Mixed Pickles
Bequnstiqino van onze advecteepdeRs, houdt de schakel in stand
59 jaar.
DECEMBER en Januari brengen, zoals voorzitter Holtzappel in het vorige nummer van „De Schakel"
reeds schreef, talrijke hoogtepunten in ons clubleven. Daartoe behoorden de bridge-avond op 17 Januari
in het clubhuis met daarop volgende het inluiden van de 59ste verjaardag van A.F.C. en het jaardiner in het
Apollo-Paviljoen.
De bridge.avond, feilloos geleid door Joop (128.000) Gilkens en zijn echtgenote was een groot succes. Joop
Gilkens had niemand aangemoedigd om te komen bridgen, maar had, nu maar eens afgewacht wat er op zijn
mededeling in het bulletin zou binnenkomen. Nu, dat is sterk meegevallen, want niet minder dan 56 leden had
den zich onmiddellijk aangemeld, zodat van een zeer geanimeerde drive gesproken kon worden. De stemming
zat er best in en de op- en aanmerkingen waren niet van, de lucht. Ties Gerrits had een van de beste toen hij
tegen Jan Suurbeek zei: „Weet jij wel, dat adspiranten vanavond niet worden toegelaten?"
Wij waren keurig op tijd klaar en toen Jan van der Pijl, der traditie getrouw, met 12 zware gongslagen
het oude jaar uit- en het nieuwe jaar inluidde, verrezen alle aanwezigen om dat nieuwe verenigingsjaar
met het zingen van ons prachtige clublied te begroeten. Voorzitter Holtzappel hield weer een warme en gevoe
lige redevoering, maar de dames, die gedacht hadden, dat hij evenals verleden jaar „le droit du seigneur"
zou uitoefenen en zich door alle aanwezige dames zou laten kussen, kwamen bedrogen uit. Wel hadden som
mige dames al vriendelijk gevraagd in de loop van de avond: „Nico, je bent toch wel goed geschoren?" Maar
onze voorzitter had nu weer eens een andere pijl op zijn boog. Hij releveerde de openhartigheid, waarmede
de Schakelredacteur verleden jaar in ons clubblad die amoureuze scène geschilderd had, en hij had zijn ele
gante revanche al klaar. De echtgenote van de redacteur werd vriendelijk verzocht namens alle dames naar
voren te treden en de voorzitter een stevige pakkerd te offreren. Het „ergste" was, dat mijn vrouw het ken
nelijk nog leuk vond ook...
Enfin, het was allemaal even aardig en gezellig en de volgende middag maakten de heren zich op voor
het grote jaardiner, waaraan ongeveer 80 leden deelnamen. Dit diner zal de historie ingaan door de brilliante
redevoering van aanvoerder Bouwens, die wij elders in deze editie vrijwel volledig afdrukken. Er is ondanks
alle zorgen, die wij momenteel in de vereniging hebben, één troost en het is wel deze, dat de beide belang
rijkste posten in de club voorzitter en aanvoerder eerste elftal zo uitstekend bezet zijn. Bouwens had
de allure, die men zo graag van een aanvoerder ziet. Of nu alle spelers van het eerste elftal hem helemaal
begrepen hebben, laten wij buiten beschouwing. Er zijn nu eenmaal altijd leden, die zo stom van begrip zijn.
dat men, om hen iets aan het verstand te brengen, eigenlijk een pneumatisch boor moet nemen, zoals ze bij
Bestratingen gebruiken en daaraan moet toevoegen het geluid van de brulboei vpor IJmuiden als de mist-
signalen aanstaan. Maar velen waren gegrepen en dan denk ik hier speciaal aan Coen Colijn en Wim Feld-
mann, die hiervoor eerlijk uitkwamen en spontaan en welgemeend hun volledige steun aan hun aanvoerder-
toezegden.
Een leuke verrassing bracht de wire-recorder", een grap, ontsproten aan het altijd vruchtbare brein
van Wim Staats. Hij en Wim v. d. Marei hadden een opname gemaakt van het diner, welke opname bestond
uit kostelijke imitaties van de bekende sprekers, die dus hoorden wat ze over een paar uur zouden gaan zeg
gen! George Wijnand leidde de „uitzending" als radio-reporter zeer natuurgetrouw in en na het „over naai
de Centraal Post in het Apollo-Paviljoen te Amsterdam" kwamen de bekende stemmen door. Om „ouwe Dis''
heeft men tranen gelachen, maar... de beide Wimmen zullen toegeven, dat de stem van ouwe Dis voor een
imitator gewoon „gefundenes Fressen ist". Later op de avond kreeg men op de wire-recorder nog, als pa
rodie op „het hangt aan de muur en het tikt": „Het hangt aan de bar en het hikt."
Voor Wim van Teunenbroek was het in het bijzonder een verrassende avond. Zijn medebestuursleden
hadden hem gezegd, dat die-en-die de Nobelprijs zou krijgen en die brave, consciëntieuze secretaris tijdens het
borreluur de ontbrekende handtekeningen van Bestuursleden aan het ophalen. Toen voorzitter Holtzappel de
Nobelprijs ging uitreiken, wist hij de spanning ten top te voeren. Dan eens dacht je aan de een, dan aan de
ander, tot het geheim onthuld werd: „Wim van Teunenbroek!" Daverend applaus natuurlijk en het gezicht van
de secretaris zelf, die toch werkelijk over een „poker-face" beschikt, glom van verbazing. Wij waren niet
verbaasd, want als de Nobelprijs iemand toekomt, dan is het toch zeker onze altijd parate, altijd klaar staan
de eerste secretaris.
De feestelijkheden zijn ten einde. Het „barre voetballeven" wacht weer. Mogen de spelers kracht putten
uit hetgeen gezegd en gedaan is in die periode van St. Nicolaasavond op het clubhuis tot jaardiner in het
Apollo-Paviljoen - een periode, die ons steeds weer de donkerste winter licht maakt om de oude club
tot nieuwe glorie te voeren.
Veelbetekenend.
De Beroepsvoetbalbond schijnt de reis niet te halen. In een goed gedocumenteerd artikel heeft Geude-
ker, zelf wars van de huichelarij in de voetbalwereld en dus voorstander van officieel gereglementeerd be-
roepsspel in „Sport/Sportwereld" er op gewezen, dat de leiders van deze beroepsvoetbalbond „gewicht" mis
sen. Om een werktuigkundige als ingenieur te presenteren is dodelijk van burgerlijkheid en dat men al een
wedstrijd tegen de Duitse Beroepsvoetbalbond had aangekondigd, waarna bleek, dat niemand het adres van
die bond kon vinden, is niet alleen zielig, het is domweg belachelijk.
Maar toch heeft deze dilettantische poging duidelijk aangetoond, dat het beroepsvoetbal in brede krin
gen een aanvaard begrip is en wij lazen uitlatingen, die voor de K.N.V.B. toch eigenlijk een vingerwijzing
moeten zijn.
Zo bracht de T.O.G.-er op pagina 1 een officiële bestuursmededeling, die als volgt luidde:
„Ongetwijfeld zult U in de afgelopen weken hebben kennisgenomen van de publicaties in dag-, week- en
sportbladen over de oprichting van een beroepsvoetbalbond.
Het is nog niet mogelijk hierop enig commentaar te geven, omdat zonder verdere (concrete) gegevens niet
kan worden bepaald of de plannen die deze nieuwe ster aan ons voetbalfirmament koestert, met de in ons
land beschikbare mogelijkheden (o.a. ping-ping!) kunnen worden uitgevoerd. Ook zal de houding van de
K.N.V.B. van belangrijke invloed hierbij zijn.