Neef Hendrik ziet er niets in
Zandag 18 J/laatt a.ó., 2.3C uut
FREUD, VOETBALLERS, GLORIE EN HYENA'S
geboren
Alle hens aan dek!
fïlei %,'n. ailtn, tiaai 9)<e-ri Hetde/i,
oft. w-e. u-ailen- in de- OcetdeA.!
Beman de bussen, de auto's en de treinen.
Moedigt onze spelers aan, ze vechten
voor onze kleuren.
BequnstiQinQ van onze aöveRteeRöeRS, houöt öe schakel in stanö
Saws*?
(van onze stomtoevalllge verslaggever)
Neef Hendrik las in de krant dat het
beroep van voetballer in Italië niet
dat blijkt te zijn, wat eerzuchtige
junioren er van dromen. Moet je ho
ren, zei hij aggresief:
„We hebben de Nederlandse voetbal
ler Wilkes bijna zien lynchen. Zes
rode jeeps van de Italiaanse politie
met gummiknuppels en revolvers..."
„Nou!" besloot hij na afloop.
Wij knikten wijs.
„Ja..." zeiden wij zuchtend.
„Moet je nog eens horen, ging neef
Hendrik op verheugde toon verder:
„Arbiter diende k.o. toe."
„O!" zeiden wij.
„Dat is nou sport!"
„Neef Hendrik. Wij moeten je helaas
gelijk geven. Sport is een bloeddor
stige bezigheid, die maar zelden om
de sport zelf, maar veel meer om
andere redenen wordt uitgoefend. Of
men voetbalt om een meisje te impo
neren, om zijn buikje of zijn minder
waardigheidscomplex weg te werken,
om een dag zijn huis, zijn gade en zijn
kinderen te ontvluchten, om na af
loop een reden te hebben om een
overwinning te vieren, óf een neder
laag in waterig vocht te vergeten.
Neef Hendrik je hebt gelijk. Freud
was een groot man en een voetballer
reageert zijn oerverlangen naar de
glorie van de arena en het duizend
voudig gehuil der hyena's af door een
balletje achterna te lopen."
„Neem mij nou niet in de maling",
onderbrak neef Hendrik ongerust.
Wij schudden ons hoofd.
„Zgn wij als degenen, die het eigen
ongelijk omzetten in hoon voor de
wijze Ik weet nog, neef Hendrik, dat
toen wij in de troepen onze tijd in
ledigheid verdeden, wij gaarne een
pittige voetbalwedstrijd gingen aan
schouwen. Wij herinneren ons er een
van het meest bloedige en onbe
schaafde soort. De ene ploeg was
samengesteld uit wat men noemt hos
pikken mensen met humaan gevoel,
die het verlangen naar de zachte
handen van een verpleegster deden
vergeten. En daar was wat voor no
dig... De andere partij was samen
gesteld uit de toffe jongens van Am-
bon, trouw aan de regels van het spel
zoals zij in alles trouw waren en een
Hollander, een sergeant-majoor, die
hun vader en idool was. De inzet van
de wedstrijd was een beker.
Wel neef Hendrik, het was hartver
scheurend voor de zachtmoedige. Do
den vielen er niet, maar dat was dan
ook de enige restrictie."
Wij bleven enige tijd in mijmering.
„Er zal wel weer geraust zijn, dat de
stukken er af vlogen", meende neef
somber.
„Je hebt alweer gelijk, neef Hendrik.
Het leken wel menseneters. Iemand
schopte naar een bal, terwijl een
keeper er naar dook. Keeper pigi. Zo
ging het maar voort. Er werd een
heupzwaai toegepast en een back
maakte achteloos een recordprestatie
bij een hindernisren door de kam
pong, toen hij door bloeddorstige sup
porters werd achtervolgd. De scheids
rechter zocht na afloop van de wed
strijd heil in een pantserwagen en
dit alles om een beker nog wel van
imitatie-zilver."
„Zie je wel", zei neef Hendrik triom
fantelijk. „Dat is nou sport. Moord en
doodslag komt er van. Mij niet gezien
bij die gekkigheid."
„Je hebt weer gelijk, neef. Het was
moord en doodslag en het was gek
kigheid. Maar wij hebben nog nooit
zo gelachen als in die wedstrijd. Mis
schien is dat toch ook wat waard..."
Met grote vreugde geven wij U kennis
van onze zoon en broertje
Anthonie Jan Henri
D. Disselkoen
J. E. Disselkoen-Jansen
Ellen
Amsterdam, 9 Maart 1951.
Cliché A.F.C.-Zeeburgia.
Door een misverstand werd de bron
vermelding onder het cliché van A.
F.C.-Zeeburgia, gepubliceerd in de Fe-
bruari-Schakel weggelaten. Het cliché
was afkomstig van het Dagblad „Het
Vrije Volk", dat wij, zij het ook te
laat, danken voor de welwillendheid.
Pomp.
De heer Jb. van Nek maakte het de
fietsers gemakkelijk, door Willem een
fietspomp ten geschenk te geven.
Hartelijk dank!
Illlllllllllllllllllll
H.R.C - A.F.C