één fles! Spelregelproblemen Wat er met ons "eerste" ook sal gebeuren, Thea Scheepens levert wijn, jenever en likeuren. J3el Haarlem - één, nul. drie, negen, ses - Wbelkom iedere order, al is het maar Fa. Verkruysen de Lange ^Begunstiging van onse fldver Loerdershoudt de Schakel in stand. Het is een complex van netelige vragen waaromtrent onze redacteur, geroutineerd journalist als hij is, op de hem eigen nonchalant-charmante, maar niettemin dringende, ja dwingen de wijze, de mening van ons, oud-scheidsrechters, vraagt. Deze vragen zijn als volgt samen te vatten: I. A. Moet de scheidsrechter uitsluitend afgaan op de in structies van de Bond en de spelregels of mag hij ook op „feeling" en psychologische kijk afgaan? B. G'ebeurt dit laatste in de praktijk niet? II. A. Hoe staat het met de grensrechters? B. Weet de scheidsrechter na 85 minuten nog niet, of hij de club-grensrechters kan vertrouwen? Mijn mening gaarne voor een betere gevende meen ik deze vragen hoewel ik de spelregels niet bij de hand heb als volgt te mogen beantwoorden: I. A. De scheidsrechter is ongetwijfeld verplicht de spel regels juist toe te passen hetgeen medebrengt, dat hij slechts mag straffen voor Overtredingen welke hij heeft waargenomen; aan instructies van de Bond is hij m i. slechts in zoverre gebonden als deze in de spelregels zijn opgenomen. Het voorafgaande brengt onafwijsbaar mede, dat „fee ling", „psychologische kijk", „intuïtie" en andere psy chologische factoren hem niet tot enige beslissing mo gen leiden. I. B. Niet zonder schroom geef ik antwoord op deze vraag, welke in feite immers neerkomt op de vraag: „Komt het niet voor, dat de scheidsrechter bewust de spel regels overtreedt?" Hierop kan een scheidsrechter slechts voor zich persoonlijk antwoorden, omdat het VERTEGENWOORDIGSTER VAN Bakenessergracht 23-25 Haarlem Telefoon K 2500-10396 voor hem onmogelijk is te controleren welke motieven zijn collega's tot hun beslissing hebben geleid. Op gevaar van critiek van daartoe bevoegde zijde acht ik het mijn sportieve plicht te erkennen, dat ik ongetwijfeld soms voor overtredingen heb gestraft van welke ik niet met de hand op het hart zou hebben kunnen verklaren, dat ik deze had „waargenomen"; ik voeg daaraan evenwel toe, dat dit zonder uitzon dering „lichte" overtredingen betrof, met name nooit het toekennen van strafschoppen en evenmin het toekennen van doelpunten waarvan ik niet had waar genomen, dat zij en wel op regelmatige wijze waren tot stand gekomen. In het algemeen echter zijn psychologische invloeden, van welke aard ook, voor een scheidsrechter uitermate gevaarlijke gidsen: zij leiden licht tot vooroordelen, b.v. tegenover spelers, die zich reeds 'eerder (zelfs in vorige wedstrijden) her haaldelijk aan overtredingen schuldig maakten. Resu merende geef ik op deze vraag ten antwoord, dat ik de indruk heb, dat vele scheidsrechters bij wijze van uit zondering wel eens een beslissing nemen gegrond op iets anders dan eigen waarneming doch dat zulks stel lig geen aanmoediging verdient. II. A. De scheidsrechter is bevoegd, doch niet verplicht, zich te Verstaan met, en te gedragen naar de mening van clubgrensrechters. II. B. Vergeeft en begrijpt mij wanneer ik het beginsel ver kondig, dat goede uitzonderingen daargelaten de scheidsrechter in gevallen betreffende doelpunten en strafschoppen niet op clubgrensrechters kan bouwen. Het is verre van mij deze grensrechters van oneerlijk heid te betichten maar bij deze materie speelt het on derbewustzijn m.i. een grote rol: de bedoelde functiona ris is de „clubman", ziet de dingen anders dan de onbe wogen „neutrale" rechter; zonder het te weten vreest hij felle critiek uit eigen kamp; hij beseft, zonder het te willen, wellicht, dat zijn collega het anders zou doen, etc. Dit alles is begrijpelijk, menselijk maar on controleerbaar. Al deze factoren leiden mij tot de con clusie, dat een oprecht en eerlijk grensrechter, die voor „ingooien", en andere lichte overtredingen volkomen betrouwbaar is, toch niet de ware Jacob kan, worden genoemd waarop de scheidsrechter bij zijn beslissingen t.a.v. doelpunten, strafschoppen e.d. zich kan verlaten. Na aldus naar beste weten de gestelde vragen te h'ebben beantwoord moge ik nog enkele opmerkingen plaatsen i.v.m. het gebeurde in de wedstrijd AJAXS.V.V. (waarvan ik niet veel meer weet dan wat onze redacteur dienaangaande heeft vermeld). Met alle waardering voor de algemeen erkende capaciteiten van de Heer van der Spek vraag ik mij af, of diens stellig verdedigbare beslissing practisch voldoende gefundeerd en juist was. Mij is nl. niet gebleken, dat de Heer v. d. S. aan beide grensrechters heeft gevraagd, óf er een overtreding, welke met een strafschop diende te worden bestraft, was begaan: het wegdragen van Guus Drager op een brancard leverde m.i. voldoende grond op voor het stellen van die vraag voor een scheidsrechter wiens uitzicht was „belemmerd" (bedoeld moet zijn „benomen"), al behoeft de verwonding van Drager niet te zijn veroorzaakt door enige opzettelijke over treding. Ware bedoelde vraag gesteld zo zouden er drie mogelijk heden zijn geweest *wat de antwoorden betreft: öf beide grensrechters zouden bevestigend hebben geant woord en dan had de Heer v. d. Spek met een volmaakt gerust geweten een strafschop kunnen toekennen: öf èèn van beide grensrechters zoude bevestigend hebben geantwoord in welk geval de arbiter met een ongerust ge weten een strafschop had dienen toe te kennen, zijn relaas „tegenover de journalisten" reserverende voor de protestcom missie (indien SV.V. al een protest zou hebben ingediend) deze Commissie had dan a tête rieposée achter de groene tafel kunnen beslissen en tonelen welke de sport slechts schaden en onnodioe animositeit verwekken waren achterwege gebleven. 9

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1948 | | pagina 9