Blookertijd Wat ieder A.F.C.-er behoort te u/eten Begunstiging van onze aöveRteeRÖeRS, houöt öe schakel in stanö Theorie Wat kun je tegenwoordig vreemde dingen beleven! Jarenlang zit je voor de K.N.V.B. in Comm. v. Onderzoek en maakt, als het pas geeft, van de gelegenheid gebruik om spelers en officials van gedaagde clubs erop te wijzen, dat men onder alle omstan digheden de scheidsrechter als hoog ste autoriteit en vertegenwoordiger van de Bond de nodige eerbied en respect moet betonen. Zelfs al maakt die scheidsrechter fouten dan moet men er zich in en buiten het veld zonder meer bij neerleggen. De spe lers maken immers zelf nog meer fouten! Het is duidelijk dat als onze sport aan haar doel wil beantwoor den, de handhaving der discipline een der voornaamste voorwaarden is. Nu weet ik wel, dat een deel der massa's die wekelijks onze velden a raison van hun kostbare pegeltjes omzomen, er geen been in zien zijn ontevredenheid over een arbitrale be slissing (tenminste in het nadeel der eigen partij) niet onder stoe len of banken te steken, maai dat is tenminste uit gebrek aan beschaving en gemis aan inzicht in verhoudingen te verklaren. ...en Practijk... Doch wat te zeggen van die radio reporter die n.b. in de uitzending van de officiële landen-wedstrijd Holland- België lijnrecht tegen die richtlijnen van de K.N.V.B. inging, de scheids rechter geen critiek spaarde, hem zelfs belachelijk maakte en boven dien van een grensrechter die bij zo'n gelegenheid met een scheids rechter gelijk te stellen is durfde te zeggen: „Gooi die vent eruit!" Hoe bestaat het! Walk een voorlich ting! Als het niet zo in-droevig was, zou je haast om die waanzinnige te genstelling lachen: Honderden doen in hogere en lagere functies jaar-in- jaar-uit hun best hen die tegen de sportiviteit zondigen van de dwa lingen huns weegs te overtuigen, ter wijl zo'n kwajongen in luttele mi nuten honderdduizenden officieel in het kwade voor gaat. O, tempora! o, mores. De tijden en ze den veranderen en waarom zouden ook de opvattingen omtrent hoffe lijkheid en sportiviteit in ons voet balwereldje zich niet wijzigen? Misschien is deze reportage daarvan ook een uiting en ligt het alleen aan mijn ouderwetse opvattingen, dat ik het allerminst een verbetering vind. Men weet dat ik te dezer plaatse zelden openlijk ben. Wanneer ik het thans wel ben, dan is dit alleen om de funeste werking dezer reportage op onze jongere en oudere spelers op te vangen. Geloof me, jongelui, houdt je liever aan die ouderwetse sportiviteit, dat is nobeler en je hebt er zelf meer voldoening van! Hoe gevaarlijk blijft toch de Radio indien dit machtige instrument door onbekwame handen bespeeld wordt. Naar mijn smaak waren de eerste reportages van interland-wedstrijden soelaas voor hen, die geen kaartje konden bemachtigen of betalen. Vak kundig en levendig voorgedragen, bleken zij een goede propaganda te zijn. Denk maar eens aan Han Hol lander en de periode van de Italiaan se wereldkampioenschappen. Repor tages als de thans gewraakte maken er een bonte familie-voetbalmiddag van, waarin aan primitieve gevoe lens wordt geappelleerd. Vooi de werkelijke liefhebbers die een goed voorgedragen vakkundig verslag ver langen, zijn zij een voortdurende ergernis. Maar ja... die liefhebbers vormen slechts een minderheid en de naieve meerderheid vindt het prachtig. Echt „lollig". Wat een „mop", die scheidsrechter Hortsik! Gieren, lachen, brullen! Ik vraag mij af of het Bestuur van de K.N.V.B., dat toch toestemming- voor de uitzending moet geven, het recht heeft aan deze verwording paal en perk te stellen. Hoffelijkheid. Sta mij toe- het nog eens over hoffe lijkheid te hebben en wederom per soonlijk te wezen. De aanvoerder der Belgen overhandigde vóór de wed strijd een herinneringsvaantje aan zijn Hollandse collega. Hoe pijnlijk was het, dat onze vertegenwoordiger niet de beleefdheid kon opbrengen om dit cadeautje van de gasten langs de lijn af te geven, doch ermee vol stond het aan een der officials toe te smijten en wel van zo'n afstand, dat het op het natte- veld terecht kwam. Wat een stijl! Laat ik het over 's mans speelwijze maar niet hebben. Ik geloof dat me nige C. v. O. daarin aanleiding zou vinden de K.N.V.B. te verzoeken hem een briefje te sturen, waarin op ma tiging wordt aangedrongen. Stel je voor dat we straks allemaal televisie hebben en onze voetballende jeugd deze gedragingen als een soort handleiding voor captains onder de ogen krijgt. Invallers-wee. Wat hebben verder de invallers-be- palingen bij deze wedstrijd een stof doen opwaaien. Nu was de reden voor het uitvallen van Schijvenaar ook wel een zeer droevige. Men ver wees naar het zoveel sportievere cricket en hockey. Die vergelijking lijkt me echter niet redelijk. Het klinkt wel heel aardig, maar men moet nuchter blijven. Immers voet bal wordt met het hele lichaam, in zonderheid met de beide voeten ge speeld en niet met een stuk hout, zoals die andere sporten. Het licha melijk contact is dus eenvoudig niet te vermijden, ja speelt er zelfs een aanmerkelijke rol bij, hetgeen bij de andere niet het geval is. De phy- sieke geschiktheid en gesteldheid van de spelers is bij voetbal oneindig veel belangrijker, want de kans op blessures is veel groter en gebrek aan voldoende reserves verleidt me nige club ertoe spelers op te stellen die niet of nauwelijks van een bles sure hersteld zijn. Welnu, stel je- eens voor dat een elftal met enkele half-herstelde of uiterst kwetsbare spelers in het veld komt. Moet dan de tegenpartij welke de grootste zorg aan de- lichamelijke gesteldheid ha-rer spelers heeft besteed, zo maar een mannetje laten uitvallen als dat oud zeer zich bij de tegenpartij open baart? Speelt menig speler trouwens niet gevaarlijker voor zichzelf en de tegenpartij, clan het gros der andere b.v. door herhaalde slidings etc Zou den die nieuwe bepalingen niet juist gemaakt zijn om de clubs van hun grote verantwoordelijkheid bewust te doen worden? Weet U wel hoe zorgvuldig men in Engeland, waar men geen invallers kent, gekwetste spelers test alvorens ze weer in het veld te sturen? Natuurlijk is dat alles niet voor een beenbreuk bedoeld. Maar wetten en regels worden nu eenmaal nooit voor bona-fide gevallen gemaakt, doch wel voor de knoeiers. Ieder spel, en in het bijzonder voetbal, brengt nu eenmaal risico's mee; je kunt pech hebben. It's all in the game. Ten slotte moge ik als illustratie van mijn stelling, dat men cricket niet met voetbal kan vergelijken, op merken dat cricketers in het voet balveld ook niet bepaald altijd toon beelden van correctheid zijn. Blijk baar speelt de aard van het spel ook wel degelijk een rol in de mate waar in je je kunt beheersen, zodat ook daarom de vergelijking mank gaat. Tot slot, A.F.C. Wat zal ik dan nog van ons eerste vertellen? De uitslag Z.FC.-A.F.C. 2-0 lijkt nog niet zo slecht, maar geeft eerlijk gezegd de krachts verhouding wel heel sobertjes weer. Het leek af en toe wel kat en muis. Briedé was bovendien voortreffelijk. Volgende keer beter, jongens! I. H. GALAVAZI 3

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1951 | | pagina 3