In de grotten van het Stadion
voor Militairen en Burgers!
Feest
Rectificatie
sta
ACTUEEL - ONTWIKKELEND - ONTSPANNEND
Be.Qunstiqinq van onze aöveRtepRÖeps, houöt 6e schakel in stanö
't Was de E.C., die ik zocht op
clubavond. Na mijn binnenkomst ont
dekte ik, op mijn patrouille, eerst
een viertal biljarts. Op het eerste
zat iemand, op de rand, met een
„Drie Kastelen" in zijn mond. Ik
vroeg hem of hij de E.C. was. Hij
haalde één kasteel van zijn lip,
schraapte zijn keel, en sprak tussen
de twee overgebleven kastelen door:
„Nee, ik biljart." Onder het praten
had hij me een slotgracht in het ge
zicht gespuwd. Terwijl ik druipend
boven kwam, zei ik nog: „Dank U
wel."
Weer op het droge speurde ik ver
der. „Dag, Joop", groette ik Kapi
tein Joop, die bij het volgend biljart
stond te krijten en zo. „Sorry, Ja",
want dat is m'n voornaam, „Ik moet
even", klonk zijn stem. Snel bouwde
hij een soepele serie op van liefst
125 poules. Toen hij terugkwam,
vroeg ik, of het tweede nog kam
pioen werd dit seizoen. „Als we bo
venaan eindigen wel", antwoordde
Joop. Verpletterd staarde ik hem
aan: dat had nog niemand ontdekt
en het was eigenlijk toch wel een
voudig. Ontroerd gaf ik het genie
een hand, en ging. Op het derde bil
jart speelde.een sigaar een partijtje.
Even later zag ik toevallig, dat aan
die sigaar een man kleefde; hij zoog
zich er steeds sterker aan vast: een
simpele sabbelaar. Hij was veilig
verpakt in een vest, waaruit twee
pseudopodiën (zeker armen of zo
iets) staken, die stroef een stok te
gen een biljartbal duwden. Dit kon
de E.C. niet zijn, en dus draaide ik
180 gr. A.F.C.'s hope en toekomst
stond ping te pongen; maar goed ook
trouwens, pokeren komt later wel.
Dat deed dan ook de oudere garde,
en masse; boven een tafel zweefde
een neus („de" Neus van A.F.C.),
waaromheen in groffe groepering de
voltooid tegenwoordige tijd van
A.F.C. zat; er werden dames, heren,
straatjes en full housjes uit een be
kertje gegoocheld. George W. (te A.)
zat er ook bij. knopen tellend. Er
bleven nog wat tafels over. Ik hoor
de iets over „atoombommetjes op to
neel" en „raketten onder de stoelen",
kennelijk de feestcie, die inleidende
besprekingen scheen te houden over
ons jubileum in 1960.
Uit de „Kapiteinshut" klonk ge
lach, nou ja, gelach: Gerard Huifer
jaste klavers met zijn vriend, Carel
Fotsie. Ik stapte naar binnen en
vroeg Carel, hoe hij dacht over de
toekomst van Neerlands voetbal.
„Binnenkort word ik voorzitter
van de Franse voetbalfederatie", zei
hij slechts. „Die Fotsie toch, gaat
ook al foetsie", dacht ik, omdat je
zoiets alleen denkt; ik zei: „Goeden
avond, heren." Tenslotte vond ik de
E.C. toch; ernstige mannen, gerim
peld, droevig, met to-be-or-not-to-be
gezichten. Ik hoorde een bekende
stem uit het binnenste van een gele
bontjas komen; de eigenaar had zich
verdekt opgesteld in het naar brood
riekend gevaarte. „Ik heb de Tijd",
vertelde de stem. „Ja, op de Stadion-
weg, hè?" zei ik slim. „Nee, tijd
zonder hoofdletter", verduidelijkte
K. Neusenbarend. En ieder had de
tijd, want er werd bout gebabbeld.
Na een kwartier niet meer, toen wa
ren we het ongeveer eens.
Het werd intussen tijd voor een
partijtje pruts op het groene biljart
laken (met omstreken). Ik begon.
Na een ogenblikje concentratie stoot
te ik een witte bal; een pijnlijk ge
luid steeg uit de bal op en hij draai
de zich om; het gezicht van Joep
Waltstra kwam tevoorschijn. Ik
maakte excuses, uiteraard. En stoot
te toen tegen een echte witte bal,
want ik heb eerst gekeken of het
weer niet een achterhoofd was. Het
geen overigens wel bleek toen ik de
bal gespeeld had; de bardoelverdedi
ger vond hem na twaalf minuten te
rug onder zijn linkeroksel. Willy v.d.
Heuvel speelde enige keren „to the
left", en het spel was uit. „The play
was fair", zei Willy nog; gelukkig
begreep ik, dat hij Engels sprak en
geen Nederlands. Ik raakte in ge
sprek met Jantje Kluis (vrij naar het
Anglo-Germaans). Ik vroeg hoe het
Wist U, dat zélfs op feestelijke sa
menscholingen, er gekke dingen ge
zegd kunnen worden We zullen geen
namen noemen (in de trant van: hij
zit links van je, hij heeft een hoed op
en een glas melk in z'n handen, maar
ik noem geen namen).
Het geviel dan op een festijn bij
J. v. d. V. dat J. K. met een aller
liefst meiske J. (achternaam helaas
vergeten) aanwezig was. De aanwe
zige D. B. echter had niet in de ga
ten, dat J. K. en J. bij elkaar hoorden
en plaatste de volgende tactvolle op
merking: „Ik snap niet, dat die J.K.,
zo'n aardige jongen, nou nóóit eens
een behoorlijk meisje bij zich heeft!"
O, o, o, wat was dat pijnlijk!
Vóór de wedstrijd Sprinkhanen
A.F.C.-veteranen zei de keeper van
de Sprinkhanen, dat hij feilloos was
op hoge ballen. Dit moest zijn: lage
ballen.
met het eerste ging. „Prima, er wa
ren alleen wat moeilijkheden met de
tandjes", zei Jantje trots. „Het" eer
ste en „de" eerste scheelt inderdaad
niet veel. Ik ging maar. Juist wilde
ik mijn fiets bestijgen (Sorry, A.F.C.-
ers, ik heb nog geen auto), toen
„Aangetrouwde" met een helm op
uit de stille Stadionstruikjes stapte.
Ze zocht Karei. „Die is zeilen", loog
ik vlot. „Zeker in een jenever-vijver
binnen", grimde ze. Ik zag een re
volver glinsteren; het kan ook een
parapluieknop geweest zijn. Ik ben
benieuwd, hoe het „afgelopen" is
(met Karei), want ik ben gauw weg
gefietst, lekker laf.
JAJA
P.S. Overeenkomst met bestaande
personen is niet zuiver toeval; met
niet-bestaande ook niet.
J.
ADRES: VAN STOLKLAAN 3, 's-GRAVENHAGE
BANKREKENING
NED. HANDEL MIJ N.V.
AGENTSCHAP GRAVENHAGE
TEL. 553356
GIRO 68585
HOok als Advertentie-medium voornaam!
Militairen f 1.50
Abonnementsprijs: per kwartaal
Burge
f 3.-