Beschamend
Van een buitenlid
J. W.
Begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
Het wordt, dunkt ons hoog tijd, dat de redacteuren van de
clubbladen der voetbalclubs een woord van ernstig protest
laten horen tegen de wijze, waarop overigens ter goede naam
en faam bekend staande persoonlijkheden uit de voetballerij
en de sportjournalistiek elkaar in enkele der bekendste voet
balbladen uitschelden.
Men weet zo langzamerhand -tot meer dan vervelens
toe waarom het gaat: het „debat'' over de wenselijkheid,
om voetbalelftallen volgens het stopperspilsysteem te laten
spelen.
Het is begrijpelijk en wenselijk, dat sportjournalisten zich
niet alleen bepalen tot het schrijven van wedstrijdverslagen,
maar zich ook uitspreken over alle mogelijke kwesties, die
zich in de voetbalwereld voordoen, als het amateurisme, de
stemmenverhouding in de K.N.V.B., de handhaving van de
promotie- en degradatiewedstrijden, de techniek en de tac
tiek, etc.
Het is echter onbegrijpelijk en onwenselijk, dat degenen, die
uit hoofde van beroep of functie hierover schrijven, dit
doen op een wijze, die beschamend is voor de Nederlandse
voetbalwereld als zodanig. Het is onbegrijpelijk en onwense
lijk, dat een polemiek ontaardt in scheldpartijen, waarvoor de
legendarische „viswijven" zich langzamerhand zouden scha
men.
Als wij een beroep doen op de betrokken schrijvers, om
zich tc matigen en het persoonlijke element uit de debatten te
weren, dan doen wij dit om verschillende redenen.
In de eerste plaats om het aanzien van de voetbalsport in
Nederland. Hoe moeten dc toch nog altijd zeer velen, die
smalend spreken over die voetbalverdwazingwel reageren,
als ze bij voorbeeld lezen, hoe een Nico Bouvy en een Van
Emmenes elkaar te „grazen nemen
In de tweede plaats om het aanzien van dc voetbaljourna-
listiek. In andere sectoren van de journalistiek polemiseert
men óók doch dan doet men dit over de zaak zélf, niet
over de schrijvers. Het is niet ongebruikelijk bij Nederlandse
journalisten, dat zij van mening verschillen over het Marshall
plan, de Benelux, de subsidies op het levensmiddelenpakket,
de economische ontwikkeling van Indonesië etc. Terwijl het
ons voorkomt, dat deze onderwerpen voor het welzijn van de
volken van het Rijk der Nederlanden wellicht nóg belangrijker
kunnen zijn zijn dan de vraag, of Appingedam III of Sas van
Gent II met een stopperspil speelt, beperken de bladen, die
hierover schrijven, zich tot het weergeven van hun standpunt.
En dc schrijvers daarover degraderen zich niet tot scheldende
kwajongens met de stijl van: „Jij weet er lékker niks van" of:
„Jij gaat lékker naar Makassar, wat een slag
In de derde plaats om de toekomst van de sportbladen zelf.
De sportbladen met name de voetbalbladen hebben na
de oorlog een fantastische bloei beleefd. Uitgevers, die vóór
de oorlog hun naaste medewerkers een borrel aanboden bij
de 3000ste abonné en een daverend diner bij dc 5000ste,
draaien hun hand nu niet om voor een oplage, die 10 maal
zo groot is. Voornamelijk spruit die toeneming voort uit het
feit, dat de dagbladen door hun geringe toewijzing van papier
geen voldoende plaatsruimte aan de voetballerij konden ge
ven. Doch dit verandert en de koopkracht van het publiek
verandert. De ene wijziging voltrekt zich in positieve, de
andere in negatieve zin. Dan zal de sportpers zich slechts
zij het tóch al op een numeriek lager niveau kunnen
handhaven, als het „voetbalvolk" vertrouwen heeft in die
sportpers, de voorlichting in die Pers apprecieert, omdat zij
objectief, correct en vakkundig is.
Hiervan is thans helaas weinig sprake.
Tot mijn genoegen zag ik in de laatste uitgave van de
Schakel, dat onze nimmer versagende Redactie erin is ge
slaagd buitenlid Oost een artikel „af te persen". Mijn half
broeder heeft een welversneden pen en de Redactie mag
zich gelukkig prijzen, indien zij hem ook verdere copy kan
ontlokken. Bovendien heeft hij steeds een nauwer contact
met de club gehandhaafd dan ik, zodat hij uit dien hoofde
ook over meer stof zal beschikken!
Zo heeft dan onze goede A.F.C. het seizoen geopend met
een serie overwinningen. Na de beide eerste wedstrijden ech
ter, voelde menig lid, door de ervaring wijs geworden, een
lichte onvoldaanheid omdat alle doelpunten slechts door een
enkel speler werden gescoord en zij zagen deze goalgetter
reeds hetzelfde lot beschoren als Charles Lungen. Deze toch
had iedere wedstrijd de voortdurende belangstelling van drie
vier spelers van de tegenpartij, een attentie waaraan hij zich
met zijn uitgebreid en geheel eigen repertoire van listigheden
slechts nu en dan wist te onttrekken, maar dan ook prompt
ten nadele van zijn tegenstanders. Konden deze echter Lun
gen een gehele wedstrijd bedwingen dan hadden zij daarmede
met zekerheid de gehele A.F.C. voorhoede in hun zak.
Het is daarom zo verheugend dat de andere spelers hun
schroom hebben overwonnen en ook hun aandeel in de
score zijn gaan bijdragen. Hopenlijk geeft dit eerste succes
deze spelers het nodige zelfvertrouwen.
Zelfvertrouwen toch is voor ieder sportman een nood
zakelijkheid op zijn weg naar succes.
Dit doet mij denken aan een verhaal van de Amerikaan
O'Henri, dat ik hier in korte trekken wil weergeven, terwille
van de moraal die er voor onze leergierige jeugd in steekt.
In het land der onbegrensde mogelijkheden dan liep eens
een jong bokser rond, die over zoveel technische en tactische
gaven, gepaard aan een venijnige punch, beschikte, dat ei-
voor hem geen gelijkwaardige tegenstander was te vinden in
dat geweldige land, waar overigens de boksers opschieten
als bij ons de kooL
Deze superioriteit kon onze jonge bokser evenwel alleen
aan de dag leggen in onofficiële ontmoetingen met tegen
standers. Nauwelijks was hij voor een echte match uitver
koren of de moed zakte hem in de schoenen, zijn zelfver
trouwen liet hem volkomen in de steek en eenmaal in de
ring was hij dermate geïmponeerd door de omgeving, dat hij
begon te trillen als een espenblad en voor elke willekeurige
tegenstander een gemakkelijke prooi was.
Ergo ging het deze bokser erg slecht en zijn humeur was
navenant Op een avond wandelde hij moedeloos en luste
loos op een der avenues toen een aantal Heren in avond
toilet een groot hotel verliet. Zo had ik zelf kunnen lopen,
bedacht hij en uit louter narrigheid botste onze vriend tegen
een der Heren op. Op woorden volgden al spoedig slagen.
Dit was nu juist een kolfje naar de hand van onze bokser
en binnen enkele tellen sloeg hij zijn tegenstander knock out.
„Allemachtig man sprak een der andere Heren toen,
„weet jij wel wat je zo juist gedaan hebt? Je hebt de wereld
kampioen knock out geslagen".
Onze bokser viel flauw.
Een sterk verhaal? Toegegeven, maar niemand zal kunnen
ontkennen dat, om in welke sport ook te slagen, zelfver
trouwen een zeer voorname factor is.
Zodat ik maar zeggen wil, dat onze nieuwe goalgetters
op de ingeslagen weg moeten doorgaan.
BUITENLID (West).