Een opgeu/ekt doch zuk/er relaas Mascotje BequnstiQinQ van onze aöveRteeRöe-RS, houöt öe schakel in stanö VAN EEN EXTRA-BIJEENKOMST VAN OUDE VROEDMANNEN VAN A.F.C. Een convocatie spreekt van een „oude zweer". Van een noodzakelijke bij eenkomst en van „dingen van uiteen lopende aard". Het geheel lokt. Men komt langzaam bijeen. Er zijn er schoorvoetend. Er zijn er gedeci deerd. Er zijn huppelende, popelende en lispelende leden, die de trap van „Modern" beklimmen. De directie blijkt kosten, noch moeite te hebben gespaard onze vroede man nen op gedistingeerde wijze te ont vangen. Er is zelfs een garderobe juffrouw. De zaal riekt gewoon van nieuwig heid. Achterin staat een boksring op gesteld. Belangeloos door de elftal commissie afgestaan. Dr. Reeder is druk bezig enkele vaderen te keuren. Dr. Stallmann helpt een zwaar ge bouwd ere-lid op de weegschaal. Hij verrekt een spier; Dr. Stallmann. Het ere-lid vertrekt echter geen spier, doch blijkt 3 pond en 2 ons te zwaar. Een zwaardere klasse wordt ernstig overwogen. Alle uitgenodigden verschijnen in voorgeschreven kleding: zwarte toga, rode broek met zwarte band. En over het hoofd een puntzak van de Gruyter. Wijnand's toga is lelijk verschoten en de Vilder's rode broek zakt een wei nig af. Het staat hem goed. De zaal begint zich te vullen. Je zou het van zo een zaal niet verwachten. De goedkope rangen zijn uitverkocht; het Hof neemt plaats achter een met groen bedekte tafel. Vermoedelijk een afgedankt biljartlaken. Gezien de vele gaatjes. Om half negen ruisen ritsen obers de zaal uit. Het is muisstil als de voor zitter een kleun met een hamer geeft, waar de glazen op de tafel van rin kelen. Het is muisstil. De voorzitter lacht satanisch door zijn puntzak. Duidelijk zie je zijn valse tanden, terwijl hij met verdrietige stem de vroedschap tracht te intimideren, op hem en al léén op hem te stemmen. Slechts een krampachtig onderdrukte snik van Wim van Teunenbroek stoort deze hoogst spectaculaire ver kiezingsrede. Holtzappel moedigt daarna de menig te aan te spreken. Zelf wil hij ook voor géén bedrag uit het Bestuur. Wijnand spreekt dan het eerst. Het is een aangrijpend verhaal uit zéér, zéér oude tijden. Hij spreekt net zo overtuigd als een goed opgezette ad vertentie. Om tien voor negen begint Nico Scheepens te snotteren. Hij leent een zakdoek van Henk Kappelhoff. Wijnand maakt van de gelegenheid gebruik enige propaganda voor „de Telegraaf" te maken. Hij roemt het teamwork van dit blad. De aanhangers van „het Parool" en „de Volkskrant" zitten popelend op hun beurt te wachten. Wijnand boekt drie nieuwe abonné's waarna Dr. van Driel reglementswijzi gingen voorstelt. Wij zijn gek op wij zigingen. Wat zouden wij betekenen zonder wijzigingen Het wordt langzaamaan duidelijk dat er in A.F.C. niets aan de hand is. Nou ja, een scheefgetrokken lijn; een stijl, die loshangt en wat peuters die zo vermetel zijn, in de rust op het hoofdveld te dartelen. Hier zal een extra-commissie voor komen. Een dartel-commissie. Even over tienen klopt Jacques van Ooy zijn pijp uit op het hoofd van Gep Fluitist Buren. Niemand wordt kwaad. Er heerst een Kerststemming in de zaal. Om half elf is het half-time. Het Be stuur loopt half-glunderend rond. Wij besteden ijlings onze consumptie-bon netjes. Even na de rust verlaat Arie Mets het speelveld. Hij is moe, maar blijk baar verheugd geen Voorzitter meer te zijn. Er wordt geen invaller toege staan. Net als bij Holland-België... Bij het verdere verhoor toont de P.v.d.A. over moedige sprekers te be schikken. Zij wordt gesteund door de Katholieke fractie. En juist als wij een huurverhoging, een extra (loon)rondje of een nieuwe belasting verwachten te zullen horen, Stneekt Galavazi het Bestuur zijn taak verwoed voort te zetten. Ieder een is tevreden. Zelfs Jan Walther. Het Bestuur belooft dat, welk voor nemen met handgeklap wordt aange moedigd. De stemming is voortreffelijk En onder het zingen van: „O, o, o, o, wat een club is dat!" sluit deze op windende en zeldzame bijeenkomst. Het gepeupel gaat strompelend uit een en vindt elkaar, via het voor dit doel feestelijk geïllumineerde Leidse- plein, weer terug in de grot van Cambrinus, waar het voortreffelijke biertje van Karei Stutterheim alle eventuele „dingen van uiteenlopende aard" doet wegspoelen. Zó zelfs dat Jaap van Nek zijn „Tootje" vergeet en een andere, ook aanzienlijke A.F.C.-dame met een dreiging tot echtscheiding begint te wapperen. Het is tenslotte 4 uur geworden, wat gezien de uitstekende stemming en de fantastische café-filtre in een ze kere club, nu eenmaal niet anders kon. Maar tussen haakjes... wat een ge donder in dat A.F.C. Tjonge, jonge, jonge. En wij, vroede vaderen maar weer vlassen op nieuwe uiteenlopende din gen. En gelachen dat wij hebben... Jhr. van ROSSEM DE GAULIN Tussen het speelgoed van de jongens steken een paar zwartwollen beentjes naar voren, met miniatuur voetbal kicks. Voorzichtig schud ik de aanhangen de auto'tjes er af en kijk peinzend naar een klein zwart voetballertje, het mascotje, dat ik 23 jaar geleden voor die blonde A.F.C.-er gewrocht had. Het nikkertje is in een onmo gelijke houding gedeukt en kijkt mij verwijtend aan; z'n A.F.C. plunje hangt in flarden om z'n body. „Hu! Wat zijn jullie voor ingebeelde, aftandse wezens?" bromt hij vinnig. „Me zó aan m'n lot over te laten! Vroeger werd ik eerbiedig vertroeteld en netjes in de goal opgehangen, ik ben nog gefotografeerd op het hoofd van de voorzitter... Maar nu? Hu, als het een beetje regent, géat Pa niet eens meer voetballen. En heb jijzelf je man nog wel eens van trai nen afgehaald, helemaal lópen, naar de Wandelweg? Nee, als ze niet met de wagen voorgereden kunnen wor den, blijven de dames liever thuis, of gaan teaen in de stad! ba! En als het kan, blijft Pa liever met de elec- trische trein van z'n zoontjes spelen inplaats van met wilde kreten de A.F.C.-ers aan te vuren..." „Je wilt toch niet van de veteranen., verlangen, dat ze nog rondjes gaan lopen en trainen? Ha, ha, na elke twee minuten zouden ze weer bijge bracht moeten worden met een sého- ne klare, en bovendien moeten ze een zekere ronding bewaren, anders zijn ze niet van de jonge spelers te onder scheiden. En wat het afhalen van de mannen betreft, ik vind je erg naief! Moet je maar eens op de gezichten van onze vroegere A.F.C.-helden let- len, als een vrouw het waagt, haar man af te halen!" „Hm, ja, ik heb 20 jaar opgeborgen gezeten, ik zal aan de moderne sfeer moeten wennen. Maar Caramba Cu- bana laat me niet langer in m'n hem- pie staan, kleed me gauw aan, want ik geneer me dood!" Ach ja, en dan ga ik m'n ouwe il lusies toch nog eens opkalefateren. Ik brei een keurig A.F.C.-shirt en voetbalsokjes, poets het mannetje verder op en stuur hem, thans met een onvervalste kruik, inplaats van een kartonnen, op Sinterklaasdag naar het vroegere A.F.C.-jongetje. Dat vroegere A.F.C.-jongetje zendt een blijde blik van herkenning naar... de kruik, schudt dan z'n grijze hoofd over het Mascotje en bromt: „Nou, ik kan hem wel in de wagen op hangen!" Toch, A.F.C., still going strong... EEN AANGETROUWDE.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1951 | | pagina 5