Wlaarom het ging Zomer aan de w Wandelweg BequnstiQinQ van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakeL in stanö hhhhmBH Teneinde te voorkomen, dat er legende-vorming zou ont staan, teneinde halve of hele geruchten de kop in te drukken en ook onze vele leden, die buiten Am sterdam wonen op de hoogte te stel len, is het wenselijk, een objectief verslag te geven van de besprekingen die deze maanden in de boezem der vereniging zijn gevoerd. Eigenlijk moet men de zaak zo zien, dat de kern van de moeilijkheden in onze vereniging gevonden moest wor den in de strijdvraag over de be voegdheden der elftalcommissie. Dit is niets nieuws en niets bijzonders. In iedere club wordt daar over gehei- beld, als de resultaten maar matigjes zijn en in 1934 hebben wij er een levensgrote bestuurscrisis aan te „danken" gehad, die nu gelukkig voorkomen kon worden. Sommigen, waaronder op grond van een zeer serieuze opvatting van zijn taak Gerard Hauber, gaan van het standpunt uit, dat het Dagelijks Be stuur de leiding heeft in de vereni ging en per saldo tegenover alles en iedereen verantwoordelijkheid draagt, waaraan het het recht kan ontlenen om in te grijpen, als het de beslis singen van de elftalcommissie onjuist acht. Anderen stellen de autoriteit van de elftalcommissie hoger. Zij gaan uit van het standpunt, dat de E.C. auto noom is en stellen vast, dat niet Bet Bestuur, maar de algemene vergade ring de E.C. heeft benoemd. Alleen in zeer ernstige gevallen aanwijs baar plichtsverzuim bijv. door het niet bezoeken van vergaderingen of wedstrijden kan h.i. het Bestuur ingrijpen, doch zelfs dan moet onmid dellijk een Algemene Vergadering bijeengeroepen worden waarin het Bestuur aan de A.V. het gebeurde rapporteert en goedkeuring van zijn voorlopige maatregelen vraagt. Terwijl Gerard Hauber door zijn grote clubliefde, de tijd, die hij aan de vereniging gaf en zijn bijzondere toewijding, grote appreciatie in de vereniging genoot, was bij handha ving overigens van onderlinge vriend schap en waardering, de samenwer king tussen de Voorzitter en de Elf talcommissie niet goed. Degenen, die zich tegen de gang van zaken verzetten, hadden een argument, dat zo het niet voor 100% gefundeerd moge zijn altijd inslaat, zij kon den wijzen op het teleurstellende te ruglopen onzer prestaties. In 1947 was AFC I kampioen, AFC II reserve eerste klasser, AFC III re serve tweede klasser en AFC IV re serve tweede klasser. Daarmede wa ren wij met Ajax, ADO en Feyenoord over de gehele linie dan gere kend de sterkste club in Neder land. In 1951-1952 was AFC I in ernstig degradatiegevaar, AFC II een matige reserve tweede klasser en AFC III zowel als AFC IV reserve derde klasser. Dit is natuurlijk niet de „schuld" van Gerard Hauber, noch de „schuld" van de opvolgende com missies, maar de roep om sanering van de technische leiding werd steeds groter. In de vervolg-algemene vergadering werd het duidelijk, hoe de kaarten lagen. Gerard Hauber had in het Bulletin te kennen gegeven, geen herbenoeming te zullen aanvaarden. Het zal hem waarschijnlijk gegriefd hebben, dat zijn mededeling in de eerste vergadering, dat het Bestuur zich niet meer met de E.C. zou be moeien, niet die weerklank kreeg, die hij meende, dat zij verdiende. Zijn mededeling is wél geloofd, maar zij kwam vergaderingtechnisch ge zien te laat. Een vergadering is net als een vrouw; als zij eenmaal dwars tegen de draad in wordt, dan is er geen land mee te bezeilen. Maar in die tweede vergadering werd het toch duidelijk wat de leden eigen lijk wilden. Zii achtten kennelijk de combinatie der functies van voorzit ter der vereniging en voorzitter elf talcommissie onwenselijk en de over weldigende meerderheid, waarmede Jaap van Nek als voorzitter van de Elftalcommissie gekozen werd (74 op van Nek, 2 blanco) bewees overdui delijk, welke kant men uitwilde. Wij waren nu zover, dat er een tech nische leiding benoemd was, die ken nelijk het vertrouwen van practisch de gehele vereniging had, maar er waren nogal wat bedankjes van de zijde der bestuursleden. Om in beurs- termen te spreken wij zaten een technische leiding a la hausse en een Bestuur a la baisse. In die omstandigheden heeft zich, min of meer spontaan een groep le den gevormd, die aan een „kabinets formatie" begon te dokteren. Die groep heeft zichzelf moedwillig klein gehouden niet om wie dan ook „er buiten te houden" maar om de vol gende redenen. In de eerste plaats kan men nu een maal veel openhartiger zijn in een bijeenkomst van acht man. dan in een bijeenkomst van tachtig man. Wij zaten min of meer in tijdnood, door de vacanties was het toch al moeilijk elkaar te bereiken en een te grote groep zou eerder remmend dan versnellend gewerkt hebben. In de tweede plaats was ik dat klinkt misschien vreemd uit de mond van een journalist als de dood voor de pers. Het kan welhaast niet anders, (vervolg pag. 7) Rustig, hè, zo'n zomertje. Geen ge- voetbal, gezellig naar A.C.C., niemand praat meer over voetbal, niemand denkt aan A.F.C., werkelijk, dat doet je even goed. Pardon? O, die alge mene vergaderingen zegt U, nou ja, je wilt toch even weten of alles goed gaat, nietwaar? Je behoort blijk te geven van belangstelling voor het vele wel en het uiterst minimale wee van de oude club. Het grijpt me altijd weer aan zo'n Algemene, al die oude vrienden, die elkaar weer zien en elkander met bijkans vochtige ogen de hand schudden, ze grijpen elkaar aan van de nauwelijks te bedwingen ontroering. Tja, dat is traditie, hè. Maar tussen U en mij, toch zat 't Bestuur bij de rondvraag even lelijk in de benauwdheid, tjonge nog an toe, ik hield me hart vast, toen die doctor in de chemie opstond en 't woord nam. Je kon een speld horen vallen. Ik hou niet van die netelige kwesties, oef, als ik er nog aan denk ligt er weer een koude hand op m'n hartstreek. Wat zegt U Bent U niet op de Algemene geweest? O, eh, dan zal ik even vertellen wat er gebeurd is. De doctor in de chemie zei name lijk, dat hij tot z'n innige spijt de opmerking moest maken, niet accoord te kunnen gaan met de verstrekking van thfee in de rust aan voetbal spelers. Deze mededeling, die een ijzige stilte veroorzaakte, staafde (of stief?) de academicus met een keur van cijfers en formules, die duidelijk aantoonden, dat de thee op weg van tante Miep via de Witte naar de kleedkamers aan een scheikundige werking onderhevig was, die tenge volge had dat het vocht bij de voet ballers een afmattende invloed zou uitoefenen op de teenspieren. Nou, daar zat 't Bestuur hè, met negen mondjes vol geplombeerde tanden. Een geluk voor ons college, dat er een vertegenwoordiger in plant aardige vetten aanwezig was,'die on middellijk kon bewijzen, dat de teen spieren hun normale functie konden herkrijgen door het slikken van een theelepeltje Kolynos vermengd met Pepsodent. Stel je voor, dat die man er niet geweest was, dan had je een bestuurscrisis gekregen en had je Prof. L. J. M. Beel of Mr. Donker moeten bellen om de heibel aan te vegen. De man is zeer terecht staande de vergadering tot erelid benoemd. En die doctor in de chemie? Wel, dat spreekt, bestuurslid natuurlijk. Tja, 't cricketseizoen is weer voorbij, rustig hè, zo'n zomertje PROF. 3

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1952 | | pagina 3