VAN ES
Uit de Tropen
van Baerlestraat 39, tel. 20140
begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
Op mijn brief aan „De Heren Zeventien" van 17 Augustus
j.l. mocht ik verscheidene antwoorden ontvangen. De belang
rijkste passages hieruit volgen hieronder. Het zal „De Heren
Zeventien" belang inboezemen dat ik getracht heb dispensatie
te verkrijgen van de nieuwe voorwaarde die P. en T. thans
stelt, n.l. dat ook het thuisfront thans uitsluitend gebruik moet
maken van postbladen voor militairen wil het binnenlands
posttarief geldig zijn. Het gekke is dat men ook vervalt in
het gewone luchtposttarief wanneer men zijn brief niet zwaar
der maakt dan het gewicht van een postblad.
Nog gekker is dat als luchtpostpapier gebruikt wordt, men
onder het postbladgewicht büjvend, twee maal zoveel kan
schrijven. Bovendien moet ik luchtpostpapier blijven gebruiken
omdat mijn brieven, zoals U weet, in 17-voud gaan. Op grond
van het feit dat ik 17 brieven van hetzelfde formaat en de
zelfde inhoud tegelijk aanbied vroeg ik ontheffing. Behoef ik
U nog te zeggen dat ik nul op het request kreeg? Ik zal nu
17 keer een postblad moeten tikken. Maar dat kost een zee
van tijd en de brieven zullen belangrijk korter worden. En
dat terwijl ik zoveel te vertellen heb. Js er onder jullie „Heren
Zeventien" niet één die bij de militaire instanties de kat de
bel kan aanbinden? Of anders: Schrijf alle 17 naar een be
voegde instantie, misschien helpt het (niet).
G. van der Neut, wiens adres als volgt veranderd is:
28.61.20.391, Staf Inf, XV, Pare 2.R.Z.C., Veldpost Makassar,
schrijft ons uit Paré Paré het volgende:
„In de eerste plaats verzoek ik U mij te excuseren voor het
feit, dat ik zo laat ben met bedanken voor het pakketje en
de tijdschriften. Ik ben n.l. een poosje gedetacheerd geweest
en ben Uw adres kwijtgeraakt. Ik hoop echter dat de Hr.
Kuggeleijn inmiddels mijn dank aan U en de leden van de
Commissie Indië speciaal en in het algemeen aan de leden
van de A.F.C. heeft over gebracht. Het pakket en de tijd
schriften waren allebei zó. (Bij het „zó" wordt overal in
Indië de duim opgestoken als teken van waardering).
Het gaat hier nog steeds kalm zijn gangetje; op het ogénblik
is er enige afwisseling door de Jubileumfeesten, die zo goed
en zo kwaad als het ging in elkaar zijn gezet. Ik ben dank
baar voor het feit dat ik zo goed in staat word gesteld de
verrichtingen van de A.F.C. te volgen en op het ogenblik
ben ik weer erg nieuwsgierig, hoe het eerste er het heeft af
gebracht op de A.R.O.L. Als het maar niet een grootse
A.R.O.L. wordt met een middelmatig seizoen. Dan liever
andersom! (Met de uitvoering van deze „order" is een begin
gemaakt Red.) Het zou me anders wel wat waard zijn
weer eens een A.R.O.L. mee te maken. Laten we het maar
houden op de A.R.O.L. van 1950, want hopen op die van
volgend jaar is een beetje té optimistisch met pas tien
maanden tropendienst, die me nog steeds best bevallen zijn.
Ik moet hier weer eindigen. Een stevige poot en hartelijke
groeten van
Hans Schooneveldt, die thans in Modjosari zit, dankt har
telijk voor de pakketten en zegt dan voorts:
„Dit seizoen zal ik nog steeds om de Schakel zitten springen
doch het volgend seizoen hoop ik zelf weer op de tribune te
zitten en dan te zienEEN EERSTE KLAS wedstrijd."
Uit Medan komt melding van Arnold Bos. Daar komt hij:
„Hier is dan eindelijk mijn eerste persoonlijk schrijven van
een van de „Heren Zeventien" Zeer verbaasd was ik reeds
enkele weken na mijn aankomst de „Schakel" en andere bladen
te ontvangen. Met grote belangstelling heb ik het eerste elftal
de vorige competitie zien beëindigen in een zenuwslopende
eindspurt. Maar nu ik hier in de Tropen zit, hoop ik dat ze
het verder zullen brengen wat mij wel gerechtvaardigd lijkt
m.b.t. de optimistische klanken in de „Schakel". Vele vrienden
uit de sportwereld heb ik hier ontmoet, alsmede ook de oud-
eerste elftal speler Jaap Fischer waar ik altijd met grote har
telijkheid werd ontvangen en aan wie ik dan ook de laatste
nieuwtjes van de A.F.C. heb verteld. Over enkele maanden
zult II hem kunnen ontmoeten op het A.F.C.-veld, aangezien
hij met verlof naar Holland komt en natuurlijk zijn oude liefde
niet zal vergeten.
Om nu even over te gaan tot de aanleiding van mijn schrij
ven; ik ben overgeplaatst naar Medan d.w.z. naar re hitte.
Mijn adres is nu als volgt: Huzaar 1ste klas: A. J. Bos,
27.06.01.079, 5de Eskadron Vechtwagens, 3e Reg. H. v B.
p/a 1ste Esk. Pantserwagens, Medan.
Tot slot groet hij al zijn vrienden en kennissen en wenst de
gehele A.F.C. een voorspoedig seizoen."
En daar komt Balik Papan aan de lijn; Bob Spelter;
„Hier is weer eens een levensteken van een der „Heren
Zeventien" uit het verre Balik Papan. Tot nu toe weet ik
alleen dat A.F.C. in de A.R.O.L. gestruikeld is over Volendam,
maar sindsdien zal er door het eerste en andere elftallen wel
meer gespeeld zijn. Mijn broer, die na een jaar verblijf in een
sanatorium, plotseling een kansje kreeg de A.R.O.L. te be
zoeken, schreef mij dat er zoveel veranderd is op en om de
A.F.C. Ik vermoed natuurlijk dat hij de 2e en 3e elftallers
van een jaar geleden haast niet gezien heeft en zodoende zijn
sfeer miste."
Van Borneo naar Bandoeng, ce n est qu'un pas, hier komt
Hoogenstrijd:
„Mandag j.l. werden er 2 pakketjes bij mij binnen gebracht,
waarvan een lectuur en het andere eterij bevatte. Een vriend
van mij had de pakketjes meegenomen uit Buitenzorg waar ze
terecht gekomen waren. Dit komt omdat mijn adres bij U niet
bekend is. Sinds een paar maanden lig ik niet meer bij de
Inf. Br Tpt. Cie. maar bij de: Staf A.A.T., C. Div. „7 Dec.",
No. 25.12.07.043, Bandoeng.
Ik zeg U hartelijk dank voor de pakketjes. De lectuur was
aardig welkom want vooral Engelse tijdschriften zie ik hier
niet veel. De sigaretten hebben we dadelijk aangebroken.
Wat een verschil met de geprezen „Highway" die wij krijgen.
(In de wandeling Heimwee genoemd. Red.) De overige in
houd van ht pakket zijn we trouwens toch even later achter-
aangegaan. Gisternacht, na een verwoede schaakpartij, kwa
men we tot de ontstellende ontdekking dat we een beest
achtige honger hadden. A.F.C. werd de redder uit de nood.
Het blikje bonen in tomatensoep werd te voorschijn gehaald.
Nog een blik erbij met benzine en's nachts half twee:
hete bonen. Ne enige strubbelingen, zoals half verbrande vin
gers, gevaar voor aanbranden e.d. werden de bonen opgediend.
Met als dessert: bramen op sap! Beter kon het niet."
We blijven nog even in Bandoeng, want hier komt Nico Bijl:
„Gisteren ontving ik weer een pakje uit Holland, inhoudende
allerlei begeerlijkheden, met het bekende stempel. Dan is er
ook niet meer de vraag: „Van wie zou het zijn?", want je
weet onmiddellijk: „Ha, dat is van de Good-Old", en be-
9