Heinekens Onze Jeugd Wat ons ontbreekt Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö De competitie draait weer op volle toeren en het weer werkt in alle op zichten mee, zodat de wedstrijden re gelmatig doorgang vinden. Over de behaalde resultaten wil ik deze keer nog niet schrijven, er is nog te weinig gespeeld en de jeugdcommissie is nog steeds doende de elftallen te veran deren teneinde deze zo sterk moge- lijijk te maken. Vooral Jun. I, Adsp. I en IV hebben onze bijzondere aan dacht, zij toch bevatten de spelers waarvan wij denken de meeste ver wachting te mogen koesteren. De opkomst van de Vrijdagavond- training overtreft de verwachtingen, zij is zeer goed te noemen. Laat ons hopen dat dit zo blijft, late men zich niet weerhouden als het weer slech ter wordt om intensief te blijven trai nen. Het tournooi van het jubilerende H.B.S. is al weer achter de rug, wij mochten geen succes boeken. Wel wonnen de junioren in hun poule alle wedstrijden, maar de Adsp. verloren er 2 van de 3 en waar de prestaties van beide elftallen teza men werden gerekend, kwamen wij niet in aanmerking voor de prijzen. Ik vind het jammer dat ik verstek moest laten gaan, want het bleek een prima georganiseerd tournooi te zijn, waar de deelnemers eene genoeg'lijke dag hebben doorgebracht. De leiding was bij de Heren v.d. Hurk, Voorne- veld en Denker Jr in goede handen. Afscheid De jeugdcommissie betreurt het be sluit van de heer v. d. Hurk om te bedanken als lid van deze commissie. Wij zullen je missen, Henk, jij kende, als geen ander, alle jongens op een prikje, wij vroegen maar en kregen altijd een beoordeling van deze of ge ne die klonk als een klok. Persoonlijk heb ik altijd bewondering gehad voor het vele werk wat je deed en geen moeite is je te veel geweest om de belangen van de jeugd te dienen. Je bent er geheel in opgegaan. Ik weet «nij nog te herinneren dat je met de welpen begon en dat men er enigszins sceptisch over sprak, maar je ging rustig door en het resultaat dat je bereikte was gunstig. Het eerste welpenelftal werd in zijn geheel Adsp. IV, dit elftal werd ver leden jaar kampioen en zal waar schijnlijk dit jaar grotendeels Adsp. I vormen. Onze dank voor het vele werk wat je deed is hier op zijn plaats, persoon lijk wil ik je wel zeggen dat de pe riode welke wij tezamen hebben ge werkt in de jeugdcommissie voor mij wel zeer aangenaam is geweest. Al heb ik je niet kunnen overhalen op je besluit terug te komen, toch hoop ik dat wij in de toekomst nog eens een beroep op je mogen doen- Fred Denker wens ik van harte welkom als volwaardig lid van onze commissie en ik verwacht van hem dat hij zijn, niet geringe, capaciteiten even mild moge aanwenden ten ge rieve van de jeugd als zijn voorgan ger deed. „Dan, sal alles reg kom. D, STEEMAN Aannemende, dat U het met mij eens zult zijn, wanneer ik beweer, dat alle na-re feiten, welke uit de begro ting van de Heer Woudstra naar vo ren komen met één slag verdwenen zijn. als ons eerste elftal hoge recet tes 'b-ijeenschopt, moge ik alle A.F.C.- ers van groot tot klein, het volgende onder de aandacht brengen. Stelt U zich eens één ogenblik voor, dat er in onze afdeling clubs zijn, welke sterker spelen dan ons eerste. Kans op het kampioenschap heeft ons elftal dan niet en dus zul len de hoge recettes ook wel uitblij ven. Dan moeten we andere midde len aanwenden om het Amsterdamse publiek naar de Wandelweg te doen stromen. Ik geef mijn idee direct voor een beter, maar als we nou eens een fluistercampagne begonnen rondom een bepaalde speler uit het eerste, die (ik zie de moeilijkheid) een beetje kan voetballen. Hij moet zelf natuurlijk mee willen werken. Zijn haar zou op bepaalde wijze gekapt dienen te worden. (Een lok over het voorhoofd is vaak zeer aantrekkelijk gebleken.) Volgens mij mag hij geen Wimpie, Coentje of Fault je heten. Neen, hij moet een naam dragen, die het publiek iets te zeggen heeft: Guillaume of Coenraad of Paulus. De elftalcommissie kan onschat bare diensten bewijzen door de man een plaats te geven, welke hij zelf niet ambiëert. Op zijn beurt dient hij zijn tegenzin niet onder stoelen of banken te steken. Misschien is er dan wel een bevriend journalist, die zijn beweegredenen in zijn blad wil pu bliceren. Onze Guillaume of enz. blijft zo af en toe eens weg bij een belangrijke wedstrijd en dient bij prijsuitreikin gen aan het einde van tournooien geen acte de présence te geven. De A.F.C.-ers dienen bij dit alles de fluister-campagne steeds opnieuw le ven in te blazen. Als onze man een maal sportman van het jaar is, dan kunnen ze hun werkzaamheden sta ken. Dan is ons a-ller doel ook bereikt; de recettes zullen ongetwijfeld stij gen en hoofdelijke omslag behoeft niet te worden toegepast JAN TJALLING 9

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1953 | | pagina 9