U/at Iedere A.F.C.-er behoort te u/eten
f. R. ter Horst Gr Zoon
Wxtt LedeAe, A.3&.-eA tueeé
Auto-rijschool 'Baarda'
BequnsttQinq van onze aöveRteeRöeRs, houöt öe schakel in stanö
Tn mijn vorig artikel is een storende
-*■ fout geslopen. Er staat: „de vorm
is primair" doch de opmerkzame
lezer zal hebben begrepen, dat dit
,,de inhoud is primair" moest Zijn.
Het ging om het vraagstuk amateu
risme/professionalisme en het is
duidelijk dat de amateuristische
vorm, de schijn of hoe je het ook
noemen wilt, in het „grote" voetbal
onmogelijk gehandhaafd kan blijven,
indien de inhoud d.w.z. het werkelijke
wezen, de geest, met amateurisme
weinig meer van doen heeft. Wan
neer dan de spanningen tussen vorm
en inhoud te groot worden, kunnen
breuken niet uitblijven, welke öf tot
een chaos of tot het accepteren van
een andere, beter met de inhoud cor
responderende vorm zullen leiden.
Om het in eigen kring begrijpe
lijker te maken, laat ik bij wijze van
voorbeeld eens veronderstellen, dat
ook bij A.F.C. het zwaartepunt ver
legd zou worden, laten we zeggen
dat de sociëteitsidee zou gaan preva
leren, terwijl het plegen van voetbal
tot een prettige zij het ook voor de
financiën nuttige nevenactiviteit zou
worden gedegradeerd, mij dunkt, dat
het dan voor ieder zinnig mens over
duidelijk moet zijn, dat wij dan op
een behoorlijke plaats in een werke
lijke sportgemeenschap geen aan
spraak kunnen doen gelden.
Sportbericht.
Zo juist lees ik in Elsevier's Week
blad d.d. gisteren het volgende
..Sportbericht": „De voetbalclub
A.F.C. is een sympathieke Amster
damse tweede klasser met een leden-
aanhang welke sinds jaar en dag met
grote vasthoudendheid tracht een
compromis te vinden tussen sportbe
oefening en pretmaken. Het eerste
elftal doet het dit seizoen niet zo
goed, maar de titel voor de jaar
revue doet het des te beter: „het
hangt in de bar en het hikt".
In dit „Sportbericht" hebben mij
twee dingen getroffen. Ten eerste de
inderdaad juiste vermelding dat wij
sinds jaar en dag naar een compro
mis tussen voetbal en pret zoeken.
Merkwaardigerwijze spreekt de
auteur niet van een zoekende club of
clubbestuur doch van een zoekende
ledenaanhang. Een opmerkelijk ver
schil, naar het mij wil voorkomen.
Persoonlijk heb ik dit zoeken naar
een compromis als Bestuurslid tien
tallen jaren meegemaakt, en men
weet, dat ik steeds heb gepoogd
voetbal te laten prevaleren, aange
zien ik van mening was en ove
rigens nog ben dat er eerst succes
op het veld moet zijn, waaruit de
pret dan vanzelf zal volgen. En niet
omgekeerd! Dat mij dit dikwijls met
de pretsector in conflict heeft ge
bracht, behoef ik wel nauwelijks te
memoreren.
Ten tweede trof mij die titel van
onze komende revue. Ik moet eerlijk
bekennen dat ik niet voldoende
insider in onze feest-arrangementen
ben om de juistheid van dat bericht
te beoordelen. Berust het op waar
heid, dan spijt het mij, dat ik de
waardering van E.W. niet kan delen.
Want wat doet die titel des te beter?
De buitenwereld in een nutshell het
karakter, de historie en de traditie
van onze jubilerende voetbalclub sug
gereren? Ik weiger vooralsnog aan
te nemen dat de bedoeling van deze
rebus, waarbij je onwillekeurig aan
een hikkende, dronken slappeling
moet denken, het geven van een
karakteristiek beeld van onze 60-
jarige club in haar tegenwoordige
verschijningsvorm zou zijn. Laat mij
hopen, dat het een mop is welke men
een goedgelovig E.W.-medewerker in
een vrolijke stemming heeft toever
trouwd.
Polemiek.
En dan ben ik daarmede warempel
weer op het terrein van mijn pole
miek met onze Hoofdredacteur aan
geland. Ik geloof dat wij eigenlijk
langs elkaar heenpraten. Wijnand
verwart verschijnselen waarover
tussen ons geen verschil van mening
bestaat met oorzaken. Ik stelde
dat die oorzaken liggen in een alge
mene ontwikkeling waaronder ook
onze club niet onberoerd kan blijven
en Wijnand meent dat zulks niet het
geval is. Welnu, dan moeten er voor
die specifieke A.F.C.-verschijnselen
ook oorzaken zijn. Hij verwijst in Zijn
antwoord naar andere Schakel-arti
kelen, maar verzuimt tot mijn ver
wondering, daarbij naar dat van onze
Jhr. van Rossem te verwijzen. Kijk,
en juist dat artikel heb ik als reactie
op onze polemiek bijzonder gewaar
deerd. Daar wordt een poging ge
daan het probleem te benaderen.
Onze welgedane Jonkheer behoeft
niet bevreesd te zijn, dat ik zijn
mening over het door Wijnand in
eerste instantie waarschuwend opge
stoken vingertje niet zou delen. In
tegendeel, mijn reactie daarop had
juist de bedoeling door een algemene
ontwikkeling als oorzaak te stellen,
opponenten uit de hoek te lokken.
Het verheugt mij van harte dat dit
voor A.F.C.'s toekomst zo uiterst be
langrijke vraagstuk belangstelling
heeft, of tenminste begint te wekken.
Hoe goed is het toch dat wij over
een clubblad beschikken, waaruit ook
die leden zich kunnen oriënteren, die
niet tot de cercle-intime behoren,
waarvan onze Jonkheer zegt: „Pra
ten, theoretiseren, kletsen, zwetsen...
resultaat, nihil!"
„Dus"?
Maar op één vraag van Wijnand
moet ik toch nog een direct antwoord
geven, n.l. wanneer hij zegt: „Mag
ik in plaats van „zo mogelijk" schrij
ven: „dus"?" Indien onze club geheel
uit goede kameraden, clubmakkers,
zou bestaan, waaronder ik versta
mensen van verschillende leeftijd,
positie en geaardheid, maar die zich
één voelen in het streven naar een
gemeenschappelijk bepaald ideaal, i.e.
een sterk en mooi A.F.C. getrouw
aan historie en traditie, en die elkan
der waarderen naar mate ze volgens
hun beste krachten en kunnen aan
de verwezenlijking van dit ideaal
medewerken, dan ben ik al best te
vreden. En wanneer dan uit die on
derlinge waardering ware vriend
schappen zouden groeien, waarbij ik
onder „vriend" iets heel bijzonders
versta je weet wel, Jo, in voor-
en tegenspoed dan kan men daar
voor alleen maar extra dankbaar-
zijn.
(vervolg pag. 9, 2e kolom)
Eerste klas kleermakers voor
modern werk
Hls voetballer bij fl.Tj.Q een goede naam.
als kleermaker blijft hij voortbestaan.
Diamantstraat 412, Amsterdam-Z telefoon 97831
Dat 90% der leerlingen van
(Gediplomeerd Instructeur der K.N.A.C.)
bij het eerste examen slaagt
Zocherstraat 11, tel. 821 36
10% der ontvangen lesgelden van A. F.C.-ers wordt na vertoon van
bewijs van lidmaatschap in het A.F.C. Trainingsfonds gestort,
7