Uit de Kapltelnshut
zsmzm
iiii
Juli 1953
No. 11
;jg*2;jr
©it is de Schakel, die komt binden,
©e oude club aan d'oude vrinden.
Redacteur: J. H. Wijnand, Roerstraat 52 2. Amsterdam-Z. - Plaatsverv. Redacteur: W. G. Staats, Churchill-laan 25a
Administrateur: O.J. v.d. Heul, Gerrit v.d. Veenstraat 118, Adam - Bankiers: Ned. Handel Mij - Postgiro 308579 t.n. v. A.F.C.-Sckakel
TypografieDrukkerij Jok. Meijer Zoon, Kanaalstraat 132, Telefoon 80710, Amsterdam-W.
31e Jaargang
et nieuwe sei
zoen komt al
weer in zicht, de
training is weer be
gonnen, 't A.R.O.L.
-tournooi vraagt
nu al, om verschil
lende redenen, onze
belangstelling... en
nóg is het oude sei
zoen niet afgelo
pen, nog is het programma niet af
gewerkt.
In de vorige „Schakel" hebben wij
al over de scheiding der seizoenen
het een en ander opgemerkt; in vele
clubblad- en krantenartikelen werd
over hetzelfde onderwerp in dezelfde
zin geschreven. De tijd is, dunkt mij,
rijp om deze woorden door een daad
te laten volgen: spelers, die aan zo
mersporten doen, moeten na 15 Mei
niet meer voor een wintersport wor
den opgesteld. Wellicht kan in de ko
mende maanden contact worden op
genomen met andere verenigingen,
die zomersporten beoefenen, zodat
een gezamenlijke gedragslijn kan
worden uitgestippeld. En als er een
maal een begin is gemaakt, kunnen
we verdere stappen overwegen, op
dat niet alleen het gesloten seizoen
inderdaad gesloten wordt, maar ook
opdat de sluitingsdatum wat vroeger
gesteld kan worden. Het moet im
mers mogelijk zijn, dat we omstreeks
half Mei met voetballen klaar zijn!
Wat ons, A.F.C.-ers, deze maan
den nog bijzondere belangstelling in
boezemt, is... de stadsuitbreiding. Er
zijn nl. in het Gemeenteblad voorstel
len gepubliceerd tot het uitgeven van
gronden ten zuiden van de Stadion
kade voor scholen- en huizenbouw.
Als een enorme inktvis strekt de
stad haar tentakels uit naar de
groene gronden, in het oosten, in het
westen en nu ook in het zuiden. De
tijd zal niet ver meer zijn, dat wij
verjaagd worden van de Wandelweg,
dat wij ons kleine complex van de
drie vertrouwde veldgn zullen moeten
verlaten, ons gezellige clubhuis met
de legendarische trap moeten afbre
ken, ons monument, trefpunt op 4
Mei en getuige van zoveel stille ogen
blikken van inkeer en bezinning,
moeten overbrengen.
De ouderen onder ons zullen hierbij
onwillekeurig terugdenken aan het
afscheid, dat wij in 1920 moesten ne
men van onze velden in de Water
graafsmeer achter de boerderij „Goed
Genoeg" en zij zullen dezelfde wee
moed voelen, die ons toen vervulde en
die tot uiting kwam in de regels;
waar eenmaal wij triomfen
vierden
En de rood-zwarte vlaggen
zwierden,
Daar scheurt en snijdt de wrede
ploeg
Ons levend land van „Goed
„Genoeg".
Nog zijn we niet zo ver; nog zul
len onze velden enige jaren vrij blij
ven van de dorre gele zandlaag, die
onafwendbaar nader komt. Voor hoe
lang? Dht weten we niet en dat
weet nog niemand. Maar „gouverner,
c'est prévoir". Reeds hebben wij de
eerste maatregelen genomen om ons
een nieuw complex te verzekeren,
waarop wij in de toekomst ons tehuis
zullen vestigen, een tehuis, dat even
gezellig en even roemrijk zal worden
als ons home en ons castle aan de
Wandelweg!
Nu ik toch spreek over ons tehuis
aan de Wandelweg, kan ik meteen
een zeer belangrijk feit memoreren,
dat nu in de sleur der lopende ge
beurtenissen verloren is gegaan,
maar dat straks als een historisch
gebeuren van de eerste grootte hoog
zal uitsteken boven de wederwaar
digheden van A.F.C. Ik bedoel de
stichting van de A.F.C.-sociëteits-
vereniging en de officiële opening,
van onze Sociëteit op 11 Juli j.l. De
gezelligheid, die onze traditie, onze
roem en onze kracht is, vindt nu zijn
uitdrukking in onze Sociëteit, want
betekent „societas" niet „gemeen
schap"? En de C van A.F.C., onze
club, wordt nu nog zinvoller en
zwaarder van betekenis, nu ouderen
èn jongeren, in onze vriendenkring
opgenomen, in ons clubhuis de ver
trouwde sfeer en stemming vinden,
die alleen een „club" kan geven.
Hun, die hebben medegewerkt aan
het tot stand komen van de Sociëteit,
zijn wij grote dank verschuldigd. Voor
zover zij A.F.C.-ers zijn, is hun die
dank al gebracht in de intieme kring
van bestuurs- en algemene vergade
ring. Wij willen eindigen met zeer
bijzondere dank te brengen aan een
niet-A.F.C.-er, aan de Heer Baay,
voor het vele tijdrovende werk, dat
hij heeft verricht in het belang van
onze Sociëteit, dat is, in het belang
van heel A.F.C.
HOLTZAPPEL