U/at ieder A.F.C.-er behoort te u/eten Combat de générosité BequnstiQinq van onze aöveRteeRÓeus, houöt öe schakel in stanö Wat was dat een opluchting toen door onze goede overwinning op H.R. C. ge paard met de nederlaag van Water graafsmeer ons puntenaantal voor de beide laagst geplaatste elftallen, Wa tergraafsmeer en Hercules, onbereik baar was geworden. We waren weer eens op het randje aan de dreigende degradatie ontsnapt, een degradatie, welke door het ontbreken van degra datie-wedstrijden, ons nog nooit zo nabij is geweest. Laat mij eerst onze eerste-elftallers gelukwensen met het feit dat ze op het nippertje nog voor de nodige punten hebben gezorgd. Eerlijk gezegd ik heb mij nog nooit zo ongerust gemaakt, ofschoon ik toch heus in mijn loopbaan als be stuurslid wel eens meer met dit ge vaar geconfronteerd ben geweest. Maar nooit leek het mft dichterbij. Niet omdat naar mijn mening de ca paciteiten ontbraken. Integendeel, men weet dat ik uitentreure heb her haald, dat m.i. onze spelers voldoende kwaliteiten bezaten om een goede zo al niet de allerhoogste plaats in te nemen. Trouwens, denk maar eens aan de goede wedstrijd thuis tegen Elinkwijk. Maar ik had er geen ver trouwen in. Er werden soms tegen uiterst zwakke tegenpartijen zulke slechte, futloze wedstrijden gespeeld, dat men op de grootste teleurstellin gen voorbereid moest wezen. Dikwijls heb ik mij afgevraagd, waar zit dit toch in Een grote, ogenschijn lijk sterke vereniging, een hele serie elftallen incluis de talrijke juniores-, adspiranten- en welpen-elftallen, en toch een voor ieder waarneembaar langzaam maar zeker afzakken over de gehele lijn. 2e, 3e en 4e elftal zijn de laatste jaren gedegradeerd en als er van het jaar geen elftal was ge weest, dat er nog veel minder dan het 2e van terecht bracht, dan ware we derom degradatie gevolgd. Blijkbaar geen schijn van kans om het verloren terrein te herwinnen. Wat is er over gebleven van de tijd, dat ons le ge regeld een woordje meesprak bij de bezetting van de eerste plaats, ons 2e reserve eerste klas, en 3e en 4e reserve tweede klasse waren, een prestatie, waarop slechts weinige le klasse clubs in den landen konden bogen Hoeveel jaren lang horen we, dat we zulk uitstekend adspiranten- en juni- ores-materiaal hebben, doch waar blij ven de sterke reserve-elftallen, welke daarvan het logische gevolg zouden moeten zijn? Men zal het toch wel met mij eens zijn, dat zonder sterke reserves de toekomst voor ons 1ste elftal er ook weinig rooskleurig uit ziet. Realiteit. Misschien zal menige lezer mij ver wijten, dat op het moment, dat ik feitelijk een lofzang zou moeten hou den op het behouden tweede-klasse schap, ik dergelijke sombere geluiden doe horen. De vrees dat de gedachte: „Dat hebben we toch maar weer fijn gelapt!" de ogen voor de werkelijke toestand zou doen sluiten, doet mij deze waarschuwing op papier zetten. Reeds nu zal de leiding onzer ver eniging zich ernstig moeten beraden, wat er moet worden gedaan om de dalende lijn weer in een opgaande om te buigen. Natuurlijk ben ik het met onze vriend Jo Wijnand hele maal niet eens, dat een eventuele de gradatie geen onoverkomelijke ramp zou zijn. Het afzakken naar het leger der namelozen zou voor onze vereni ging, welke meer dan vijftig jaren heel anders is ingesteld geweest, een voudig een onverkomelijke ramp zijn. Financieel zouden wij het met onze kostbare installatie absoluut niet kun nen bolwerken en ik vrees dat we het aantal leden ook rapide zouden zien inkrimpen. Geloof me, niets is funes ter, dan indien we ons met de idee vertrouwd zouden maken dat we zelfs als 3e klasser toch nog A.F.C. zouden blijven, tenminste A.F.C. zoals het zich zo vele, vele jaren in de Neder landse voetbalwereld heeft gepresen teerd! Juist het besef van die ramp moet een stimulans zijn om er extra de schouders onder te zetten. Trouwens ook het vermoeden van Jo, dat de angst voor de onderste plaats deprimerend op ons le elftal heeft gewerkt, lijkt mij er volkomen naast. Integendeel, ik geloof, dat de meesten in hun hart nog veel te lang hebben gedroomd van een zéér hoge plaats, totdat we plotseling met de werke lijkheid werden geconfronteerd. Ik meen dat ik bijtijds voor onaange name verassingen heb gewaarschuwd. Waardoor deze onbevredigende gang van zaken verklaard moet worden, eerlijk gezegd, ik weet het niet. Laat de samenwerking tussen bestuur en commissies of van de commissies onderling te wensen over? Ik kan het niet beoordelen. Laten zij die geroe pen zijn aan onze vereniging leiding te geven, de koppen bij elkaar steken, de gehele constellatie aan een ern stig en eerlijk onderzoek onderwerpen en op basis der eventueel gebleken misstanden maatregelen treffen. Experimenten. De elftallen zijn nu uitgespeeld of nagenoeg uitgespeeld. De lente zal, naar wij mogen verwachten, toch ein delijk wel eens haar intocht doen. Moge die mooie tijd dan naar moge lijkheid benut worden voor de zo noodzakelijke proefnemingen, mits in serieus opgevatte oefenwedstrijden genomen. Met deze laatste opmerking bedoel ik, dat niet een genoeglijk dag je met een bevriende tegenstander, maar een ernstige oefenwedstrijd voor le of 2de elftal moet het doel wezen. Heeft het U overigens niet getroffen, dat we met Hercules en W'meer te zamen de meeste wedstrijden hebben verloren, n.l. 11, 10 en 10. We won nen er 6, n.l. van Z.F.C., Westfrisia, H.R.C. die boven ons staan en van Zeeburgia, W'meer en Hercules, die onder ons eindigden. Je zou zo zeg gen, hollen of stilstaan en blijkbaar een bevestiging van het feit, dat we wel beter konden, doch het niet altijd deden. Volendam en Elinkwijk zijn ver op de overige elftallen uitgelopen. Volen dam staat er het beste voor met de mooie doelcijfers 50-15, hetgeen wel op grote sterkte wijst. Elinkwijk doet er niet veel voor onder, doch de laat ste wedstrijd zal de beslissing wel brengen. Het deed mij van harte genoegen, dat Blauw-Wit er wederom in slaagde het afdelingskampioenschap te beha len. Ik heb menige goede wedstrijd van de Stadion-mensen gezien en met een van Raalte in het doel, vormen ze zeker de sterkste combinatie. In dien nu D.W.S. er nog in slaagt de begeerde titel te bemachtigen, dan is de zaak in Amsterdam weer com pleet en kan het hoofdstedelijk voet bal met voldoening en trots op zijn vertegenwoordigers terugzien. Ook van deze plaats aan Blauw-W'it onze hartelijke gelukwensen. En veel succes in de kampoenswedstrijden! I. H. GALAVAZI Tien spelers van het zesde elftal ver zochten het volgende te willen publi ceren Spilletje, alias George Zeegers, ver dient hier zeker een woord van hulde voor de uiterst prettige wijze, waarop hij het zesde elftal (schertsend „ca baret Zeegers" genoemd) dit seizoen heeft geleid. Daar George tevens te bescheiden is gebleken om zijn eigen heldendaden aan de publicatie prijs te geven, zij hier nog vermeld, dat hij de maker was van het derde doelpunt tegen Watergraafsm., benevens het tiende tegen Oranje-Zwart, terwijl zijn naam met ontzag wordt uitgesproken door iedere aanvalsleider uit de A.V.B. Onze dank George voor jouw prach tige captaincy in deze succesvolle competitie. 't ZESDE 6

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1951 | | pagina 6