Tropisch „Ernst en Luim"
FAMILIEBERICHTEN
getrouwd
wonder. Het was voor mij een vreemde en geheel
nieuwe ervaring, en nu alles goed afgelopen is, voel ik,
dat het toch goed geweest is, dat ik het ook eens van
dichtbij heb meegemaakt.
Een tweede schrijven, eveneens van 23 Juni, werd in
de beste stemming geschreven en wel door H. L. Schoo-
neveldt te Solo (Soerakarta). Oorlogsveteraan Hans
schrijft
„Vandaag Uw brief in blakende welstand ontvan
gen. Hij kwam net op tijd, want ik wilde vanavond al
in de pen klimmen om te bedanken voor het pakket dat
ik in Madioen heb ontvangen. Verhuizen is de laatste
tijd bij ons in de mode, vandaar dat ik niet in de gele
genheid was om direct een bedankje te sturen. Twee
jaar precies hebben we op O.-Java gezeten en de laat
ste maanden leek het wel of we een vacantiereis aan
het maken waren; alleen jammer dat er steeds dat
militair gedoe bij kwam. Van Malang uit, waarvan
daan, als ik mij niet vergis, ik U de laatste brief heb
geschreven, ging het naar Lawang en vandaar naar
Tretes. Van Tretes gjng het naar de laagvlakte en wel
naar Madioen, waar wij onze aflossers moesten inwer
ken. Inderdaad zat het aardig in elkaar, de nieuwe
artilleristen namen alles van ons over. Wij pakten kis
ten, die ons vooruit gingen naar Soerabaia. In Soera-
baia met plunjezak op de nek en koffer in de hand
aan boord van de „Van Outshoorn". Het leek alles op
een thuisvaart. Helaas ging het niet verder dan Sema-
rang. In Semarang mochten we drie dagen genieten en
het was inderdaad genieten; geen wapen bij je, geen
avondklok, we wisten niet hoe we het hadden.
En nu zitten we dan in Solo, waar op zichzelf niets
aan is. Wat hier prima in elkaar zit is de sport en voor
zover het mogelijk is maken we er prima gebruik van.
Daar ik door de verhuizing erg met mijn correspon
dentie omhoog zit, moet ik het voor dit keer hierbij
laten. Hartelijk dank voor pakket en brief, met een
vijf aan alle A.F.C.-ers
En ten slotte de laatste der drie, die- het hebben be
staan binnen 14 dagen op mijn epistel te antwoorden.
Ditmaal een groet van Frits van der Hurk:
„Batavia, 25 Juni 1949; Laat ik allereerst even mel
den, dat ik vorige week wederom een A.F.C.-pakket
heb ontvangen dat weer zó (duim omhoog) was. Mijn
hartelijke dank natuurlijk. Ik heb echter nog nimmer
iets gehoord of gezien van een bijgevoegde kaart, doch
steeds de ontvangst gemeld (dik in orde - Le M.). Wilt
U het dus doorgeven? Het is hoogstwaarschijnlijk het
in April verzonden exemplaar; volgende keer zal ik be
ter opletten.
Nu U het toch over V.V.A. heeft, moet ik even ver
tellen, dat ik pas nog met een jonge V.V.A.-er, die
voor kort hier uit Nederland is gearriveerd, een boom
over voetbal enz. heb opgezet. Het toeval wilde, dat hij
een paar bekende A.F.C.-ers persoonlijk kende en wel
de Heer P. van der Velden, de rasechte A.F.C.-ers-
familie bij wie de resultaten van het eerste de vol
gende dag wel duidelijk van de gezichten af te lezen
waren en Coen Colijn, onze eerste elftal crack. Op het
tampatje gezeten waren onze gedachten verplaatst
naar ons goede Mokum.
In angstige spanning heb ik de strijd gevolgd van
het 4e elftal, waar ik voor mijn vertrek nog in gespeeld
heb. Mijn gelukwensen dan ook aan dit elftal met deze
„ontworsteling". Dat zou ook wel al te gek geweest
zijn wanneer er twee K.N.V.B.-elftallen zouden zijn ge
degradeerd.
Op het ogenblik is hier de competitie, die veel te lang
heeft geduurd, ook beëindigd. Met de indeling hiervan
is het met recht de wereld op z'n kop; er zijn n.l. 16
eerste-, 8 tweede- en 6 derde klassers. Hier zal dus in
het komende seizoen, dat in September aanvangt, wel
een verscherpte degradatie komen.
Sinds kort ben ik met studeren begonnen, zodat ik
over ledigheid niet heb te klagen
Tot zover onze ijverige briefschrijvers der „Heren
Zeventien".
In de volgende Schakel hopen wij weer een adres
lijst te kunnen laten afdrukken. Voor ditmaal verwij
zen wij nog naar de lijst in de Mei-Schakel opgeno
men.
Via- deze adressen komt, bij mogelijke tussentijdse
verandering, Uw brief, A.F.C.-ers in het moederland,
eveneens terecht. Schroeft Uw vulpen dus los, doopt
Uw kroontjespen in, versnijdt desnoods Uw ganzeveer
of punt Uw potlood. Ook korte, zgn. nietszeggende
brieven, zijn welkom. Dit zij het gebruikelijke einde
van „Uit de Tropen" of, met een variatie op Cato, se
nator van het oude Rome: „Indië, dat reeds teveel ver
woest werd, MOET GESCHREVEN WORDEN
B. S. LE MARCHé
J. F. BAKKER
en
GERDA BLOM
Groningen, 11 Juni 1949.
De Heer en Mevrouw
J. F. BAKKER—BLOM
zeggen alle A.F.C.-ers hartelijk dank voor de bewijzen
van belangstelling bij hun huwelijk ondervonden.
Hiermede zeg ik hartelijk dank aan allen, die mij
tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis hun blijk aan
medeleven kwamen betuigen.
TIES GERRITS
Waar ge op de zeven zeeën
koersen moogt, waar ge moogt gaan,
naar de West of 't verre Oosten,
naar de Pool of Hindustan,
A.F.C.-ers zult g'ontmoeten
elke zee en elke ree,
vliegend over 's werelds toppen,
OVERAL IS A.F.C.!
A.F.C.-ers zijn te vinden
tot zelfs op het Jungfraujoch.
En natuurlijk: Insulinde!
(Ge leest „Uit de Tropen" toch?)
Op die groen smaragden gordel
zijn ze niet voor hun plezier,
trots Sarina en Adinda
waren ze veel liever hier.
8