VAN ES
De olifant
Van alles w/at
van Baerlestraat 59, tel. 20140
Begunstiging van onze Adverteerdershoudt de Schakel in stand.
19
Als U in Engeland komt, ziet U daar aanplakbiljetten,
waarop een olifant is afgebeeld, waarnaast een joi?g echtpaar
staat, dat kennelijk van plan is de nodige inkopen te doen.
Onder dit beeld staat de zin:
„Don't buy, what you don't need".
Met een variatie op deze slagzin zou ik willen zeggen:
„Buy, what you need".
En dan doel ik op de doelpunten, die er door onze elftallen
gemaakt moeten worden. Speciaal tot het eerste elftal wil
ik met kiem zeggen: „Koop ze." Koop ze; door je tijdens de
wedstrijden, er geheel voor in te zetten. Koop ze; met je
enthousiasme en doorzettingsvermogen. Is de tegenpartij je met
kopen voor geweest, dan ruil je dat doelpunt in voor een van
jullie en je gaat daar?
Laat je niet ontmoedigen door een achterstand of een schijn
baar verloren wedstrijd. Voordat het eindsignaal geklonken
heeft is geen enkele wedstrijd verloren. Sluit je aaneen, alle
elf tot een coöperatie, met het doel doelpunten te kopen en ze
zo duur mogelijk te verkopen.
Aan de bovenste plaats durven velen nog niet te' denken,
maar heus dit behoeft voor A.F.C. geen „witte olifant" te
zijn. Dit is te bereiken; en denk eraan, dat je heus niet onge
slagen kampioen wordt.
Bij de komende wedstrijden spreken we dus af, dat we aan
het olifantje zullen denken en aan zijn kracht, die we geza
menlijk zullen trachten te ontplooien.
„We?" Ja, lezer ook wij die op de tribune zitten. Wij zullen
geen op- of aanmerkingen meer laten horen, maar ons enthou
siasme en onze aanmoedigingen zullen de wedstrijd helpen
winnen. Wij zullen trompetteren als een olifant en ons eerste
zal zich hierdoor moreel gesteund voelen.
Dus a.s. Zondag denken we allemaal, op de tribune en in
het veld, aan de olifant; dan immers:
„We can buy, what we need."
OJÉ.
Het was in de tijden van Débédéas, toen de olifanten nog
voor de ramen klaverjasten, toen A.F.C. nog deelnam aan
het voetbaltournooi om het kampioenschap van Nederland.
Wij hadden in die tijden supporters van alle rangen en stan
den, vaak jonge knapen met Rood-Zwart-bloed in hun aderen,
die om zo te zeggen met A.F.C. opstonden en er mee naar
bed gingen.
A.F.C. moest in Breda spelen tegen N.A.C. dus niet
bepaald naast de deur. De reis per trein heen en terug was
voor een gewone knaap uiteraard niet te betalen dus ped
delden twee A.F.C.-junioren op die bewuste Zondag nog voor
het ochtendgloren Groot Mokum uit: richting Breda! De op
mars van ons duo verliep echter niet volgens plan. Er kwam
meer dan één kink in de kabel, zodat de pont van Gorkum
niet tijdig kon worden „genomen,Daar bovendien één van
de banden van onze peddelaars tussen de bedrijven door de
geest had gegeven, moest het laatste gedeelte van de kruistocht
op andere wijze worden volbracht. Men legde hutje-bij-mutje
en stoomde om half vier Breda binnen. Nog juist bijtijds
om het terrein te bereiken en daar van de spelers te vernemen,
dat A.F.C. met 10 had gewonnen.
Onze peddel-pioniers kregen echter loon naar werken: de
terugreis per trein met „De Grote Elf', een „etentje" in „Kras"
met de voetbalartisten; van het ee'rste een half flesje wijn
toe, dat één van de peddelaars onaangebroken liet staan,
omdat hij geheelonthouder was.
Moet-je-nu-eens-om-komen! De tijden zijn veel veranderd
Amsterdam is nog wel niet A.F.C.-minded, doch onze club
is bij thuiswedstrijden toch aardig in trek. Onze fietsenbe-
waarde'r kan er van mee praten. Bij de wedstrijd tegen „de
Spartaan" kon hij het niet meer af. Er vormden zich twee files
van rijwielen op de Wandelweg, die het verkeer belemmerden.
Dit was nog niet zo erg, maar onze vaste klanten moesten een
kléin kwartier in de rij staan, voordat zij tot de stalling kon
den worden toegelaten. Ik vind, dat wij voor een betere ser
vice moeten zorgen: er moeten één of twee jongste bedienden
bij komen of anders moet er maar een derde „brug" over het
A.F.C.-kanaal worden geslagen en meer volwassen personeel
„in dienst" worden genomen.
Men heeft mij verteld, dat er met de jerseys van het eerste
elftal van A.F.C. zonderlinge dingen gebeuren. Niet dat zij
vlak voor de wedstrijd door één of ander fijn sopje van doping
worden gehaald, zodat de spelers die de klamme truitjes over
het lichaam trekken daarvan tijdens de competitierace op de
een of andere wijze de vruchten zouden plukken. Daarvan is
uiteraard geen sprake. Maar toch komen, althans 'bij de uit
wedstrijden, de jerseys niet uit de voetbalkoffers van de spe
lers te voorschijn. Zij moeten vaak een hele lijdensweg afleg
gen, voordat zij te bestemder plaatse zijn gearriveerd.
Een aardige dame, in A.F.C.-kringen niet onbekend, heeft
mij voor de goede gang van zaken op inderdaad charmante
wijze in mijn oor gefluisterd, dat het transport van de jerseys
naar de „vreemde" voetbalvelden niet geschiedde, zoals een
gewoon mens zou mogen verwachten. Ik heb op mijn beurt
mijn „Eleonoratoen ook maar wat in haar oor „gelispeld".
En toen fluisterde zij weer wat terug, waarop ik natuurlijk
voor de goede orde weer prompt haar oor „belispe'lde".
Enfin het einde van de fluister-lispel-campagne was ten
slotte, dat het hoge woord er uit kwam: de jerseys werden,
wanneer A.F.C. op stap ging naar de binnenlanden van
Noord Holland of Utrecht bij een zeer intieme „kennis" van
haar bezorgd, die er dan voor moest zorgen, dat die rood
zwarte truitjes tijdig op het „vreemde voetbalveld" versche
nen. Dat was vaak geen; gemakkelijke taak, omdat die truitjes
dikwijls waren verpakt op een wijze, die voor een jongste
bediende op een emballagekantoor ontslag zou hebben be
tekend.
Mijn „Eleonora" deelde mij nog mede', dat haar „kennis"
het op hoge prijs zou stellen, indien een andere „firmant" van
het A.F.C.-huis met het truitjes-vervoer zou kunnen worden
belast. Hij had reeds kopzorgen genoeg „with the technical
and tactical preparations of the team before the game," aldus
mijn „Eleonora".
Ik heb haar beloofd deze „jersey-affaire" onder de aandacht
van Zijne Excellentie „Minister van de Afdeling Goederen-
Transport" van de A.F.C. te zullen brengen een verzoek
waaraan ik hierbij op behoedzame wijze met gepaste aandrang
en verschuldigde eerbied voldoe, 't welk doende',
REX.