m
öRukkeRij
Matje
Mi
111
nrnii
ISNKft
HET „APOLLO-PAVILJOEN
joh. meijeR zoon
Wat iedere A.F.C.-er behoort te weten:
©e iveg naar
Ook voor besloten diners, lunches of partijen
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRdeRS, houöt öe schakel in stanö
APOLLOLAAN 2 TEL. 712410
AL héél wat voetbalwedstrijden heb
ik geconsumeerd, maar de wed
strijd tussen de Officieren van de
Luchtbasis Leeuwarden tegen de
AFC-Veteranen, was toch wel één van
de aardigste, die ik heb meege
maakt
Van de wedstrijd zelf weet ik niet
veel meer, maar de sfeer was onver
getelijk; na elk doelpunt werd er een
luchtkogel afgeschoten, waardoor de
talrijke, om het veld geparkeerde
Luchtmacht-kindertjes vliegers
schijnen niet altijd te vliegen óf
van vreugde, óf van schrik begonnen
te brullen.
Uit barre weelde had AFC een
grensrechter meegebracht, die gehuld
was in een gipsbeen, en op dokters
voorschrift moest die alleen met alco
hol in leven gehouden worden. Prompt
werd er uit de Officiersmess een blad
met glaasjes op het veld geserveerd.
De tegenstellingen waren dus wel
schrijnend.
En dan was er nog Matje de tengere
watervlugge midvoor van Leeuwar
den. Wie hem eenmaal heeft zien voet
ballen, vergeet hem niet licht. Hij
heeft zo zijn eigenaardigheden, één
daarvan is: hij moét een zakdoek om
z'n hoofd gedraaid hebben, als hij
speelt.
Dan zie je hem rénnen, razend vlug
en al z'n vrouwelijke fans gillen en
roepen langs het lijntje. De zakdoek
zit op bloempot-hoogte om z'n hoofd
gedraaid, maar zakt regelmatig voor
z'n ogen en op z'n neus. Al rennende
stompt hij dan met twee handen de
zakdoek weer omhoog: rang! rang!
Als Matje het beslissende doelpunt
maakt, zit de zakdoek juist voor zijn
ogen, maar aangezien hij desnoods ger
blindoekt in zijn „kist" door het
luchtruim jaagt is blind voetballen
geen. bezwaar voor hem.
Verschrikkelijk
Ja, wij vinden dat gevlieg in een
straaljager verschrikkelijk, maar
Matje is lós van alle conventies en lós
van alle benauwenissen, hij leeft een
ander leven dan wij, gewone sterve
lingen. Zijn spanningen zijn de onze
niet, en omgekeerd
Matje is steeds een verrassing, dies
stond hij, bij het bezoek van President
Coty plotseling voor onze neus, ver
kleed als gewoon aardig jongetje met
donkere pret-ogen, en vast besloten,
om lekker incognito in de stad „de
lichtjes te gaan bekijken''.
We hingen al gauw over een leuning
aan de Amstel te kijken, want we
mochten niet over de brug, die was
afgezet, omdat de rondvaart der hoge
gasten er onder door moest.
Wonderlijk genoeg was het een
prachtige, milde avond, en onze goede
Amstel', die mooi is, als de lucht grauw
is, die koninklijk is, als het sneeuwt,
en die 'n vreugde is, als de zon straalt,
had zich nu in het warme duister ge"
tooid met feestelijke snoeren van
lichtjes, die zich sprookjesachtig in
het water weerspiegelden.
Waarom mogen we dat feestelijke
licht niet altijd houden, waarom zijn
er geen terrassen met muziek langs
de Amstel? Ach, ik vergat ons mo
derne klimaat
Aangezien Matje President Coty
eigenkistelijk naar Schiphol had ge
ëscorteerd, tezamen met 35 van zijn
vriendjes ieder eveneens verpakt in
een straaljager hoefden we niet
langer voor een begroeting op de
Rondvaart te wachten.
Strateeg
Strateeg Matje probeerde de afzet
ting op de brug te perforeren en dat
lukte wonderwel (schijnbaar door het
beproefde systeem van instructies en
tegen-instructies bij onze politie!).
Rustig wandelden wij over de om
streden brug, aan de andere zijde op
gewacht door een trappelende menig
te, die daar door onze plissie werd
tegengehouden. Wij bogen hoffelijk,
om in stijl te blijven
„Waarom mogen zullie dan wèl?",
vroeg een geschokte dame.
„Omdat wij de enige Amsterdam
mers zijn, die niet met steentjes mik
ken en niet op de rondvaart bootjes
spugen!", orakelde Matje met een ver
manend opgestoken vinger.
Matje, die in luttele minuten over
heel Nederland heen scheert in zijn
akelige straaljager, die het gedonder
van de motoren en zijn eigen snelheid
al niet eens meer hoort, huppelde nu
ook voorzichtig door de stadsdrukte
heen.
Op een gezellig terrasje begon hij
aan zijn dieet; hij gebruikt nauwelijks
iets anders dan bier, en schijnbaar le
vert hem dat alle energie en lef op,
die zo'n kleine straaljagerduivel nodig
heeft
Toen hij ging trouwen, vroeg zijn
schoonvader: „Hoeveel bier hij nodig
had?" En Matje stelde als limiet: één
kist bier per man en per dag voor mijn
vriendjes! Enfin, het feest ging tóch
door, en het duurde drie dagen. Matje
lacht nog, om het gezicht van zijn
schoonvader.
„Morgen moet ik een oorlogsbodem
bij IJsland tegen vijandelijke vliegers
beschermen!'', vertelt hij opgewekt
tussen twee slokken dieet door. „In
een uurtje uit en thuis
't Lijkt me niet moeilijk, als je dat
vooruit weet
Dag Matje! Good Luck!
AANGETROUWDE.
6