t
De normandie
m
Uw kennissen en sportvrienden
I
ontmoet U in de
Bar - Bodega - Restaurant
en
begunstiging van onze Jddverteerdershoudt de Schakel in stand.
verslag begon met de stand 21 in ons voordeel, werd toen
afgebroken en toen het weer begon, was het 23 wel een
teleurstelling dus. Maar enfin, we hebben nog steeds alle
kansen in eigen hand.
In mijn vorige brief schreef ik, geloof ik, dat hier in Palem-
bang nog niet zo veel aan sport werd gedaan. Nu, daar is
de laatste tijd wel verbetering in gekomen. We hebben hier
de P(alembangse) S(port) C(lub), hoofdzakelijk een club van
burgers, die tal van takken van sport beoefent. Het eerste voet
balelftal speelt in de Hoofdklasse van de Palembangse Voet
bal Bond, die uit tien clubs bestaat. De competitie is nu voor
circa drie vierde klaar en de a.s. kampioenen zijn het elftal
van 5-3 R.I., een behoorlijk sterk team, o.a. m'et de links
buiten van D.F.C. I. J.l. Zondag speelden wij tegen dit elftal
en verloren eervol met 31 na ruststand 00. We staan
nu meen ik op de vierde plaats van de ranglijst. Behalve in
het voetbalelftal speel ik in het eerste hockeyelftal van P.S.C.
er bestaat echter geen hockey-competitie, doch af en toe wor
den er wedstrijden gespeeld tegen B.P.M., Stanvac of mili
taire elftallen. Tot nu toe hebben wij daarbij geen enkele
nederlaag geleden.
Verder speel ik regelmatig tennis. Sinds enige maanden
heeft de P.S.C.-baan een verlichtingsinstallatie gekregen, zo
dat er ook des avonds gespeeld kan worden, hetgeen met het
oog op de temperatuur zeer aangenaam genoemd kan wor
den. Nu ik het over temperatuur heb, de afgelopen weken zijn
de warmste geweest, die ik tot nog toe in Indië heb mee
gemaakt. De regen wou maar niet komen en er was een
drukkende hitte, zodat zelfs de bekende koele Palembangse
nachten van het tapijt verdwenen waren. Gelukkig is de regen
nu sinds Maandag j.l. losgekomen, al heeft dit weer het na
deel, dat de tennisbaan vrijwel elke dag onbespeelbaar is.
Enfin, helemaal goed is het nu eenmaal nooit.
Last but not least, een dikke brief van onze trouwe scribent
Korp. Nico Bijl. Vijf, aan beide zijden volgetypte foliovellen
met „Mededelingen" van zijn militaire (gelukkig tijdelijke)
voetbalclub maken dit luchtpostepistel zo voluminieus. We
gens plaatsgebrek kunnen deze niet worden overgenomen,
doch ondergetekende is gaarne bereid, ze uit te lenen. Nico
Bijl schrijft o.a.:
Als ik terugkom ga ik stellig weer naar Amstelveen, het
„gat" waar ik in mijn jeugd gewoond heb. Toen ik in 1930
lid van A.F.C. was, was het werkelijk een gat. En als ik
dan kwam trainen of een wedstrijd moest spelen voor Adspi-
ranten 1 en/of Junioren I maakten de jongens er onmiddellijk
gebruik van mij te „negeren" met b.v.: „Zoë, zoë en 'eb jij
de koeiie al 'molleke Boertje?" Er zijn echter heel wat wijken
ntet huisjes en villa's in de loop van de tijd in Amstelveen
bijgekomen zodat deze plaats uitgegroeid is tot een bijna vol
maakt forensendorp. Waar ik vroeger practisch de enige was,
wonen er nu zelfs heel wat A.F.C.-ers,
Maar nu iets anders. Waar ter wereld het bruine monster
maar op een stuk open veld werd getoond, daar wordt ge
voetbald. Verknocht als ik nu eenmaal ben aan deze tak
van sport, heb ik mij ook in de tropen hieraan gewijd. Er
draait hier in Bandoeng een militaire competitie en ons on
derdeel, de V.B.D.A., doet met liefst 5 elftallen mee. Dat we
het lang niet gek doen kunt U het beste concluderen uit bij
gesloten „MededelingenbladNadat ik enige tijd uitgescha
keld was vanwege een pijnlijke knie, ben ik het weer eens
kalmpjes aan gaan proberen. En na een beetje training en een
oefenpartijtje, gaat het heus wel weer. Grappig is daarbij te
constateren dat de eens aangeleerde techniek absoluut niet
vergeten is. Zo heb ik nog steeds heel wat overgehouden
uit de trainingsuren onder leiding van Bromilow (de onverge
telijke), Dolf van Kol e.a. doorgebracht. Ja, als ik aan die
tijd terugdenk is het altijd met het grootste genoegen. (Jeug
dige A.F.C.-ers. Hoort, hoort! Red.) Maar daar hoop ik U
wel eens persoonlijk over te vertellen. Misschien het volgend
jaar al, want ik ga na mijn diensttijd eerst naar huis terug; wat
nogal logisch is na een afwezigheid van haast 5 jaar!
B. S. LE MARCHÉ.
14