t
(De Tiormandie
Llw kennissen en sportvrienden
Ons eerste elftal
ontmoet U in de
Bar - Bodega - Restaurant
en
Begunstiging van onze JJdverteerders, houdt de Schakel in stand.
Tijdens ome llieuwjaarsréunie heeft Jaap d Qohen („Jack Jr.
op de bekende limerick-melodie, ons eerste elftal met de
volgende ode bezongen, welke uiteraard daverend succes had
niet in het minst bij de spelers zelf.
Keeper ZIMMERMAN speelt met veel graasje,
En vol fantasie is ons baasje,
We smullen gewis,
Maar grijpt hij eens mis,
Is het goal, en dan zijn wij het haasje.
JOHNNIE CLAUS kan j'als back best vertrouwen,
En hij kan ook een bende verstouwen,
Hij speelt altijd met moed,
Nou, dat vind ik wel goed,
Maar hij moet meer zijn buitenman hou'en!
GER TER HORST kan goed schoten afvuren
en hij heeft nimmer grillen of kuren,
Hij speelt kalm en bedaard,
Dat ligt zo in zijn aard,
Daarom leggen ze'm wel in de luren!
PAULTJE MEYER speelt weer een paar weken,
En hij is heus een aanwinst gebleken,
Maar heeft hij het leer,
Nou, dan pingelt hij weer,
En opeens is de kans weer verkeken!
A.F.C.'s stopper spil GERRIE STALLMANN.
Geeft wel eens onzuiver een bal an,
Maar hij werkt met zijn kop,
Vangt daar alles mee op.
Want koppen dat kan Gerrie knal man!
k Smul altijd als ik COEN COLIJN's toet zie,
Als'k zijn vechtlust, zijn spel en zijn moed zie,
Maar door zijn animo,
Neemt hij veel risico,
En in eens is de bal dan weer foetsie!
CHRIS GELUK is een oersnelle rakker,
Wat hij doet is altijd voor de bakker,
Hij switcht en passeert
Daarin is hij volleerd,
Doch hij is ook heel dikwijls een .Kbangerd!
HENK SONNEVELT kan lekker lellen,
Hij weet zich ook puik op te stellen,
Hou je vast als hij schiet,
Maar lukt het hem niet,
Dan denkt hij: krijg jij maar de vellen!
De centervoor WALLY VAN WEELDE,
Die door zijn „brains" veel harten steelde,
Vond een scheidsrechter slecht,
Hij heeft het hem gezegd,
Zodat hij een maandlang niet speelde!
Captain DISSELKOEN, onze vriend Dickie,
Die kent zijn techniek op een prikkie.
Maar hij heeft vaak zo'n haast
En dan schiet hij er naast!
En dan schrikt Dickie zelf zich een mikkie!
BROER VELTEMA, hoor je ze loeien.
Die wordt in de toekomst een goeie!
Soms speelt hij wel knal.
Maar ik zag'm vaak een bal
In een vrije positie verknoeien!
Kom, jongens, grijpt je voetbalschoenen
En speelt dat A.F.C. je kan zoenen!
De puntjes zijn duur,
Maar sleept z'uit het vuur
En dan roepen we: hup kampioenen!