Adspirantje
0jio-tibc.Pioene.ti
begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
over een burgermansvermogen beschikken. Volkomen in over-
eensemming met het hedendaagse democratische tijdperk. Mijn
liefje wat wil je nog meer! ën omdat, indien
ik het zo eens mag zeggen, „ces-extremes se touchent
in het A.F.C.-milieu, moet er orde en u-egel zijn, moet er een
enquête-commissie zijn, die wikt en beschikt
Men heeft mij verteld, dat de hoge heren in A.F.C. het
niet eens zijn over de A.F.C.-ertjes in de dop. Er schijnt
zich voor het jcngens-voetbalkoor zovel „grut aan te mel
den, dat men met de handen in het haar zit en naar een middel
zoekt om de „zondvloed" te kunnen stuiten. Er schijnen stem
men te zijn opgegaan om de jonge voetbal-veulens, die in de
A.F.C.-wei wensen te grazen, stuk voor stuk aan een soort
van technisch en tactisch onderzoek te onderwerpen om zo
doende het kaf van het koren te kunnen scheiden. En dat
zou dan moeten gebeuren door de A.F.C. voetbal-profes
soren, die uiteraard de wijsheid in pacht hebben. Maar
en daarmede moet men natuurlijk eveneens rekening houden
er zijn ook professoren, die verstrooid zijn
Het laatste woord over dit chapiter zal dan ook nog wel
niet zijn gesproken. Echter wel door mij, want ik zal wel
wijzer zijn om mij nog verder te gaan bemoeien met het
wassen van deze voetbal-biggetjes. Want voor geen geld
van de wereld zou ik het risico willen lopen voor het schrij
ven in de A.F.C.-Schakel uitgeschakeld te worden.
REX.
De org. handwerk zweigenaght
I
NIC. LELOUX ZEILSTRAAT 46 AMSTERDAM Z,
„Dag, juffrouw Muze."
„Zo, meneer."
„Hè,nou niet zo koel."
„Ik ben niet zo gauw familiaar.'
„Gut, gut, wat regent ut."
„Nog een woord en ik ga."
„Sta me bij en blijf. De moeilijkheid is: de maand is weer
bijna om en als een prikkelend wriemelend spookje knip
oogt de eerste October van de kalender. Ik heb geen rustig
ogenblik meer, temeer daar de baas van het krantje bij mij
op kamers woont. O, nee, hij is erg rustig hoor. Zegt bijna
nooit iets en betaalt meestal wel op tijd."
„Kunt U me misschien meedelen, wat ik daarmee te ma
ken heb?"
„Nou, je kunt toch minstens genomen een tikje meeleven.
Jij bent tenslotte dat juffie, dat voor de dagelijkse inspiratie
moet zorgen."
„Ja, verdorie, dat zeggen al die halfgare kunstcomplexen.
„Sst, mijn hemel, sst, het is hier* al zo'n druk huishouden.
Kijk eens, 1 October staat die vrijer weer te gillen, dat ie
een stukkie moet hebben. Dringt het tot onder je lieftallige
blonde krullen door?
„A.F.C. hè?"
„Helaas wel."
„Schrijf maar iets van de adspirantjes."
„Ja, maar het enige waar ze zich voor interesseren is het
eerste, tweede, derde en als het mooi weer is het vierde.'
„Wie zijn ze?"
„Nou, die A.F.C.-ers."
„O, je bedoelt die anderhalve man en een paardekop, die
Dinsdagsavonds op de training komen.
Blozen mijnerzijds.
„En nou schrijf jij over die adspirantjes."
O, jee, ik schrijf over jongens van twaalf, dertien jaar,
waar slechts zo'n klein percentage van de club zich voor
interesseert. Tja, in de vierde klasse Marie van die kleine
competitie bestaat geen versterkte degradatie, er staan ook
bijna nooit mensen te kijken. Misschien een enkele vader,
die voor dag en dauw met zijn zoontje is opgestaan, hem
helpt met zijn voetbalgoed en hem moed inspreekt. „Nou,
jong en je zet hem op, hoor, regelrecht op doel af." Die
vader spreekt hem niet van het magisch vierkant, hij weet
misschien niet eens wat het is. En och, zou hij dat kereltje
van drie turven hoog met een stopperspil-systeem moeten
komen aandragen. Zijn zoontje zou hem vragend aankijken
en hem zeggen, dat die S.S-ers toch niet deugden? Hij voet
balt slechts eh als hij straks in de kleedkamer komt, dan zal
hij vol trots zijn nieuwe shirt over zijn schouders laten glijden.
Dat moment als je shirt- over je schouders glijdt. Dan doe je
altijd even je ogen dicht en in die ondeelbare seconde weet
je niet of het shirt een roodzwarte of een oranje kleur draagt.
Hij droomt ervan en hij schopt zijn lakens in het rond, het
knaapje van drie turven hoog, dat 2°ndags voor dag en
dauw gaat voetballen. Met zijn vader als enige supporter.
Ren Zondag allemaal naar het eerste en gil je longen
uit je keel, tjonge jongens stel je voor dat we nou toch eens
kampioen worden. En op het derde veld loopt mijn vriendje
van drie turven hoog en zwoegt en zweet in zijn nieuwe
shirtje, dat al nat wordt op de rug.
Over tien jaar speelt hij op het eerste veld en temidden
van het lawaai denkt hij misschien nog eens terug aan die
kleine competitie in de vierde klas Marie.
FREDERIKJE.
12