rond Nieuu/jaar
A.F.C.-Velox
Gedachten
J. W.
Begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
goals afgekeurd, in de tweede plaats waren wij niet gelukkig
met het schieten en ten derde kwam de tegengoal plotseling en
op gelukkige wijze acht minuten voor het einde, waardoor
Hilversum alles op alles zette en wij niet als tegen Volen-
dam risico wilden lopen. Een wedstrijd, die mij meer tevreden
heid gaf dan velen van onze bezoekers.
A.F.C.—P.S.V. 1—2.
Ook de üchtwedstrijd tegen P.S.V. gaf ondanks het harde
veld en het koude weer, waardoor er slechts geringe belang
stelling voor onze nieuwe prachtige verlichting bestond, re
den tot tevredenheid, al werd het 21 voor P.S.V. Deze
beide laatste wedstrijden mogen een aansporing voor keeper
Poelemeyer zijn, die zes weken geleden nog in het 7e speelde
en nu tweemaal verdienstelijk voor het eerste uitkwam, om-'
dat in Hilversum bij de stand 00 Joop Zimmerman door
een neuswonde moest uitvallen.
Z.F.C. II—A.F.C. II 7—2.
Na alle goeds sinds begin September, de débacle van
A.F.C. 2 gezien tegen Z.F.C. 2 te Zaandam. Rust 22, na
een achterstand van 10, door invaller De Groot zeer ver
dienstelijk en nuttig te hebben omgetoverd in een 21 voor
sprong.
In de tweede helft een zeer actief Z.F.C. 2, dat ons vol
ledig overdondert, tot 42 weet te komen, waarop wij
trachten te forceren. Doch in plaats van 43 wordt het
52 en ten slotte 72; jammer voor Poelemeyer, Adje
Kraal en De Groot, doch zeer duidelijk is gebleken, dat men
niet ongestraft zijn systeem in de steek kan laten. Het zal
met name aan Joop v. d. Voort, \Valter de Jonge en Jacq.
Mellegers duidelijk zijn, dat het stopperspilsysteem meebrengt,
dat ieder het zijne nauwgezet doet, en het zal zeker aan
Frans Heineman duidelijk geworden zijn, dat energie onder
alle omstandigheden gewenst blijft en aan Gerrit Hennuin,
dat hij zich ook niet méér kan veroorloven in het tweede
elftal dan hijzelf wel denkt.
De fouten zijn er en worden gemaakt om er van te leren en
ik geloof wel te mogen zeggen, dat wij weer iets geleerd
hebben.
EX-SPELER.
Het bestuur der A.F.C. brengt het volgende ter kennis van
de leden onzer vereniging:
Op Woensdag 29 December heeft in „Krasnapolsky"na
de behandeling door de protestcommissie van het protest
tegen ons derde doelpunt in de thuiswedstrijd tegen Velox een
bespreking plaats gevonden tussen A.F.C. en Velox. Van
A.F.C.-zijde waren aanwezig de heren Hauber, Nestelroij,
Janbroers, mr. Sabelson ten Wijnand van Velox-zijde de
voorzitter, secretaris, grensrechter, aanvoerder eerste elftal en
de geblesseerde doelverdediger
Deze bespreking had een bijzonder aangenaam verloop en
de tussen beide verenigingen gerezen misverstanden werden
besproken en tot aller genoegen uit de weg geruimd.
Besloten werd in „Geel-Zwart" en in de „A.F.C..Schakel"
het prettige verloop dezer bespreking te publiceren en bij
spelers en publiek er op aan te dringen te zorgen, dat toe
komstige wedstrijden tussen Velox en A.F.C. weer in de van
vroeger bekende sportieve sfeer zullen plaats vinden.
Namens het Bestuur,
G. H. Hauber, le Voorzitter.
Mr. A. Eijsvogel, le Secretaris
Wéér brandt het licht in het clubhuis aan de Wandelweg,
en, van de Amstelveenseweg „bestek nemend" op dat licht,
is het, alsof het de rol vervult van het vuur van IJmuiden of
van het vriendelijke rode knipoogje, dat Schiphol je toewerpt,
als je met een K.L.M.-vliegtuig laat binnenkomt.
Het vuur van IJmuiden, de knipoog van Schiphol kunnen
plotseling een warm gevoel bij je wakker maken, als je het
ineens ziet. Nou kom ik weer thuis, denk je dan. Nou is er
weer dat kleine en toch zo grote Holland, met z'n roddela-
rijtjes, z'n klein gedoe met z'n koppigheid, z'n hartelijkheid,
z'n warmte.
En als je dan de Wandelweg oprijdt en het is zo onge
zellig en koud er waait storm uit het Zuid Westen en
dooiend ijs ligt rillend onder windvlagen - dan wenkt daar
het licht uit het clubhuis. Nou kom ik weer bij A.F.C., denk
je dan. Nou is er weer dat kleine en toch zo grote A.F.C.,
met z'n roddelarijtjes, z'n klein gedoe met z n koppigheid,
z'n hartelijkheid, z'n warmte.
Een jaar geleden, denk je bij jezelf, kwam je net aan.
Hemel, wat een toestand was het in A.F.C. Ze „shanghaiden
je voor een handtekening, om een algemene vergadering bij
elkaar te roepen; het eerste stond onderaan, het tweede, het
derde, enfin het was een „grand sof de luxe.
En toen zag je „het eerste' spelen tegen U.V.V., dat bezig
was kampioen te worden. Je had, na die wedstrijd, de over-
tuigiing, dat er geen rechtvaardigheid meer in, deze wereld
bestond. Want je zag je eigen voorhoede precies acht maal
tegen de lat schieten een soort van een griezelig wereld
record en de verdediging zich drie minuten voor tijd ver
slikken. Dag met 't handje 10 voor U.V.V.
Maar je zag ook die gloeiende 91 in de beslissingswed
strijd tegen Z.V.V. en een stel puike degradatiewedstrijden
van het tweede.
En nu zijn we een jaar verder. Eerste en tweede bovenaan.
Nu ja, bovenaan Het tweede heeft zo juist met 72 ver
loren van Z.F.C. II, dat het helemaal tot 4 punten gebracht
had en het eerste is, wat je noemt, met de hakken over de
sloot gekomen tegen een lang niet best spelend W.F.C.
Hoe stonden we een jaar geleden, hoe staan we nu? Een
vergelijking lijkt zo verleidelijk en is zo gemakkelijk. Maar
ik geloof, dat wij te vaak en te veel naar de wedstrijden als
zodanig kijken. We jubelen bij een doelpunt, we kreunen bij
een gemiste kans, we bibberen bij een tegenaanval. We bellen
zes en twintig keer D.W.V. en de Spartaan op, hoe het
„staat" en tellen en hertellen onze punten als Lieftinck de
binnenkomende belastingbiljetten.
Maar we moeten, mteen ik, de ontwikkeling van de club
niet zien op korte, maar op lange termijn.
Dan zien we, dat de Elftalcommissie U weet wel, die
altijd van die sterke elftallen opstelt, zoals ze zelf zegt
bezig is een eerste elftal te bouwen, zoals wij dat sinds de
degradatie uit de eerste klasse in 1922 niet meer gehad heb
ben. Een elftal, bestaande uit elf voetballers met een aantal
reserves, waaruit we rustig kunnen putten, indien een of meer
spelers uit het eerste geblesseerd, ziek of verhinderd is.
Dan zien we junioren en adspiranten-elftallen met een spe
lersmateriaal, dat het allerbeste voor de toekomst doet ver
wachten.
Het „eerste" dit jaar kampioen? Wie zal het zeggen? Iedere
wedstrijd is moeilijk en ongelukjes liggen in kleine hoekjes.
Hoe staat A.F.C. er voor bij de aanvang van dit nieuwe
jaar?
Prima. Zo goed, als we er zelden hebben voorgestaan.
Want A.F.C. „wordt weer opgestuwd in de vaart der voet
balclubs" mocht het nu niet lukken over een paar jaar zijn
we tóch eerste klasse.
15