Van onze Hope en Toekomst "Begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand. ywflP Kt wedstrijd spelen tegen De Volewijckers (22)! „O Gij, wien jeugd nog is geschonken, Gij, die dit leest, spes patriae, Gij spruiten uit de oude stronken, O, kon 'k in U dat vuur ontvonken, Dat vroeger zoveel wonderen dee, De liefde voor onz' A.F.C." Ere, wien ere toekomt! Begonnen we ons vorig ar tikel met een oproep tot aller medewerking, nu in de eerste plaats een woord van waardering voor bijna alle junioren en adspiranten voor hun enthousiaste en toch correcte houding tegenover de leiders, tegenstanders, scheidsrechters en jeugdcommissie. Het viel ons op, dat de nieuwe jeugdcommissieleden er steeds meer plezier in krijgen, terwijl verschillende heren, die ons als jeugdleider, gelukkig, willen helpen, ons vertelden, dat zjj dit werk veel leuker vinden, dan zjj van te voren ooit durfden te hopen. Prachtig, jongens, zorgt dat het zo blijft! De en kele uitzonderingen, die door ongemotiveerd wegblij ven, zonder afschrijven, demonstraties van lamlendig heid gaven, raden wij aan hun gedrag en houding snel te veranderen of voor hun lidmaatschap te bedanken: Zij bederven veel van het totale effect en geven pes simisten reden tot klagen. Jeugdmiddag Zaterdagmiddag 17 September nodigden wij alle spe lende jeugdleden uit tot een samenkomst op het club huis. Onze voorzitter en onze vice-voorzitter hebben het woord gevoerd en hun wensen en raadgevingen kenbaar gemaakt. Er werd gesproken over sportiviteit en saamhorigheid, terwijl wijzelf daarna nog de hou ding tegenover scheidsrechter en leiders bespraken. Het lijkt ons gewenst dit hier nog eens samengevat neer te schrijven: Tracht spelend voor of trainend op A.F.C., allen, die daarbij betrokken zijn, het zo aan genaam mogelijk te maken! Dus houdt je mond in het veld tegen de scheidsrechter en je tegenstanders en zolang je geen captain of keeper bent, ook tegen je medespelers. (Over het algemeen kunnen we de daar door bespaarde „lucht" best gebruiken.) Probeer je tegenstander als vriend te zien, haal de bal eens voor hem, complimenteer hem met zijn goede prestaties en feliciteer hem na afloop, als hij wint. Vergeet nooit, dat de leiders van beide partijen er zijn, om jullie te laten spelen. Geef je bij de training zo veel als ver langd wordt. Het is voor jullie, en de trainer zal het meeste genoegen in zijn werk vinden, als iedereen zo goed mogelijk meewerkt. Zulke knapen. Dikwijls reeds vernamen wij de klacht, dat de tegen standers „zulke knapen" waren. Dat is dikwijls moei lijk, maar er valt nu eenmaal niets aan te doen. De Bond deelt zijn jonge leden wel naar leeftijd, doch niet naar gewicht in. Dat is juist. Eén der doelen, die de Bond zich stelt, is verbroedering en dat gaat beter tussen jongens van dezelfde leeftijd. Maar wij zitten met het probleem, dat onze jeugdleden, bijna uitsluitend schooljongens, physiek vaak minder zijn, dan leden van andere clubs, die dagelijks letterlijk de handen uit de mouwen steken. De oplossing op korte termijn zit niet in de overigens onvolprezen bruine bonen met spek. Jullie zijn gewend met je hersenen te werken, dus niets ligt meer voor de hand dan deze ook bij voet bal veel meer te gebruiken. Wij zijn ervan overtuigd, dat dit wapen door al onze elftallen practisch onge bruikt gelaten wordt. Zo lang dat zo blijft, zullen wij niet tot de best mogelijke prestaties komen en dat is toch ons aller doel, van A.F.C. I tot en met A.F.C. adsp. VI! Als één onzer elftallen in het veld loopt, moet onophoudelijk opvallen, dat iedere speler óók met zijn hersenen speelt. Vooral voor de jongeren wil ik een aantal voorbeel den geven. Ter lering. 1. Wij spelen stopper-spil-systeem, dat is indertijd voor de gehele vereniging vastgesteld, waarin de spil steeds de middenvoor der tegenpartij en de back steeds de buitenspelers dekken, wat niet hetzelfde is als bewaken of in het oog houden. Als de tegenpartij in het bezit van de bal komt, dekken onze kanthalfs zo spoedig mogelijk de binnenspeleTs, terwijl onze bin- nenspelers zo spoedig mogelijk him kanthalfs dekken. Komen wij in het bezit van de bal, dan moeten onze binnenspelers naar hun plaats in de voorhoede en moe ten onze kanthalfs als reserve-voorhoede achter onze voorhoede aan. Iedere kanthalf en binnenspeler krijgt dus een tegenstander, die hij zo snel mogelijk moet dek ken, respectievelijk zo snel mogelijk moet ontlopen. Bij de aftrap neem je deze tegenstander dus goed op en je wacht niet tot hij zich door jou te dekken, komt presenteren, want als zij aftrappen moet het systeem direct werken, voor we met 1-0 achterstaan; als wij aftrappen, ontloop je hem en je duikt als vrije man voor 's tegenstanders doel op, met kans op een 1-0 voorsprong. Zoek zo spoedig mogelijk uit, of je tegenstander links of rechts is. 't Is altijd gemakkelijker als je weet met welk been hij gaat schieten; passeren langs zijn verkeerde been lukt beter dan aan de andere kant. Onze middenvoor en buitenspelers worden door de spil en backs der tegenpartij gedekt. ProbeeT eens of hij bij je blijft, als je ver teruggaat. Zo niet, dan sta je vrij, dat is winst, zo wel, dan zal de bal naar de plaats gespeeld, waar jullie juist vandaan komt, een hard loopwedstrijd ontketenen met een mooie schietkans als jullie even snel, met een kans-van-de-dag als hij tra ger is. Hebben we' een snelle binnenspeler, dan kan hij, omdat hij niet voortdurend gedekt wordt, in het ver kregen gat schuiven, als vrije speler. 2. Realiseer je voortdurend, of de tegenpartij of wij sterker zijn en of zij, dan wel wij het geestdriftigst spelen. Ligt er meer enthousiasme in ons spel, dan moet dit goed vorzorgd worden, iedere seconde winst bij uittrappen van de keeper, ingooien en het nemen van een vrije trap is winst. Te veel enthousiasme bij de tegenpartij wordt opvallend bekoeld door terugspelen op de keeper, let wel, de man, die altijd vrij staat. Het zgn. tijdrekken door uittrappen van de bal, door tergend langzaam halen van de bal, enz. is onsportief, wordt daarom door ons niet gedaan, niet in het minst, omdat denkende spelers wel eerlijker middelen kunnen bedenken. 3. Bedenk altijd, dat de meeste spelers daar zijn, waar de bal is, dus de grootste kans om voor een medespeler het eerst bereikbare open plaats te vinden aan de andere kant is. De keeper trapt dus altijd uit naar die kant, waar de bal niet vandaan komt Over het algemeen is de jeugd goed begonnen. We hadden teleurstellingen (A.F.C. jun. IZeeburgia I 1-2 met heel matig spel onderzijds). Maar ook bevredi gende successen als van Junioren II en Adspiranten II, door hard werken en „team-spirit" behaald. Denk echter altijd eerst aan je werk. Als je rapport slecht is, mag je misschien een paar weken niet voetballen en we kunnen niemand missen, ook de invallers van het laagste elftal niet. Dr. M. VAN DRIEL 10

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1949 | | pagina 10