Zeven jongens op 'n mooie schuit HET „APOLLO-PAVILJOEN REUNISTENDINER IN DJAKARTA Wat iedere A.F.C.-er behoort te weten: Ook voor besloten diners, lunches of partijen Bequnstiqinq van onze aövcRteeRÖeRs, houöt öe schakel in stanö D EEDS ver van te voren was Al voorzien, dat op 18 Januari een aantal A.F.C.-ers te Djakarta bij elkaar zou zijn. Oudejaarsavond 17 Januari, dat was teveel om te vieren maar de da mes Kappelhoff. Van Dijkhuizen en Van Nek dachten, daar anders over en gedurende het weekend in de bun galow van de Kappelhoffs, juist voor afgaande aan onze club-verjaardag, kwam op een gezellig moment Tootje van Nek voor de dag met een speechje voor de drie heren en een zelfgemaakt gedicht; we kregen ieder een persoonlijk cadeau namens de dames en wel een rood-zwart lint met in goud A.F.C. 18-l-'54 erop; alles primitief in elkaar gezet, want er was op de pasar alleen rood lint en alleen zwart lint te krijgen ge weest; met een potje verguldsel werd één en ander kunstig in elkaar gezet. Wij mannen waren zeer gevleid, dat onze dames zo met de club meeleef den en wij misten dus de A.F.C.- Oudejaarsavond in Amsterdam niet. Verjaardag Reeds dagen van te voren hadden wij zitten babbelen waar we eigenlijk een beetje intiem onze 59e clubver jaardag konden vieren en het lot was ons gunstig. Toen we n.l. een week daarvoor ergens 's avonds een af zakkertje gebruikten kwam daar, alsof het zo moest zijn, wonderlijk ge noeg absoluut tegelijk van links Dick Conijn aan, eens in 1922 voorhoede speler in ons le en medespeler van ondergetekende, thans gepension- neerd kapitein van de K.P.M. en van rechts Bob Spelter, ons keeper- tje van nog niet lang geleden in onze K.N.V.B.-elftallen. De A.F.C. discussie begon en toen bleek dat Dick Conijn instructeur aan boord van het s.s. „Djadajal" was en daar hij de volledige zeggenschap had over schip met eigen hut, was het pleit beslecht toen hij voorstelde om het A.F.C. festijn aan boord door te brengen. Dat was nog eens origineel en met één slag waren de moeilijk heden opgelost waar de 18e door te brengen. Havenpassen en boordpas- sen voor Tandjong Priok werden da gen van te voren in orde gebracht en toen het de 18e was begaven zes man zich op weg naar het schip. Het wa ren: Wim van Dijkhuizen (oud le en 2e elftalspeler), Henk Kappelhoff (beroemd uit de lagere elftallen en nog veel beroemder als oud-voorzit ter A.C.C. en cricketer!), Bob Spelter (reeds genoemd), Piet de Lange (die over zijn vergane glorie in A.F.C. 3 en 4 dacht), donateur Weber (die een paar maanden in Indonesië is en in April weer op onze tribune zit om het lief en leed mee te maken) plus ondergetekende. Dick Conijn ontving ons en via de loopplank die ons reeds enige ont boezemingen ontlokte kwamen we in zijn prachtige hut, alwaar vier fau teuils plus een prima bank, ons een uitstekend zitje bezorgden. Het natje bleek prima verzorgd, de versiering van de borrel niet minder en de tongen kwamen vlot los over allerlei A.F.C. gebeuren. Henk Kap pelhoff deed voorlezing van een uit voerig telegram naar de Apollo-hal gezonden aan tafelpresident Henk Esser (een telegram waarvan ik zes weken later nog niet eens weet of het ooit is aangekomen!). De kosten werden keurig hoofdelijk omgeslagen. Wij voelden ons senang en voor de zoveelste maal in mijn leven voelde ik wat niet alleen A.F.C. voor onder getekende betekent, maar ook voor zo heel veel anderen, en vooral voor degenen die ver van de Zuidelijke Wandelweg af zijn. Ons rood-zwarte lint van de dames gekregen, hing aan de wand, dus de clubnaam was ook aanwezig. Net als in Amsterdam wordt eens het teken gegeven dat het uit is met de keelvoorbereiding en dat we op meer solide wijze voor de inwendige mens moeten gaan zorgen. De gewoonte is dan in Amsterdam, dat wij het Wilhelmus zingen en al waren wij gast in een ander land en gast aan boord van een niet-Neder lands schip, ondergetekende, die bleek, hoewel niet benijdenswaardig, net de oudste te zijn, ging de tafel openen met ons volkslied. Het menu was prettig Indonesisch afwisselend en de bedienden voorzagen ons prima. Ook nu wilden wij niet breken met de goede Amsterdamse A.F.C. ver jaardagsgewoonte om mede te delen wie de Nobelprijs kreeg. Schrijver dezes was in Amsterdam voor zijn vertrek ingewijd in het geheim wie Nobelprijswinnaar 1954 zou worden en in de stijl Nico Holtzappel via vele omwegen gaande van Holland naar Indonesië, werd tenslotte mededeling gedaan dat Wim v. Teunenbroek No belprijswinnaar 1954 was. Hartelijk applaus en een rondje op zijn gezond heid. Nogmaals proficiat Wim! Het A.F.C. Clublied werd uit volle borst gezongen. Toen het nachtelijk uur gepasseerd was (behoorlijk) wisten wij netjes over de loopplank gaande weer aan wal te komen, waar onze gereed staande auto's wachtten om ons naar Djakarta te brengen. Dankbaar, zeer dankbaar gestemd, gingen wij uiteen, kapitein Conijn hulde en dank brengend voor de vor stelijke en uitzonderlijke wijze waar op hij ons had ontvangen en de avond voorbereid en verzorgd had en niet dan na hem toegezegd te hebben, dat als bijzondere uiting van waardering hem alsnog het gedenkboek va-n het 50-jarig bestaan zal worden toege zonden, gingen wij van elkaar. En zo vierden 7 jongens niet op een ouwe schuit, maar op een mooie schuit, A.F.C.-'s 59e verjaardag 16000 km van huis, nieuwsgierig wie van dit gezelschap elkaar op de 60e verjaardag zouden treffen om dan Tandjong Priok 1954 op te halen. 1 v. N.' T)e weg naar APOLLOLAAN 2 TEL. 712410 6

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1954 | | pagina 6