ft dien
Ijskoude mijmeringen
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeps, houöt 6e schakel in stanö
HET moet maar eens een dag of
wat vriezen in ons landje of je
hoort onmiddellijk van de meest op
zienbarende prestaties in de sporten,
die profiteren van de noodgedwongen
honger-periode van Majesteit Voet-
beul. „Heb je het al gehoord," begon
een gesprek op lijn 25, op welke lijn
zo veel markante dingen gezegd
worden, als je de Amsterdamse dag
boekschrijvers mag geloven „Kees
Broekman 43,6!"
„Gut, dan moet ie allang dood zijn,
zou ik zo denken!" Kijk, dat zijn nu
de uitersten in de sport. De in- en de
outsider. De expert en de leek.
Zelf houd ik het midden tussen die
twee, als het op ijssport of zo aan
komt. Vandaar ook, dat ik per sé
niet heb willen deelnemen aan de 11-
stedentocht. Wat zal ik riskeren met
mijn overvloed aan gewicht? Slechts
één klein, voor anderen onbetekenend
onnozel „wakkie" en ik had, mis
schien wel voor de ogen van de Mi
nister van Landbouw een modderfi
guur geslagen. Was het de Minister
van Kunsten en Wetenschappen ge
weest, dan was dat niet zo erg ge
weest. Die zijn, de moderne beeld
houwkunst in aanmerking genomen,
wel iets gewend op het gebied van
modder, .figuren'
Minister van Mansholt maakte na
afloop van deze sportieve prestatie
bekend, al was dat dan niet door mid
del van een proclamatie, dat hij
slechts enige „pijn in de rug" ervan
had gekregen; voor ondergetekende
was het alleen maar een kwestie ge
worden van een keuze uit ziekenhui
zen.
Ijsberen.
Maar, goeiemorgen, juffrouw, wat
zegt U wel van die ijsberen. Nee, nee,
nee, niet bij Strassburger of Artis,
maar in Zaandam. Heeft U Elsevier
niet gelezen? (Iedere week één boek
deel.) Die foto met die dame van 65
jaar, voorop lopend in een stoet van
ware Kenau's. Deze eerbiedwaardige
dame, gewapend met een bijl, met
welk vervaarlijk slagzwaard zij iede
re ochtend een gat hakt in het ijs van
het onoverdekte zwembad, teneinde
haar clubleden in de gelegenheid te
stellen een duik te nemen in het ijs
koude water.
Deze voorhakster is toch wel een
voorbeeld voor onze jonge sports
men. Natuurlijk hebben echte Ne
derlanders bij het horen van dit fan
tastische verhaal direct gzegd: „Die
zijn ook niet goed bij hun hoofd" of
„M'ij krijgen ze niet zo idioot". Maar
een prestatie blijft het. Of het nu
doel heeft of niet.
De revue.
Geruchten gaan, dat Gerrit Stall-
mann, na een weifelende auditie, is
gecontracteerd voor onze aanstaan
de revue. Gerrit moet de titel heb
ben van tweede tenor. Laat ik nu al
zo oneindig veel jaren bij mezelf heb
ben gedacht: „Wat heeft die knaap
een pracht-geluiddie had beroeps
zanger moeten worden." Het is te ho
pen, dat de kaartverkoop voor de
revue er maar niet onder te lijden
heeft. Ook Hans Schooneveldt moet
tweede tenor zijn geworden plotse
ling. Komen er nu nog meer van die
tweede tenoren bij, dan verdient het
aanbeveling bij de repetitie een apart
hok voor tweede tenoren te bouwen.
De eerste tenor komt natuurlijlj. het
laatste. De eersten zullen immers
steeds de laatsten zijn. Ik had ge
dacht aan Ouwe Dis? U ook?
Enfin, de vorst is nu voorbij en bij
een heerlijk lentezonnetje komt me
nigeen in de verleiding „open-raam-
zanger" te worden. Laat Jaap aCo
hen U maar niet horen.
De revue vordert langzaam; ook
het bedrag, dat door vrijwillige bij
dragen bij elkaar moet komen.
Wat gaat er eigenlijk vlug tegen
woordig, behalve bommenwerpers?
Jhr. VAN ROSSEM
DE GAULIN
Er wordt vaak echt fijn gemopperd
Als iets aan het terrein mankeert,
of als het water veel te lauw is
Zodat men haast van kou krepeert.
Dan een ditje, dan een datje
Altijd is er vast iets mis
Maar.men zal zich nooit afvragen,
of het geld er wel voor is.
Laat mij dus óók even mopp'ren
Want 't is weer het oude lied;
Men belooft: „Ik zal gireren"
Maar... betalen doet men niet!
't Gaat zo om een vijftig leden
Die nog altijd achter zijn
Eén, soms twee of drie kwartalen
Houdt men mij maar aan de lijn
't Gaat niet langer, A.F.C.-ers
Denk toch ook eens aan mijn tijd.
Gij hebt rechten maar óók plichten
En die zijn: „Betaal op tijd."
Eind April dan sluit ons boekjaar
Tot zó lang heb ik geduld
Vóór die tijd wil ik U raden
Kwijt onmiddellijk Uw schuld.
Eén Mei ga ik U verlaten,
U krijgt dan een nieuwe ping ping 2
Ik hoop, dat hém het zal gelukken,
Waar ik steeds in heb gefaald
Dat er eind'lijk door de A.F.C.'ers
Eens op tijd worde betaald.
De vlotte betalers (gireerden heel
frank)
Betuig ik hierbij mijn hulde en dank.
De andere broeders die altijd beloven
En de penningmeester van zijn tijd
(beroven,
Die wens ik begrip voor des
(penningmeesters taak
Die uit 't innen der contributie
En niet in 't bewaren van diploma's
bestaat.
Mijn opvolger wens ik veel vette
(jaren
En sterkte brj het contributie
(vergaren.
PING-PING II
(Vervolg Reünisten-flitsen)
mer! Kom, laat ik eens iets uit de
„Dollarprinses" spelen
Hans Flink (half twee)Ik ga toch
eens op de kassa kijken. De omzet
lijkt me weer lang niet slecht.
Jan Scheepstra (2 uur): Met zijn
veertienen. Even kijkentwee en
veertig, dat doormidden, dat is 21,5
er bij is 26,3 er af is 23ik zeg
31Lijkt me heeeeeeeelemaal niet
zo gek!
Teun van Veen (half 3)Moet er
soms iets worden omgeroepen? Of
zal ik een plaatje van Ger de Roos
opzetten. Of van de Karekieten?
Gerrit Stallman (3 uur)En we gaan
nog niet naar huis, nog lang niet,
nog lang niet. Een moordavond!
Henk Esser (half 4)Wat een dag-
gie, wat een daggie, zou Schaf zeg
gen. Wie moet er een klein peukie?
De obers (4 uur)Hoogste tijd, He
ren. Mogen we even afrekenen.
Arie Waayer: Alles impulsief en ex
plosief!! Ik ben een boon, als ik
weet waar mijn garderobe-nummer
tje is gebleven.
Brusse: Verrek!! je hebt mijn hoed
op, vrijer. Ken je dat? Stiekum mijn
hoed opzetten en vlug weglopen.
Geef je hier, stuk ellende!!
Van Koperen: Als je dan mijn hoed,
die je op je klapbes hebt, ook terug
geeft.
Max de Bruin: Op naar het Clubhuis.
We hebben societeitsvergunning!
Andere stemmen: Nee, naar
(getal gaat verloren in het rumoer).
Elzerman: Enfin, toen zei Bijker, dat
Feldmann Colijn had gesproken, en
die had Wildschut gevraagd, of hij
het goed vond, dat Tjepkema dit
keer met Bouwens zou ruilen maar
Disselkoen dacht, dat Hurwits dat
niet zou doen.
Jo Wijnand: Wie van deze ellende
lingen heeft mijn das om? Is er
soms iemand, die mijn jas is tegen
gekomen
Gerard van Nigtevegt: Er zit zeker
nog een pakje Blue-Band in.
Gerrit StallmannIeeéehhhEn
we gaan nog niet naar huis, nog lang
niet.
Dick Disselkoen: Wie heeft er zijn
bovengebit verloren?
Arie Mets: See you later!!
Na een flink half uur wordt het weer
stil tegenover het huis van Gé Bosch.
Thuis gekomen, ontdoen we ons weer
van het zwarte pakje. De een hangt
het in zijn klerenkast. De ander
brengt het weer terug naar de firma
Huyer of zo. Het reünisten-diner zit
er weer op. A.F.C. is weer een jaar
ouder geworden.
En wij ook!!!!
CONSTANT KNUDDE
I I