Na de beste Zondag wan het jaar
Reisindrukken
Begunstiging van onse Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
Van dit hoofd zult U een beetje vreemd opkijken,
en toch is het zo. Kijkt TJ het bulletin van 30 Novem
ber No. 19 maar na.
Spartaan-A.F.C. 2-2; BI. Wit 3-A.F.C. 2 0-0; A.F.C.
3-B1. Wit 4 2-1; A.F.C. 4-H.R.C. 3 2-0; A.F.C 6-
Z.S.V.C. 3 1-0; A.S.R. 2-A.F.C. 7 4-4.
Juniores: Zeeburgia 2-A.F.C. 2 3-2; A.F.C. 3-T.O.G.
2 4-1.
Adspiranten: Swift 2-A.F.C. 2 1-2; A.F.C. 3-Swift 4
0-0.
Zaterdagmiddag-elftal: A.F.C.-Veco 4-2.
Dat zijn dus 6 overwinningen, 4 gelijke spelen en 1
nederlaag van de kleinste soort (en dat nog wel van
onze roemruchte Juniores 2, die een week geleden met
22-0 wonnen). Eén zwaluw maakt nog geen zomer en
dat geldt ook in dit geval, doch toch kan niet ontkend
worden, dat dit voor alle spelers, voor Bestuur en elf
talcommissies en niet in het minst ook onze nieuwe
trainer Steeman een stimulans moet vormen om ener
giek door te gaan op de ingeslagen weg.
Het is elke insider en vele outsiders in A.F.C. be
kend, dat wij niet geheel zorgenvrij zijn, doch evengoed
is bekend, dat er doelbewust aan wordt gewerkt om
te trachten niet alleen A.F.C. over het gehele front op
zijn tegenwoordige hoogte te handhaven, doch ook ver
betering in de posities te brengen en daarnaast vooral
ook de reputatie, die onze Good Old overal geniet po
sitief te verhogen.
Er heerst momenteel sterk verschil van mening hoe
A.F.C. eigenlijk geleid moet worden en er zal met alle
middelen naar gestreefd moeten worden om deze on
derlinge verschillen te overbruggen en tot het verle
den te doen behoren. Dit is een allesbehalve gemak
kelijke taak. De gunstige tekenen, die er in dit opzicht
zijn, zijn o.a. deze, dat de trainingsavonden (met uit
zondering van de Woensdag) beter bezocht worden dan
vroeger, dat het aantal afschrijvingen lager is dan wij
wel eens gewend zijn geweest, dat er bij vele actieve
A.F.C.-spelers de welbewuste wil aanwezig is om hun
club, hun elftal zo goed mogelijk naar voren te zien
komen, en dat een aantal commissies op initiatief van
Lou Woudstra elke maand een keer bij elkaar komt
en de vraagstukken van de dag onder de loupe neemt.
Hier is een prettige samenwerking tot stand geko
men, die, mits wij eendrachtelijk onze ideeën en opvat
tingen bij onze spelers ingang kunnen doen vinden,
zijn goede vruchten op de duur moet afwerpen. Aldus
ontstaan goede vriendschap, sportiviteit, die wij in
onze hedendaagse maatschappij meer dan ooit nodig
hebben en waarover ik in een ander artikel van heden
nog enige woorden hoop te kunnen zeggen.
Moge het feit, dat er 2 spelers van A.F.C. voor
Jeugdelftal zijn aangewezen, de één als speler, de
ander ais reserve (Wim Feldman en Bobeldijk) een
aanwijzing te meer zijn, dat onze opgroeiende jeugd
weer een rol van betekenis in onze voetbalmaatschappij
gaat spelen.
J. v. N.
Eigenlijk moet ik wel hoogst dankbaar zijn, dat een
speling van het lot mij in 1919 uit mijn kleine sterven
de club naar A.F.C. bracht, want het is wonderlijk hoe
overal dat A.F.C. feitelijk leeft en hoe blij men moet
zijn, dat men in een lange clubperiode zoveel vrienden
en kennissen in de wereld heeft gekregen. Dat is voor
mij het onomstotelijke bewijs hoe belangrijk de sport
(mits goed en eerlijk gespeeld) is en wat een grote rol
deze op de duur in het maatschappelijk leven kan
spelen.
Gedurende de zes weken van mijn afwezigheid bleef
ik door een (privé)-code op de hoogte van de resultaten
van onze 4 eerste elftallen en hoe verder men afzit hoe
meer dit blijkbaar anderen en mij interesseert.
Als je dan in het Verre Oosten bent en je komt som
mige van die oude sportknapen weer tegen, dan gaat
het gesprek al gauw over A.F.C. en dan zou je die
knapen in Amsterdam wel willen ingieten dat er overal
in de wereld over hun .geroddeld" wordt in de goede
betekenis van het woord. Laat ik maar eens een paar
namen en feiten noemen:
Als je b.v. in Batavia landt en daar staat je vriend
clubgenoot, oud mede-speler en oud mede-commissie-
lid met vrouw en kinderen klaar (ik bedoel Willem van
Dijkhuizen) om je te begroeten, dan begint er direct
weer zo'n stukje A.F.C. te leven. Je spreekt dan later
de rustige Eg Bos en echtgenote, die je toch hebt leren
kennen omdat Piet Bos zolang je aanvoerder was in je
eerste elftal-tijd, je komt toevallig Dio Hermens en
echtgenote tegen, waarmede je een periode in één elf
tal speelde en je gaat een avondje met hun uit en bent
hun gast; je ziet dan Tjerk Reijinga, die actief als
steeds, nog zelfs in Batavia bij een drukke praktijk
kans ziet de tennissport en voetbalsport actief te be
oefenen, je komt in Bandoeng in zakelijk contact met
Knape, eens een roemrucht Sparta-speler; zie, dan
leeft er steeds een stukje uit je sportperiode op, of
beter gezegd uit je A.F.C.-tijd.
Is het niet kostelijk als je in Batavia instapt en de
steward zegt tegen je: „Hé, bent U niet diegeen waar
tegen ik verleden jaar met V.V.A. 6 speelde toen U
met 1-0 won" en hij noemt je naam, wel dan komt de
lach direct op je gelaat en krijg je een prettig bab
beltje met de steward (en niets tekort onderweg!).
Spreekt het geen boekdelen als je 's nachts om 2 uur
in Karachi landt en je stapt het restaurant binnen en
je hoort als eerste uitdrukking ,,hé, daar heb je A.F.C.
ook!" waarbij zich dan plotseling temidden van een
jou geheel onbekende K.L.M.-bemanning, die „East-
bound" is en jijzelf andersom, een fantastisch A.F.C.-
gesprek zich midden in de nacht ontwikkelt, dat ein
digt met een positieve afspraak voor de eerstvolgende
wedstrijd van A.F.C. 1, dat ik een telegram zal sturen
naar Batavia met de uitslag, en onze marconist Wil-
lems (want die was degene, die ik ontmoette) de be-
(vervoig op pag. 5)