ITERSON m
Atö teden. u~an /I.jF.Q.
Begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
heel bijzonder had onderscheiden, door van het beken
de W.S.C. 1930 op het nippertje, slechts dan na hero-
ische kamp te verliezen en tegen het machtige Limmen
te winnen, moest vandaag de degen strekken tegen het
fantastisch spelende J.O.S.
Motieven plenty om een enorm sterk zenuwengestel
volkomen naar zijn Franse tante te helpen, en waar
mede bovenomschreven crazy toestand gemakkelijk
verklaard is.
De enige, die werkelijk doodkalm er onder bleef was
Jaap van Nek, de bekende organisator van mentale
bijeenkomsten. ,,Is de hypnotiseur er al" vroeg Jaap
fluisterend aan Arie Mets, die bij deze, hoewel fluiste
rend gestelde vraag alweer steken kreeg in zijn „bra-
chialgie-arm".
„Jjja, Jjjja, jaa Jaap, de-de-de-die is er", antwoord
de Arie zonder enige emotie te laten blijken. „KKkijk
maar, je kunt nne-ne-net door he't be-be-be-bovenraam
zijn te-te-te-tulband zien."
Toen Jaap het kleedlokaal betrad, kon hij niet ver
hinderen, dat er een soort beklemming in zijn binnen
ste optrad. ,.Van Nek" stelde hij zich voor aan de hyp
notiseur. „Hatsjie", zei deze en ging voort met zijn
werk, zwaar ademhalend.
„Hoe is het nu?" vroeg Jaap aan Wally van Weelde,
die voor zijn doen, nogal lui tegen de deurpost hing.
„Ssssttt", haastte Gerrit Stallmann zich te antwoor
den. „Praat niet tegen hem, want hij is zojuist behan
deld."
„U weet, waar het om gaat", sprak de hypnotiseur
nerveus gedempt. „Ik heb er nu acht onder handen
gehad, waarvan er zeven beslist „weg" zijn. Met Son-
neveld heb ik wat last. die staart nog niet genoeg, hoe
wel hij al aardig stijf is."
Als negende- man was Disselkoen aan de beurt. Lang
zaam kwam Hatsjie op hem toegeschreden, steeds met
diepe stem bevelende: „Schiet, schiet, ik zeg schiet.
Jaahhh, daar is de goal, kijk, wat een kans, toe schiet
nou, schiet, schiet!!" En met opgeheven handen, zijn
donkere en sinistere ogen trachtend diep in Dick's ziel
te boren, stond daar de hypnotiseur, terwijl Dick's oog
leden langzaam zakten, waarna hij een zacht hinneken
liet horen en dan in de bekende trance afgleed.
„Zo, dat is nummer negen! Een lekker gemakkelijk
elftal heeft U. Zij zijn als lammetjes in mijn handen",
fluisterde Hatsjie tegen Jaap, die gewoon verstomd
stond te kijken. „Lekkergemakkelijk", herhaalde
Jaap, terwijl hij een traan wegpinkte.
Nummer tien was Joop Zimmermann. Rustig streek
Hatsjie over zijn slapen, alsmaar zeggend: „Daar komt
de bal, kijk eens wat een gróte bal, hij wordt steeds
groter. Grijp hem, grijp hem, ja, prachtig." Maar Joop
was nog genoeg bij de tijd om te zeggen: „Niet zo
groot die bal, anders kan ik hem niet goed vasthou
den."
Doch ieder verweer was nutteloos. Alle elf gingen zij
de hypnose-boot in. Zelfs de'nose" zelf. „Moeten er nog
invallers worden behandeld?" vroeg Hatsjie, die ge
woon wild op wat werk scheen, daar hij pas de „aan-
wasbelasting" had gekregen.
„Wat kosten invallers per stuk?" vroeg Jaap, met
het oog op onze kas. „Laten wij het afmaken op een
geeltje per stuk," En op deze conditie kregen Hennuin,
Wil van den Berg en Ties Gerrits eenzelfde friction.
Wij zullen kort zijn. Om twee uur leidde van Nek
zijn ploeg aan de hand het veld in. Harry, de terrein
baas, ging rond met een bordje, waarop mei krijt stond:
„Roep de spelers niet bij hun naam of voornaam, an
ders zou het kunnen dat zij ter plaatse neerstorten."
„Als deze proef eens zou lukkensprak Gó
Bosch sidderend tegen Hirschman die indertijd zoveel
hield van de opportuniteits-leer. „Denk eens aan: Maat
schappij tot exploitatie van gehypnotiseerde Voetbal
lers, jongelief, ik ruik winst."
De wedstrijd beschrijven is volslagen waanzin. Dat
was al bijna onmogelijk bij die 69-0 in de vorige Scha
kel. Zo een uitslag gaat nog, maar ditnee, ik be
gin er werkelijk niet aan.
J.O.S. was eenvoudig een zoekplaatje. De keren, dat
ze de bal aanraakten was het om telkens midden-uit
te nemen. Het was dan ook geen verhouding. En het
mocht een waar geluk worden genoemd, dat de Bond
er geen iota- van wist. Geen snars, geen sikkepit geen
zuchtje zelfs.
Vlak voor de rust was er weliswaar een nietig inci
dent. Toen ontwaakte Johnny Claus plotseling met een
gil en maaide levensgroot over de bal heen. Doch on
middellijk was Karei Nesenberend er bij, die intussen
iets van de magische kunst had overgenomen en met
één handgebaar en één opgezet oog duikelde John weer
in en kopte zelfs even later van uit ons strafschopge
bied juist even over de lat van de andere goal.
„Kijk, dat is even anders dan mental-training", vond
Zwaag, terwijl zijn sponzenzakje werkeloos op en neer
bungelde.
Naast ons op het trainersbankje zat een J.O.S.-man,
die ijselijk op zijn tanden zat te knarsen.
„Waarom knarst U niet", vroeg hij mij na een tijdje,
toen de 148e goal ter wereld kwam.
„Onze knars-tijd is voorbij", antwoordde ik. „Ik ben
van A.F.C. Er zijn vijf tandartsen bij A.F.C. schatrijk
geworden van het knarsen."
De uitslag van de wedstrijd doet er weinig toe. J.O.S.
protesteerde tegen de 99e- goal, die gescoord was in
die 12 seconden dat de- scheidsrechter te lang had la
ten spelen, maar een van ons, ik noem speciaal geen
namen, klopte gemoedelijk de voorzitter van J.O.S. op
zijn schouder en zei: „Man, protesteer maar niet, het
is weggegooid geld. Die scheidsrechter heeft minstens
zes klokjes in zijn zakken zitten, en wie weet waar
hij nog een zevende vandaan haalt." De J.O.S.-man be
greep het niet. U natuurlijk direct, hè?
Na afloop van deze merkwaardige voetbalwedstrijd
deden zich meerdere belabberde dingen voor.
Gerrit ter Horst wilde maar niet ontwaken, 's Avonds
om 9 uur was men nog bezig. Voorgesteld werd om
hem zo te laten zitten tot de volgende Zondag en hem
kunstmatig eten te geven. Maar zijn meisje voelde
daar niets voor. Onbegrijpelijk overigens. Maar goed,
wij hebben ons nu eenmaal ook te storen aan de we
derhelften. Van Wally van Weelde dacht men dat hij
al helemaal „bij" was, en met nog starende ogen nam
hij een stevige slok van een kop gloeiend hete bouillon.
Vrijwel direct was hij toen weer bij de tijd.
Toch kon, alles bij elkaar genomen, de proef als ge
slaagd beschouwd worden.
Maar wat te doen als de tegenpartij hetzelfde kunstje
gaat uithalen?
Laten wij ons daar geen kopzorgen over maken en
met blind vertrouwen de loop der dingen afwachten. Het
tegenwoordige voetbal is het ruimschoots waard.
Want voorlopig gaan we toch lekker rustig zomer
sporten.
Rustig in ieder geval tot eind Juni!
JHR. VAN ROSSEM—DE GAULIN
gaan wij natuurlijk naar
in de Roelof Hartstraat nummer 34,
telefoon 2.0.5.8.0,
want hij levert ons steeds het
beste voor onze sportuitrusting
18