Vooru/aarts
r1 yy
Holiday Mood
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
A Is de voortekenen niet bedriegen
- kunnen wij evenals vorig sei-
2!oen goed van start gaan en wat be
langrijker is: langer volhouden.
De factoren, die oorzaak waren, dat
wij een zeer zeker bereikbare tweede
plaats lieten liggen, zijn volgens mij
niet aanwezig.
Over de gehele lijn zullen wij dit
jaar beter naar voren kunnen komen.
De kameraadschap is groeiende,
er wordt beter (intensiever) ge
traind; hierdoor hebben wij een groep
spelers die dichter bij elkaar geko
men zijn.
Onderling wordt er heftig gestre
den en deze gezonde strijd is oorzaak
dat ieder zijn beste beentje voorzet
om niet achter te raken, ten gerieve
van zichzelf en onze club.
Wat te zeggen van een ploeg jon
gens, die op een trainingsavond in
toom gehouden moet worden, daar ze
anders op hol gaan? (Prima).
Ik zei reeds, dat wij het afgelo
pen seizoen de kans op de tweede
plaats lelijk lieten lopen.
Alleen met goed voetbal komt men
er niet, in de eerste plaats moet men
zich leren beheersen en het beter kun
nen zowel technisch als taktisch de
monstreren, zie eigen fouten en help
een ander.
Een elftal, dat goed gaat komt wel
bijelkaar om de kansen te bespre
ken en plannen te maken niet om
eigen ik op de voorgrond te plaatsen.
Verheugend is het, dat wij veel
spelers hebben, die elkaar weinig of
niets ontlopen. Dit komt het geheel
ten goede.
Zo is de kans groter, dat het euvel
van onnodig verloren gegane wed
strijden, niet meer voorkomt.
Veelal waren wij technisch beter,
maar tactisch en mentaal nergens.
Kunnen wij de twee laatst ge-
nomde factoren sterker maken, en
dat kan toch met kerels, dan is een
goed resultaat binnen ons bereik.
Een beter spelende ploeg wordt
altijd met enthousiasme bestreden,
en het lukt de tegenpartij veelal met
dit wapen te winnen!
Slechts wanneer men overtuigd is
van eigen kracht (geen zelfoverschat
ting) van de tegenpartij geklopt wor
den.
Tast de tegenpartij in haar zwak
ke zijde; speel, zoveel als mogelijk
is, langs de grond.
Geef je van het begin tot het eind;
laat niets of niemand je uit je spel
brengen en laat niets je teveel zijn.
Oudere en jeugdige voetballers
hebben het afgelopen cricketseizoen
opgang gemaakt.
Deze spelers hebben nu door hun
prestaties de volle vreugde van hun
sport beleefd; dit moet, volgens mij,
ten goede komen in hun voetbal en
hierdoor een steentje bijdragen tot
het slagen van 't geheel.
Jongens, laten wij beginnen, met al
les wat wij in ons hebben, dit jaar
de A.R.O.L.-beker te winnen.
Hoor ik daar zeggen dat doen
wij??
Goed zo!
SLUIJK
In m'n barre jeugd heb ik me eens
aan m'n Schakel-plichten jegens Wij-
nandjopie onttrokken, door midden
uit een duinpan een balorig stukkie
rijm het zonnige luchtruim in te slin
geren. Destijds was ik omgeven door
een Aangetrouwde van WA, en we
bliezen genoegelijk, doch zéér op on
ze hoede op een kam: „En er is geen
club in Hóóóllandtot de onmen
selijke krachttoer kwami wie van bei
den het hardste AFC of WA kon
blazen
Thans is het décor enigszins ver
anderd, het zoontje van dat VVA-
vriendinnetje kijkt nu over m'n
schouder wat ik op de schrijfmachine
aan 't tikken ben, en ik krijg nooit
van m'n leven meer kans om geheel
of gedeeltelijk alleen in een duinpan
op een kam kan blazen, ho jé, nee!
Ik geloof trouwens, dat er geen lege
duinpannen meer bestaan
Niettemin, de Roep der Schakel, die
blijft, en ik heb maar weer te gehoor
zamen. Het was anders best leuk, om
de vroede vaderen óók eens aan 't
woord te laten, en mezelf te zonnen
te leggen in de schaduw van ander
mans geest, bravour en charme. Nu,
dat gaat prachtig: men neme de
ACC-pitch en geniete van het boek
werk van Wim Staats over de Enge
landvaarders. Wimpie Staats op z'n
best; hij weet allen zo natuurgetrouw
weer te geven, dat je de sobere, doch
kostelijke dialogen van Arie' Mets
(1847-1848) en Gerard Hauber (1848-
1852) niet alleen vóór je ziet, doch
dat je ze ook kunt snuivenEen
duo gelijk Bourgogne en Cammem-
bert
Maar waarom was er in de Scha
kel niets te lezen over het Halen en
Brengen op Schiphol? De aankomst
van Niek en Joop Neseker na een ja
renlange afwezigheid in Bangkok?
En het uitgeleide, dat aan Ben Bon
kink te beurt viel bij zijn vertrek
naar Engeland? Uit goede bron heb
ik vernomen, dat Jacques Kohier het
bestaan heeft, met alle tradities van
Schiphol glorieus te breken
Er zijn anders méér A.F.C.-ers, die
gek doen. Heeft iemand Ties Gerrits
wel eens op Zondagmorgen in het wa
ter zien duiken? Wij wel. Het gebeurt
altijd anders: de ene keer vliegt er
een wit-ingezeepte clown met een me
lancholieke grijns langs onze ochtend
boterham, of tippelt er een op handen
lopende badjas het water in. Alle on
fatsoenlijke geluiden noemt hij rond
weg. ,,De Roep der Natuuuuuur!" en
als hij naar de maan kijkt, zet hij een
hoed op, om geen maanzaad op z'n
haar te krijgen.
Ja, watersporters zijn gekke men
sen; neem nu eens een viertal masten,
waaronder evenzoveel boten dobbe
ren, maar vergeet dan het volgbootje
niet, waar letterlijk alles mee gedaan
kan worden.
Nu dan, hieroverheen gestrooid
vindt U: AFC-ers, Ajacieden en zelfs
gewone mensen, met als gast Piet
Huisken, alle bij deze troep behoren
de (wettige) vrouwen, en dan: troe
pen glibberige, bruine kinderen, die
over je heen lopen als mieren, die
geen plekje van de boot onbenut la
ten, die regelmatig volgestopt en vol
gegoten moeten worden, maar die je,
als laatste redmiddel, rustig het wa
ter in kunt vegen.
En dan begint het spelletje pas leuk
te worden: de hele troep grote zigeu
ners gaat ook te water. Keeper Ger
rits geeft eerst zó van de boot de bal
een loei van een uittrap, de back Ka-
rel ter Horst (van Ajax) vangt hem
niét op, en de aanwijzingen van trai
ner Huisken verdwijnen in duister
geborrel, want Nesenberend Sr.
zwemt over hem heen. Nou ja, da's
gewoon voetbal, maar daar zouden
we het niet over hebben.
De kleine glibberdingen, die overal
in de golven bewegen, dat zijn de
kinderen, die grote bolle plekken, dat
zijn de moeders.
De man, die schijnbaar op het wa
ter zit, bevindt zich in werkelijkheid
in Het Volgbootje, dat thans tot on
derzeeër gepromoveerd is; de bank
jes, riemen, vloertjes drijven laveloos
rond, en die man maar roeien, met z'n
handen. En toch is dit een machtig,
man, want als hij met een grafstem
zegt: „rommelen in de boot!" dan
schieten de horden kinderen als ra
zend doorelkaar en zitten plotseling
doodstil. Hij is de enige, die dat ge
daan krijgt. Inderdaad, hij is een
machtig man.
Als na uren de grote zigeuners uit
het water gehesen zijn, is er één, die
denkt rustig alleen te kunnen gaan
zeilen. Nu ja, we geven een tip aan
de resterende 4 vaders en de hele
troep zeilt stralend weg.
Wij blijven niet minder stralend
met een nog volle koffiepot achter en
mompelen zachtjes. „Gaat en verme
nigvuldigt U!" Maar dat horen de
mannen gelukkig niet.
Al heb ik geen duinpan, ik vind rust
in een verlaten boot ver van de
koffiepot en ik schrijf maar weer
eens voor de Schakel in a holiday
mood maar m'n ogen vallen heer
lijk toe, totdat
„Zeg, Wullemü! D'r is een paard in
de wieg!!" geannonceerd wordt. De
mannen zijn terug. Het zij zo.
EEN AANGETROUWDE
4