VAN ES
Rariteiten
De vrouu/en breken uit
jm
yj 'r e m f s
van Baerlestraat 39, tel. 20140
13egunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
~ir
Mijn gade stond zojuist te strijken, de radio had zij
vastgespijkerd op een station, dat zich beijverde om in
opmerkelijke volgorde een verbijsterende hoeveelheid
accoorden naar mijn geteisterd hoofd te smijten en al
dus geconcentreerd probeerde zij bovendien nog mijn
aandacht te vestigen op een ferme scheur in een mijner
overhemden.
Ik zou teveel met mijn armen smoezen stelde ze vast.
In het voorbijgaan op weg naar de' gemeenschappelijke
keuken, wierp ze een schemerlamp om, die triomfan
telijk in de glazen deuren van mijn (gevulde) boeken
kast viel, dewelke dan ook rinkelend protesteerden. Ik
deed uiteraard net of ik niets zag of hoorde en inspec
teerde inmiddels heimelijk mijn aimen, die zij orato
rische talenten had toegedacht. Verder dan enig ge
mompel uit de buikstreek kwam ik echter niet en be
paalde mii tot het luisteren naar de luidruchtige regel
maat, waarmee ons huidig servies het volgende meent
te moeten bespoedigen. Dat komt gedeeltelijk door die
pesthond, die in dit huis rondraast, gedeeltelijk door
mijn bepaald onheuse reacties op de irritante neder
laagjes van onze elftallen en gedeeltelijk door het stop-
perspilsysteem van mijn ega, wanneer ik het hoofd
stuk „Opvoeding der vrouw" van het alleszins lezens
waardige boekwerk „Het gelukkige huwelijk" wens te
behandelen. Voor die leden, die het nog niet weten;
het boek voorziet in een lang gevoelde behoefte.
Hoewel U dit allemaal niets aangaat, vertel ik 't toch,
al was het alleen om mijn contract na te komen.
Overigens heb ik nog eens lang en nadrukkelijk over
die ingooi nagedacht en ben toen tot de sensationele
en dus koesterende overtuiging gekomen, dat ik 't noch
met de een, noch met de ander eens ben. Ik ben van
mening, dat de ingooi afgeschaft moet worden. Wan
neer zo'n rotballetje het veld wenst uit te rollen, nou,
dan duvelt-ie maar op. Gewoon stuksnijden. Trouwens,
nu ik toch over spelregels bezig ben, stel ik voor die
twee maal drie kwartier ook af te schaffen. Doorspe
len tot we er bij neervallen. „We" is niet slecht, alsof
ik 't ooit in mijn (naar men ontkent) welgevormd hoofd
zou halen om te gaan voetballen. Men zou mij eenvou
dig luid uitlachen, men zou mij de graszoden om de
oren werpen. Trouwens, zie ik er uit als een vermoeid
stuk veestapel, dat Zondags anderhalf uur in de frisse
lucht moet. En dan die uitwedstrijden! In een bus, waar
verder niemand bij mag dan de andere slachtoffers
vergezeld van die samenzweerders, die iedere Dinsdag
avond geheimzinnig in een hoekje- kruipen en dan af
en toe iemand naar zich toelokken. Toen ik dat voor
het eerst zag, dacht ik (onnozel als ik was), dat ze het
koud hadden. Medelijdend begaf ik mij in hun nabij
heid. Vrienden, ik smeek U, verdien ik het om wegge
keken te worden? Toch eigenlijk jammer, want wie
zegt, dat in mij niet ongerepte talenten schuilen? Wel
licht ben ik rijp voor het Nederlands elftal. In gedach
ten zie ik reeds de hoogliteraire koppen in onze sport
bladen; „Debutant Frederik verrast met 77 doelpun
ten." En dan op de volgende pagina een enorme ad
vertentie, waarin mijn omvangrijke postuur zetelt.
„Voor ieder doelpunt één glaasje, dat is mijn devies."
Een forse handtekening, ziedaar de ruimte mijner toe
komst. Alleen vrees ik dan de' schampere opmerkingen
van nicht Aangetrouwde.
Ach nee, ik laat die talenten rustig sluimeren. Wel
terusten goede makkers
FREDERIK JE
Het begon met een naïeve, feestelijke circulaire van
een Watersport-Paviljoen aan de Braassemermeer,
waarin gezegd werd, dat de voetballende veteranen van
A.F.C. en A.S.C. (Leiden) met fanfare naar het speel
terrein geleid zouden worden. De Burgemeester zou de
aftrap doen, en voorts werden de muziek, keuken, com
fort etc. van het Paviljoen geroemd.
Wel, als je zo'n circulaire thuisgestuurd krijgt, dan is
het al mis wanneer je hoort „dat de vrouwen niet mee-
mogen". En hier schuilt de adder in het gras: elke ve
teraan doet zich voor als bonafide echtgenoot, en zegt
schijnheilig: „Van mij mag je wel mee, maar de ande
ren willen geen vrouwen mee hebben!"
Edoch, dat sprookje gaat niet meer op! Al pudding-
roerende zijn de veteranenvrouwen gaan gisten (neen
Heren, niet „schiften"!) en ziet, zo hier en daar, in de
doorgaans voor het oog althans vreedzame A.F.C.-ge-
zinnen, vloog een voetbalschoen of een ledenlijst naar
het hoofd van zo'n onschuldige veteraan.
Dit was de aanloop tot de oprichting van de thans
reeds beruchte V.V.V.V.V., de „Vereniging Van Ver
waarloosde Veteranen Vrouwen". De puddingroersters
verenigden zich onder de strijdkreet: „Wat, wij pud
dingroeren voor de visite van morgen? Wij laten ons
niet „ausradieren", wij gaan méé!"
Getelefoneer zonder eind: onze Leidse zusters wilden
wij ook opstoken, maar dat was heus niet nodig, de
dames gingen tóch al mee, waren trouwens al georga
niseerd in het schone verbond „De Nachtpit", met als
wapen een schone, wachtende vrouw bij een nachtpit.
„Joop, ik moet stokken hebben, voor een kinderop
tocht met lampionnetjes!"
„Jij hebt ook steeds andere geintjes!" mopperde hij.
Was het volkomen met hem eens deze keer, maar zo
verkreeg ik peilers, om clandestien gepikte voetbal
kicks, met bloemen lieflijk versierd, te torsen. We
moesten toch behoorlijk voor de dag komen in de op
tocht, niet waar?
De edele veteranen rgy hun beurt zaten ook niet stil
Zij kochten schouwburgkaartjes voor him vrouwen,
eentje kocht een heel Chalet voor z'n vrouw, een vol
gende gaf opgelucht zijn vrouw een maand extra huis
houdgeld. „Om gezellig uit te gaan met de andere
A.F.C.-vrouwen! Ha, ha, hoe verzinnen die vrouwen het.
Ga maar lekker uit, hoor kind!"
Nu, dat kwam wel voor elkaar. Helaas was het aan
tal aan kinderen gekluisterde vrouwen te groot om
massaal voor de dag te komen. Uiteindelijk waren wij
maar met z'n vijven van de V.V.V.V.V. ter opluistering
van het geheel aanwezig. Gelukkig is er nog één gentle
man in A.F.C. (neen, niet gij, waarde' lezer, maar Ge-
.JMB