijer bood een
fraai gedrukte lijst aan van alle be
stuursleden, die sinds de oprichting
der club A.F.C. gediend hebben.
En daarmede was die onvergete
lijke receptie althans officieel
ten einde. Uiteraard bleven de A.F.C.-
ers nog wel „even" bij elkaar. Geen