Uit het land van de zon en de palmen Bequnstiqinb van onze aöveRteeRÓeRS, houöt öe schakel in stanö Door plaatsgebrek in December, en doordat ons Ja- nuari-nummer in het teken stond van het 55-jarig Ju bileum, is er helaas een achterstand ontstaan met de publicatie uit de correspondentie, die de „Heren Ze ventien" ons regelmatig toezenden. Inmiddels hebben we de Kerst- en Nieuwjaarsgroeten met Overzee uit gewisseld en heeft de A.F.C. op gepaste en bescheiden wijze, zoals het een „Amsterdamse Friendship Club' betaamt, feest gevierd. Ongetwijfeld zult ge elders in in dit nummer daarover lezen. Hier volgen enkele pas sages uit de „Unie-post" onzer ex-Heren Bewindheb bers. De oudste brieven uiteraard in sneltreintempo. Zo meldt dd 28-10-'49 met veel „Virus en Fyffes" Hans Schooneveldt een Tinus, die, i.v.m. de Negenmannen, zijn epistel uit Solo met „Waarde A.F.C.-Negus" aan vangt: „Ik moet alle medewerkers weer hartelijk bedanken voor het pakket, dat, om het deze keer eens anders te zeggen, n.l. op z'n maleis, jang paling baik was. Helaas kan ik dit niet van de start van ons eerste elftal zeg genEn, sprekende over de 3-2 op Vriendenschaar: „Laten we hopen dat de volgende wedstrijden eveneens de begeerde 2 punten opleveren Op 2 Nov. d.a.v. schreef Dick Cijfer uit (toen nog) Batavia: „Het is niet geheel mijn schuld dat de animo om wat meer te schrijven niet zo groot is. Behalve Uw zeer gewaardeerde brieven bemerk ik van A.F.C. niet veel. Het enige wat mij eraan herinnert, dat A.F.C. nog bestaat, is de onregelmatige toezending van de Schakel, die ik gemiddeld 2% maand na de verschij ningsdatum ontvang. Behalve Bob Spelter ben ik, ge loof ik, dan ook de enige burger, die vrij regelmatig een reaectie uit de Tropen laat horen. Vat het boven staande s.v.p. niet als een klacht op. Het is alleen maar het constateren van een feit, en een verklaring voor de wat geringere schrijflust van de laatste maan den". En hij vervolgt: „Ik ben nog steeds blij, dat ik indertijd de knoop heb doorgehakt en het terrein van mijn activiteiten (hear, hear!) naar Indonesië heb ver legd. De toestand is wel niet al te rooskleurig, maar reden tot pessimisme is er m.i. toch ook niet". (Dat was dan ook op 2 Nov., Red). G. van der Neut laat ons (5 Nov.) uit Bandoeng weten: „Dan wil ik verder de A.F.C. weer eens hartelijk be danken voor het pakje, dat ik ongeveer Indagen gele den ontving. Zonder iets te kort te doen aan de inhoud van de vorige pakketten: Dit was buitengewoon goed! Wilt U namens mij de A.F.C. weer bedanken voor die gift? De pakjes zijn gewoon reclame voor de A.F.C.; ik zou beslist geen moeite hebben hier nieuwe leden te werven." (Dit, v. d. Neut, kon ik niet nalaten te ver melden; maar het is niet in extenso, zo je ziet. Le M.) Paul Hamer op 19 November uit Djombang: „Het wordt op de duur wel een regelmatig gedoe, steeds een bedankje te schrijven voor een ontvangen pakketje van de A.F.C., maar niettemin blijft de dank niet minder oprecht gemeend. Het pakket was deze keer boven alle lof verheven en... weer A.F.C. waardig! Het gehele peleton weet zo langzamerhand hier, dat als Hamer tje weer een pakket ontvangen heeft, er wat goeds te bietsen valt. Het is hier n.l. zo de gewoonte, dat als iemand een pakket krijgt, hij het gehele kwartier trac- teert óp en v&n een of ander aanwezig product. Aangezien de Indië-affaire zo langzamerhand op z'n eind loopt, zullen de „Heren Zeventien" binnen niet al te lange tijd de boot weer opstappen, teneinde A.F.C., zij het niet met de benen, dan toch wel met de kelen in de eerste klas te helpen. Want deze door de tropenzon uitgedroogde kelen zullen op de tribunes geluiden voortbrengen, die menigeen zal doen denken: „Inder daad, ze waren in 't apenland." In ieder geval, iedere A.F.C.-er is hier volbloed A.F.C.-er gebleven, dank zij het bljjk geven van A.F.C., dat geen lid hier in Indonesië vergat En nu... H. L. Schooneveldt, die op 16 December, thans uit Semarang, schrijft: „Het is weer zo ver de gehele A.F.C.-familie hartelijk te bedanken voor het pakket." En vervolgens: „We gaan vol goede moed het nieuwe jaar in, en laten we hopen, dat de hele schare weer spoedig gezond en wel herenigd mag zijn..." Voor de tweede maal is dan ook weer van der Neut aan het woord: „Bandoeng, 18 Dec.; Weer kan ik de A.F.C. bedanken voor een pakketje. Ik hoef niet meer te vertellen, dat de inhoud prima in orde was en dat alles geweldig in de smaak viel. Het was weer als „van ouds". Wilt U de A.F.C.-leden weer van mij be danken? Het pakje dat ik ontving was nog via Padang gegaan en het was no. 2..." Op 20 December bericht dan Frits van der Hurk van Batavia uit: „Wederom moet ik beginnen met de com missie dank te betuigen en lof toe te zwaaien voor het prachtige pakket. Zouden er nog meer verenigingen zijn, die de jongens zo regelmatig dergelijke verrassin gen sturen? Ik ben geneigd te zeggen: „Dit is alleen van A.F.C. te verwachten". (Er zijn gelukkig vele clubs. - Red.) En voorts: ik geloof dat de pessi misten ongelijk krijgen. Er zal voor de Nederlanders van goeden wille, veel werk op velerlei gebied te ver richten zijn..." (20 Dec. - Red.) Over een trip naar Bandoeng: „Om deze 180 km. liftend af te leggen, in en op diverse voertuigen gezeten over de kronkelwegen van de Poentjak, waar men van prachtige panorama's kan genieten, heeft een aparte bekoring. Wat Ban doeng betreft, de temperatuur is een verademing, doch voor de rest geef ik Batavia de voorkeur". En, voor de verandering, onze trouwe schrijver G. v. d. Neut, die op 28 Dec., wederom uit Bandoeng, als volgt start: „Vandaag hebben we een prachtgelegen- heid eens bij te komen met de correspondentie. We zijn n.l. geconsigneerd, dit i.v.m. de overdracht, 't Is hier nu rustig in de stad. Behalve de vele roodwitte vlagge tjes (bij Chinezen het meest) was er niets opmerke lijks aan het stadsbeeld. Het lijkt wel of deze over dracht langs de grote massa heen gaat. 't Zou bij ons toch heel anders toegaan bij zo'n „verkrijgen van de onafhankelijkheid". Of het in de toekomst ook rustig zal blijven, is de vraag nog." En hij eindigt: „Intussen is in Batavia al een voetbalwedstrijd gespeeld tussen een K.L.-K.N.I.L.-elftal en de T.N.I. Ik weet nog niet hoe de uitslag was, maar de T.N.I. heeft wel een heel behoorlijk elftal in het veld moeten brengen, wil het te gen Batavia iets bereikt hebben." Als laatste, wie anders dan... Frits van der Hurk? Uit Batavia op 19 Januari: „Laat ik beginnen met mijn dank uit te spreken voor het pak bladen, dat ik mocht ontvangen. Dat was natuurlijk zeer welkom!" En ver der: „Uit deze regionen is heel weinig te vertellen. We gaan nog op de oude voet voort, al is de animo afwe zig. Bij mijn groep is dat al heel sterk, omdat de be vordering niet doorgegaan is en ook in April geen ser geant-examen zal volgen. Hierbij het feit dat de jon gens in Holland van onze lichting reeds thuis zitten, dan kan men begrijpen, dat dit de stemming niet ver hoogt." - Om te eindigen met: „Zo juist las ik tot mijn vreugde, dat het eerste een keurige overwinning op D.W.V. heeft behaald en haar positie heeft verbeterd. Ik geloof vast, dat onze vereniging, waarin diverse (vervolg op pag. 1 4) 12

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1950 | | pagina 12