„Qeest, sfeer en stijl "1 Fuifclub? Aanvoerder 1ste Lt. C. Bouwens: Dames- en Herenschoenen BequnstiqiriQ van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö A F.C. heeft altijd bekend gestaan n-t*- om de geest, de sfeer en de stijl, die in deze vereniging bestonden en nu is het zo, dat wij van het eerste elftal meer begrip moeten hebben voor de stijl A.F.C. waardig", aldus de aanvoerder van ons eerste elftal tijdens zijn rede bij het jaardiner op 18 Januari. Een rede, die uitblonk door stijl en allure, in ademloze stilte gevolgd werd en aan het slot een ware ovatie van de aanwezigen ont- ket.ende. I ,,Ik sta hier voor U met lood in mijn schoenen", aldus vervolgde onze populaire captain. „Aan het begin van dit seizoen had ik gedacht, dat ik U bij het jaardiner iets moois zou kunnen aanbieden, n.l. een leidende positie en een mooie promotiekans naar de eerste klasse van het eerste elftal. Helaas het tegendeel is waar en wij zijn nu in degradatie-gevaar en staan niet bovenaan, maar op de 9e plaats. Hoe is dat nu zo gekomen? Vroe ger waren er geen mooie velden, geen warme douches en je werd niet ver troeteld. Thans worden de spelers verwend: vergoeding van reiskosten, eens een zitplaats voor een inter nationale wedstrijd. Ik vind dit niet erg; er is in de voetbalwereld zoveel veranderd, dat ik mij niet kan ver zetten tegen vergoeding van reiskos ten, maar ik vind het wel erg hoe dit door de spelers als vanzelfsprekend aanvaard wordt, want... beseffen Zij nu eigenlijk wat er allemaal wel no dig is, om dat A.F.C., de oudste club van Amsterdam, te laten draaien, beseft men wel voldoende bij de spe lers welke opoffering vele leden zich getroosten om dit alles mogelijk te maken Patiënt. En als ik dan aan ons eerste elftal denk, dan wil ik hier aanhalen, wat dr. Hofstee van die ploeg gezegd heeft: Hij beschouwt A.F.C. I als een patiënt, die rust nodig had. Ik ga van het standpunt uit, dat wij, als het nodig is, alles moeten uitsnijden, wat niet deugt. Want op ons eerste elftallers rust een zware taak. In wezen zijn de eerste elftallers de lei ders van de toekomst. Wij hebben te zorgen, dat wij ons gedragen als goede clubleden. Wij moeten voelen, dat wij een traditie vertegenwoor digen van bijna 60 jaar en wij moeten voor de velen, die hier aanwezig zijn en die alles voor hun club over heb ben, geen ballast, maar een steun Zijn. Ik schaar mij dan ook naast wat Thomasvaer en Pieternel in de nieuw jaarswens gezegd hebben. Dan sta ik misschien toch niet helemaal met lege handen voor U, omdat ik U dan be loof, wat ook in de Nieuwjaarswens stond, dat wij het mooiste in ons aan A.F.C. zullen geven. Het eerste elftal bestaat uit jonge kerels, het eerste elftal moet groeien en bloeien en een voorbeeld voor de club zijn. De woor den van ons clublied indachtig, „wij allen dienen onze club als plichtsge trouwe mannen." Ik heb zelf ook een paar regels ge dicht, omdat ik mij de gang van zaken zo aantrek en ik mag dan met deze regels besluiten: „Je hoort zo vaak de laatste tijd Het !s mis met A.F.C. Dan rijst in mij een fel verzet En denk ik, Neen en NEE. Het kan en mag niet, Dat het werk Van Schaf gaat zo teloor. Komaan, wij, jeugd van A.F.C. Vooruit, wij gaan er voor!" Het behoeft geen bet,oog hoe deze redevoering ontvangen werd. Som migen was de ontroering bij deze hartstochtelijk uitgesproken speech bijna te machtig en talrijken gingen spontaan naar onze aanvoerder toe om hem te complimenteren met zijn woorden. J. W. Vielen in den lande menen vaak, dat de letters A.F.C. staan voor Amsterdamsche Fuif Club. Hoe onze club deze bijnaam heeft verworven valt te horen bij gelegenheden, zoals de ronde tafels bij Pijl en Eggers en gedurende de eerste uren van de dag, volgende op het jaardiner, wanneer de oude vrienden elkaar treffen. Ter verificatie van de gehoorde verhalen kan men dan altijd het Gouden Boek ter hand nemen; op dit gebied een naslagwerk zonder weerga, (ik lach me nog altijd tranen, bij de gedachte aan de Cake-Walkers in Helmond). Ik meen nu te moeten constateren, dat déze Fuif-mentaliteit Fuif in de enig juiste betekenis ons gaat verlaten. Zeker, we willen na de wedstrijden nog wel eens blijven plakken en na enkele uurtjes de „jongens" aanraden de tanden op elkander te zetten, resp. in de handen te nemen, maar iets „gedaan" wordt er toch maar zelden. Vooral de jongere, nog actieve (ik bedoel tussen de witte lijnen) spelers, zouden, naar sommigen mij verzeker den, graag bij A.F.C. iets zien ge beuren, zoals b.v. in het clubhuis van „Sint Martinus" na de wedstrijd tegen„Neptunus" werd georgani seerd. Klaarblijkelijk wachten ze echter nog op de activiteiten van de ouderen die op dit gebied wel eens iéts ver sierden. (Zie nogmaals het Gouden Boek). Nu zou men verwachten, dat wan neer weer de „ouderen", die reeds gedurende minstens een tiental jaren het amusement, dat boven „Caldonia" en „Johanna" uitgaat, verzorgden, de medewerking vragen van de jonge ren om ons diamanten feest daverend te maken, deze jongeren zouden toe stromen. Onze onvolprezen regisseur heeft inderdaad enige nieuwe talenten ontdekt en natuurlijk oude heront dekt, maar voor enkele collectieve manifestaties, welke het excuus ver legenheid dus bij voorbaat uitsluiten, ontbreekt toch nog een aantal krach ten. Waarom hebben de zingende rechtshalf, de bekende aanvoerder en zijn vrouw, voor Wie bij wijze van spreken ieder op de eerste r'j zal wil len zitten, de cricketofficial, die zang studeert en zovele andere verborgen talenten zich nog niet aangemeld Helpt mede om zo tegen het begin van 1955 duidelijk te maken, dat de Amsterdamse Fuif Club nog leeft. Dat de F. ook voor Football staat zal reeds iedereen weten, getuig© de dan in te nemen plaats van ons eerste elftal. KEES HEEFT HET ZELF GEZEGD. JAN TJALLING ïïlarghall Speciaal adres voor NIC. LELOUX ZEILSTRAAT 46 TEL. 715356 SCHELDESTRAAT 8 TEL. 713870 4

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1954 | | pagina 4