Onze kleine taken
Overzicht Senioren
BequnstiqinQ van onze aöveRteeRöeRs, houöt öe schakel in stanö
5
Enkele bladzijden hiervoor heeft Jo
Wijnand in zijn Mixed Pickles de le
vensloop nagegaan van de oude clubs,
van die pioniers in de voetbalwereld,
aan wie zich de onverbiddelijke wet
ten van de evolutie op allerlei ge
bied voltrekken. En ons erelid Gala-
vazi stelt in zijn rubriek „Wat iedere
A.F.C.-er behoort te weten" het pro
bleem aan de orde van de dubbel
slachtigheid, die in iedere gezellige
voetbalclub uit den aard der zaak
aanwezig moet zijn.
Dit probleem geldt ook voor ons,
want ook ons A.F.C. is een oude ver
eniging, die aan zijn leden bepaalde
eisen stelt en waar de gezelligheid
een der belangrijkste verworven
heden is. Maar wij willen ook zo
graag als voetbalclub blijven mee
tellen, ondanks de harde verzakelij
king, die in onze sport gaat over
heersen. En het is een zware opgave,
om tussen al deze klippen door een
vaste koers te blijven sturen, waarbij
wij ons richtsnoer, de hoge opvatting
van de voetbalsport, niet uit het oog
verliezen, maar waarbij wij toch ook
rekening houden met de veranderde
omstandigheden.
In deze critieke tijd, waarin oude en
nieuwe opvattingen op elkander bot
sen en ons dreigen te vermorzelen,
kunnen wij ons alleen staande hou
den, als wij een éénheid vormen, die
het hoofd weet te bieden aan de drei
gingen.
Ons oude A.F.C. is als een oude vaas.
De storm der jaren heeft kleine barst
jes in het glazuur gemaakt en dit
craquelé verhoogt nog de waarde er
van voor de kenner. Maar de vaas
zelf is gaaf en zonder breuk. Zo
moeten wij ook de kleine onderlinge
verschillen zien en de persoonlijke ge-
voeligheidjes, die in een grote, oude
club onvermijdelijk voorkomen. Ze
blijven aan de oppervlakte en tasten
de kern niet aan. Maar wij moeten
er voor oppassen, dat deze barstjes,
die de waarde van de vaas alleen
maar verhogen, geen werkelijke
barsten schijnen. Wij moeten de beu
zelarijen van de kleine stootjes niet
voelen als kwetsende slagen, de klei
ne barstjes niet als breuken in de
oude kern.
Wij allen in A.F.C. hebben een taak,
voor de een wat meer omvattend dan
voor de ander, maar toch voor allen
een taak. De meest simpele taak is
voor die A.F.C.-ers, die 's Zondags
onze wedstrijden bijwonen en niet
veel meer doen; zij moeten hun club
steunen door aanmoedigingen en, zo
er critiek mocht zijn, door opbou
wende en welwillende critiek. De taak
van de spelers, jong en oud, is dat
zij door hun gedrag in en buiten het
veld de goede naam van A.F.C. hoog
houden op alle gebied, dat zij hun
oude club helpen handhaven in de
voetbalwereld en dat zij daarvoor
desnoods een persoonlijk offer bren
gen. De taak van de talloze functio
narissen, op welke plaats zij ook hun
werk verrichten, is dat zij het be
lang van hun club dienen met alle
kracht, maar ook met alle takt, die
in hen is, en dat zij enige waarde
ring hebben voor andermans werk,
ook al zijn zij het niet in alles met
hem eens en enige toegeeflijke wel
willendheid, als iemand eens tekort
schiet; want wie onzer kan zeggen,
dat hij zelf nooit faalde? En de
meest eenvoudige, maar de meest be
langrijke taak voor iedere A.F.C.-er
is wel, een wacht voor zijn mond te
zetten en niet allerlei dingen er uit
te flappen, die anderen zouden kun
nen kwetsen zonder enig nut te
stichten.
Het zijn kleine taken, die ons zo op
de schouders gelegd worden, maar
ondanks hun kleinheid belangrijk
voor het geheel. Deze kleine taken
zijn het, die tezamen het optreden
van A.F.C. uitmaken en die beslissen
over het al of niet zijn van onze oude
club.
In de zware jaren die komen gaan, is
vóór alles eendracht nodig, de een
dracht die macht maakt. Zo moge
elke A.F.C.-er zich bezinnen op de
woorden van Albert Verwey:
want elke mens weet, dat hij
voor kleine taken staat.
Klein zij de taak, maar sterk de wil
Die haar met vaste trouw volvoert.
Wie zo doet, heeft in zich zijn spil
Waaraan geen verdre chaos roert.
Als dan elkeen in eigen kring
Zo werkt, strekt dan uw handen uit
En reikt ze tot in grootre ring
De bond van broederschap zich sluit.
H.
A.V.B. 1951—1952
Met iedereen goede vrienden te blij
ven, is niet altijd eenvoudig. Met de
Redactie wil ik dat zeer zeker.
Toen mij dan ook het verzoek werd
gedaan, een overzicht met standen
te geven over de verrichtingen van
de A.V.B.-teams in het afgelopen
seizoen, moest ik mij, in verband met
de plaatsruimte slechts beperken tot
de head-lines".
Om bij de start van dit seizoen te
beginnen, moet het mij direct van
het hart, dat de Sub-Commissie B
nog niet de beschikking had over alle
spelers. Aan de verplichting in het
bezit te moeten zijn van een door
de A.V.B. uitgegeven identiteits
kaart, was door velen nog niet vol
daan.
Als ik de bulletins nog eens opsla,
dan is het toch wel erg droevig te
moeten vaststellen, dat er elk jaar
weer vele leden zijn, die de verzoe
ken van de E.C. en 2e Secretaris vol
komen negeren en blijven volharden
in hun passiviteit. Ik zal hier niet
herhalen, welke kenmerkende kwali
ficatie door Gerrit, de 2e Sik, des
tijds werd gegeven over al deze in-
gebreke-blijvers, doch ik was het vol
komen met hem eens.
De gevolgen konden dan ook niet uit
blijven en alle Senior-elftallen verlo
ren hun eerste wedstrijden. Ook het
Zaterdag-elftal deelde in de alge
mene malaise, n.l. 60 (overigens
begrijpelijk, stramme en onwillige
ledematen). Het competitie-rad
draaide reeds vijf weken, aleer er
sterkere teams in het veld konden
worden gebracht. Uit de daarna be
haalde reultaten bleek, dat er nog
veel winst was te boeken. Aan een
afd. kampioenschap viel echter al
niet meer te denken. Het 5e elftal
(reservoir voor de K.N.V.B.-elftal-
len) speelde enige opvallend goede
wedstrijden, o.a. tegen Z.S.G.O., Vole-
wijckers, R.K.A.V.I.C., J.H.K. en
K.B.V.
Meerdere spelers uit dit elftal kwa
men in de 2e helft van de competitie
in aanmerking voor het 3e en 4e
(m.i. te laat). Na serieuze training
komen enigen zeer zeker op een nog
hogere sport van de bekende ladder,
Het 6e en 7e elftal, beiden in de der
de klasse uitkomende, hebben met
wisselend succes gespeeld. Hoewel
het in de bedoeling lag het 6e elftal,
middels een kampioenschap, in de
tweede klasse te brengen, is dit niet
gelukt.
De oorzaak hiervan was, dat zowel
door overheveling naar het 5e, als
door de vele afschrijvingen, geen kern
in het elftal kon worden verkregen.
Bovendien was het plotseling vertrek
van het cabaret-Zegers hieraan niet
vreemd.
Het meest veranderlijke elftal (8e)
wist nog de meeste doelpunten te
scoren. Jammer, dat, geheel onnodig,
de laatste wedstrijd tegen B.P.C.
werd verloren met 21.
En nu het Zaterdagmiddag-elftal.
Tijdens het seizoen werden enige pro
minenten door ernstige verwondin
gen, geheel of gedeeltelijk uitgescha
keld. Lange tijd bleef men bovendien
sukkelen met het keeperprobleem.
De in ieder elftal bruikbare en vrij
wel ook voor elk A.F.C.-team uitge-
gekomen doelman „Giel de speaker"
stelde zich in de tweede helft van de
competitie weer eens ter beschik
king en was de redder in nood. Door
veel pech achtervolgd, bereikte men
toch nog een behoorlijke plaats op
de ranglijst.
Tenslotte nog iets over de door de
A.V.B. georganiseerde bekerwedstrij
den. De E.C. heeft zich weer eens
laten verleiden met twee elftallen
in te schrijven. Opnieuw is gebleken,
dat vele A.F.C.-ers in een vergevor
derd voetbalseizoen reeds andere
takken van sport zijn gaan beoefe
nen, zoals honkbal, cricket, roeien
en tennis. We békeren derhalve niet
meer!
VAN MANEN