-SCHAKEL
Uit de Kapiteinshui
A.F.C.
Dit is de Schakel, die komt binden,
De oude club aan d' oude vrinden.
Redacteur: J. H. Wijnand. Ridderlaan 67. Den 1 laag. tel. 777197 Pl.verv. Redacteur: J. Tj. Steensma, 2e v.d. Helststraat 50. Adam
Administrateur: O. J. v.d. Heul. Gerrit v.d. Veenstraat 118, tel. 714194
Typografie: Drukkerij Joh. Meijer Zoon. Kanaalstraat 132, Telefoon 80710, Amsterdam W.
32e Jaargang
April 1954
No. 8
SINDS onze vo
rige „Schakel"
is er niet veel
voorgevallen op de
groene velden of
achter de groene
tafel. Het belang
rijkste feit was
wel, dat we drie
punten aan ons to
taal toevoegden en
daardoor wat verder van de onderste
plaats wegkropen, zodat we ons ook
dit seizoen weer veilig wisten te stel
len.
Daar moeten we dan maar erg blij
om zijn
Het is misschien gek dat ik het
zeg, maar die blijdschap kan ik maar
niet opbrengen. Het is toch eigenlijk
onbegrijpelijk dat een club als A.F.C.
met een eerste elftal als het onze, in
de competitie telkens weer ver bene
den zijn kunnen blijft, en dat onze
trouwe aanhang ieder jaar weer in
angst en vreze moet zitten als wij,
langs de afgronden der degradatie
balancerend, pas te elfder ure een
veilige plaats bereiken.
Elders in deze „Schakel" staan al
lerlei dithyrambische ontboezemin
gen naar aanleiding van onze wed
strijd tegen Queens Park Rangers.
De mensen die deze wedstrijd heb
ben gezien kunnen er niet over uit,
zo goed als onze jongens in Londen
speelden. Met een vuur alsof hun le
ven er van afhing en in een saamho
righeid als van elf gezworen boezem
vrienden hebben zij onze kleuren
daar verdedigd en onze naam hoog
gehouden op een grandioze manier.
Hoe zou het dan komen dat in de
competitie, waar de uitslag juist veel
belangrijker is dan in een vriend
schappelijke ontmoeting, datzelfde
vuur zo vaak verflauwt tot een on
zeker flakkerend vlammetje en die
saamhorigheid uiteenvalt als opge
droogd zand?
Déar alleen schuilt onze zwakte,
daar zijn wij kwetsbaar, daar ligt de
kiem van ons falen. Ons moreel is on
ze achilleshiel.
Het komende seizoen, het seizoen
van ons zestig-jarig bestaan, moet
een heel ander beeld hebben, een heel
ander elftal zien, een herboren ploeg
in het veld zien komen! En dat met
dezelfde elf knapen, aan wie wij tot
nu toe het lot van A.F.C. in handen
gaven. Zij zijn tot grote dingen in
staat, dat heeft Londen bewezen,
maar dan zal er iets moeten veran
deren.
De mysterieuze zwakten in de
sport ontstaan door heel kleine oor
zaken. Laat ik eens een voorbeeld
geven: iemand maakt in het veld een
fout zodat de bal zijn medespeler niet
bereikt. Deze, in de spanning en de
geladenheid van de wedstrijdsfeer,
toont zijn teleurstelling over deze ge
miste kans op zijn eigen manier. Als
hij zijn mond houdt, vindt iedereen
hem een prettige jongen. Zegt hij nu
alleen maar „Jammer Piet, een vol
gende keer beter", dan was er nog
niets aan de hand. Helaas zeggen
sommigen hetzelfde maar dan met
heel andere woorden; niet zo kwaad
bedoeld waarschijnlijk, maar toch
niet prettig om te horen. Piet is op
zijn tenen getrapt, roept iets terug
en daar heb je de narigheid. Boze
gezichten, boze gebaren, harde woor
den, ten aanschouwe van het verza
melde publiek. Een kettingreactie van
splijtende atomen, die de saamhorig
heid kapotscheurt, de stemming ver
nietigt, de wedsrtijd verloren doet
gaan. Kleine oorzaken, grote gevol
gen.
Wat wij moeten leren, en het
verstand komt met de jaren, dat
is wat meer zelfbeheersing, zodat we
onze teleurstelling over een fout van
een ander omzetten in een bemoedi
gend in plaats van in een afkeurend
woord. En wat minder geprikkeldheid
als, in het vuur van het spel, toch
zo'n opmerking gemaakt wordt.
Ons jubileumseizoen moet het sei
zoen worden van 't onderling begrip.
We zeggen dan niet meer op het veld
of ergens anders tegen elkaar „Ben
je be-dit of ben je be-dat"; op zijn
hoogst zeggen we ,,Ben je zestig!"
Dan zie ik ons nog op het kampi
oenschap afstevenen, en dat zou het
prachtigste jubileumsgeschenk zijn,
dat we ons kunnen wensen.
Over kampioenschap gesproken,
ons zesde elftal werd Zondag kam
pioen van zijn afdeling. Na de wed
strijd had ik al even gelegenheid
Donk en zijn mannen te feliciteren
met dit mooie succes. Op deze plaats,
voor het forum van heel A.F.C., wil
ik namens het Bestuur deze geluk
wens herhalen en meteen onze voldoe
ning erover uitspreken dat straks, op
de vergadering van de Voetbalbond,
de naam van A.F.C. niet ontbreekt
als de kampioenen van het jaar naar
voren worden geroepen.
HOLTZAPPEL