U/at ieder A.F.C.-er behoort te u/et en
Verkeerd geloot
Bequnstiqinq van onze aöveRteeRöeRS, liouöt 6e schakel, in stanö
heel veel moeilijker tijden gekend,
d.w.z. zich moeten handhaven met
elftallen welke uit spelers met be
langrijk minder capaciteiten beston
den. Maar zij deden hun uiterste best
en wisten zich te handhaven tot de
omstandigheden weer gunstiger wer
den. Spiegelt je daaraan, draagt fier
je rood-zwarte A.F.C.-kleuren en
zorgt dat je jezelf nooit behoeft te
verwijten te slap en egoistisch te zijn
geweest! Dat is de hartgrondige
wens van
I. H. GALAVAZI
Inderdaad, de stormvlag is gehesen,
maar naast de zwarte vlag hesen de
spelers van het eerste op 29 October
de vlag van A.F.C. Fier en sterk!
(Red.)
De sensationele wedstrijd tegen Zwit
serland heeft weer heel wat pennen
in zake de verhouding amateurisme-
professionalisme in beweging ge
bracht. Weliswaar is het resultaat
blijkbaar nog al meegevallen, waar
bij waarschijnlijk het vijftal doelpun
ten als de grootste meevaller moet
worden beschouwd, maar het spelpeil
moet allerminst bevredigend zijn ge
weest. Als men de verslagen mag ge
loven, dan heeft alleen de fenomenaal
keepende Kraak de score tot zeven
treffers beperkt weten te houden. In
een artikel onder de titel „Trieste
conclusie" vraagt dan ook Elsevier's
sportcommentator Looman zich af,
of het enige zin heeft onze amateur
voetballers jaar in jaar uit met pro
fessional of seini-professional elftal
len in contact te brengen, waartegen
succes op zijn zachtst gezegd dubieus
is. Hij besluit dan dat het zaak zal
zijn in de toekomst naar andere te
genstanders uit te kijken, n.l. Engel
se amateurs, Denemarken, IJsland,
Noorwegen, Finland, welke keuze
reeds klein is en allengs kleiner zal
worden
Matchwinners verdwenen
Nu heb ik te dezer plaatse wel eens
meer betoogd, herhaaldelijk zelfs, dat
de in het algemeen bevredigende re
sultaten welke onze nationale ploeg
na de oorlog, vooral tegen onze Zui
derburen, wist te behalen, in de eer
ste plaats aan onze eminente kee
pers en vervolgens aan enkele ge
boren voetballers, matchwinners, te
danken waren. Welnu, enkele dezer
matchwinners zijn verdwenen en het
is nu maar de vraag, zitten er onder
die 300.000 Nederlandse voetballers
nog enkele van dat kaliber? Maar
dat niet alleen, hebben of krijgen zij
ook de kans om naar voren te ko
men? Laat mij erop antwoorden,8 dat
ik ervan overtuigd ben dat er heus
nog wel dergelijke natuurtalenten
geboren worden.
Maar ik vrees dat zij veelal in een
daartoe ongeschikte omgeving of on
der onbekwame leiding in de alge
mene vervlakking zullen ten onder
gaan en bovendien werken de over
schrijvingsbepalingen remmend op
de ontwikkeling, resp. op de over
gang naar een betere omgeving.
Hoeveel prachtige voetballertjes, mo
gelijke internationals, zouden er al in
de massa der middelmatigheden ver
dwenen zijn? Zou er wel één clubbe
stuurder wezen, die nadat hij zo'n
natuurtalent onder zijn jeugd ont
dekt heeft en zelf niet over een vol
doende technische apparatuur be
schikt, uit liefde voor de voetbalsport
in het algemeen en voor dit veelbe
lovende voetballertje in het bijzon
der, hem de raad geeft naar een gro
te club te gaan, waar hij wel de ge
legenheid heeft volledig tot ontploo-
ing te komen? Immers neen, want
lijj zal hopen zijn club (en misschien
zich zelf) aan zo'n uitzonderiyke
kracht omhoog te trekken.
Ook is het mij sinds lang duidelijk
geworden, dat indien wij ons op in
ternationaal niveau als gewaardeerd
tegenstander willen handhaven, - en
het „zuivere" amateurisme niet over
boord willen gooien - een hoofdklas
se van, laat ons zeggen, 15 der aller
beste en sterkste elftallen de logi
sche basis voor een volwaardige in
ternationale vertegenwoordiging
moet zijn.
Wanneer' het inderdaad in de richting
van Looman's sombere conclusie zou
aan, dan zou het er met de publie-
e belangstelling wel eens anders
gaan uitzien. Dacht U dat er dan
nog zo'n vraag naar interland-plaat
sen zou blijven, resp. dat de inkom
sten van de K.N.V.B. nog zo rijkelijk
zouden vloeien? En dan de onvermij
delijke terugslag op de publieke be
langstelling in het algemeen! Onze
amateursport wordt in de hogere re
gionen hoofdzakelijk uit de centjes
van Jan Publiek gefinancierd, in-
plaats van door de amateurs zelf be
taald te worden. Iedere sport wordt
overigens door de fenomenen gedra
gen; de belangstelling en daarmee
samenhangend de beoefening gaan
ermee op en neer. Men moge zich dit
alles goed realiseren!
Maar genoeg hiervan. Voorlopig zal
men, liefst onder allerhand schone
leuzen, wel op dezelfde wijze voort
gaan. Laten we liever onze A.F.C.
nog even onder de loupe nemen. Het
beeld dat zich dan vertoont, geeft
allerminst reden tot optimisme. Nu
mag men zeggen, het seizoen is nog
jong en we hebben al eens meer met
dat bijltje gehakt.
De stormvlag moet echter gehesen,
want de A.F.C. is in gevaar! Het
moet ieder lid en de spelers in de
eerste plaats goed duidelijk zijn, dat
in de komende weken een reeks van
sterke tegenstanders aan de beurt
komen.
Enthousiasme
De spelers van het eerste zou ik wil
len toeroepen: Speelt voor wat je
waard bent. Geloof me, de capacitei
ten zijn er voldoende. Geeft je geheel,
treuzelt niet te lang met de bal,
maar speelt deze zo snel mogelijk af,
want de bal is altijd sneller dan de
speler, en weest voortdurend actief,
zoekt de vrije ruimte en moppert niet
als de bal er niet komt. Moedigt el
kander aan, inplaats van onaange
naamheden te debiteren. Laat het
uitsluitend aan de captain over aan
wijzingen te geven. Heus, jullie bent
in staat de sterkste tegenstander te
slaan, als ieder maar speelt voor wat
hij waard is en zorgt volkomen fit in
het veld te komen. A.F.C. heeft nog
Na lange tijd weer een Zondag
vrij voor A.F.C.; we, mogen in Pa
z'n auto'tje mee naar Hilversum,
naar het tweede. Venema gaat
meevals ondergeschoven kind van
Teun van Veen. Als we starten
gaat dat met zachte, discrete
schokjes, hetgeen mij aan die tijd
doet denken, dat IK nog leerde
rijden
In de wagen hooglopende discus
sies van het sterke geslacht van 9
tot 90 jaar over de kansen van
HET EERSTE! Grimmig en
zwaar beweerden ze om de beurt:
ZE VERLIEZEN-
Omdat ik nu eenmaal niets van
voetbal weet en wèl van A.F.C.,
hoorde ik dat dwaze gehoon maar
rustig aan, tot ze adem moesten
scheppen en toen lanceerde ik een
oude overtuiging, zo goed en zo
oud als de Good Old zelve:
MOEI LIJ KE WEDSTRIJDEN
WINT A.F.C. ALTIJDDus
vandaag winnen ze!
Och, ik heb wel eens méér gelijk
gehad; maar wat hebben we in
die natte kou in Hilversum de
soep van Pijl gemistende
rest!
We hadden verkeerd geloot
EEN AANGETROUWDE
6