Van de Elftalcommissie De oude tennisbal 'Begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand. HET practisch niet voor mogelijk gehoudene is ge beurd: vier elftallen winnen op één dag, waarbij dan nog het allergelukkigste feit dat ons le zich defini tief veilig-stelde door een eclatante 9 1 overwinning en aldus na het 4e gevolgd is in behouden posite. De overwinningen waren: Z.V.V. A.F.C. 1—9 K.F.C. 2—A.F.C. 2 0—1 H.F.C. 2—A.F.C. 3 0—1 A.F.C. 4—W.F.C. 3 4—1 Dus 8 punten uit 3 uit- en één thuiswedstrijd. Wij zullen zeer lang in de geschiedenis van A.F.C. terug moeten gaan om een dergelijk resultaat te vinden. Daarbij komt dat het ze en 3e thans ook weer hun positie in eigen hand hebben en wij als E.C. iets meer bewegingsvrijheid hebben gekregen, daar geen reserve-spelers voor het le behoeven te worden in acht genomen. Moge het goede voorbeeld van het e en 4e door het 2e en 3e gevolgd worden,; eerst dan kan van een succes worden gesproken. Het kan, al is de opgave nog uitermate moeilijk. Overiqens merkwaardig dat na 3 gelijke spelen en één overwinning op Zondag 14 Maart op 21 Maart 4 overwin ningen volgden. Het is het absolute bewijs van wat destijds is vastgesteld, n.l. dat indien wij al niet beter zijn dan de andere elftallen in onze afdelingen wij zeker niet slechter zijn en onze vrij hopeloze posities voortkomen uit gebrek aan doorzettingsvermogen en duidelijke doelstelling. De wil bij de spelers is goed genoeg, doch moet geleid en aange kweekt worden. Er blijven ook dan nog slapperen bestaan, doch deze worden dan toch gedeeltelijk meegetrokken door de enthousiasten. Nog zijn wij niet klaar voor dit seizoen en dit is slechts een voorlopige ontboezeming. Als wij gereed zijn met de competitie 1947/'48 (naar wij hopen zonder kleerscheuren in de vorm van degradaties) dan is het tijd voor een nabe schouwing 1947/48, een voorbeschouwing 1948/49 en een heel geleidelijke voorbereiding. NASCHRIFT. Het ligt niet op onze weg in deze ar tikelen spelers te noemen doch een uitzondering moge hier qevormd worden voor de 2 „jonkies in ons elftal, aul Meyer en Joop Zimmerman. Het was voor beiden een hoogst enerverende wedstrijd, te vroeg door eerstgenoemde wegens verwonding onderbroken, maar beiden met het kennelijk be wijs dat zij met hart en nieren „in waren om tot een re sultaat te komen en dat zij daarvan niet de grondleggers konden zijn zal hun spijten, maar zij zijn jong en krijgen wel weer hun kans. Moge ook het incident, dat zich in halftime voordeed in onze kleedkamer nooit meer voorkomen, zelfs bij geen 3—1 achterstand inplaats van een 31 voorsprong, want daar mede kan alle goede werk nutteloos gemaakt worden. Zondagavond, 4 April 1948. Het 3e is veilig. Allereerst hulde in elk opzicht voor de wijze waarop de 3 laatste wedstrijden gewonnen zijn resp met 1—0 tegen H.F.C. 2 uit, vervolgens 4—0 tegen Storm vogels 2 uit, en ten slotte 3—2 tegen K.F.C. 2 thuis. Aan voerder Nico Leloux, gaarne hadden we je gegund dat ook deze laatste wedstrijd je een gedecideerde zege opleverde. Het heeft niet zo mogen zijn. De slotwedstrijd bracht met zich mede dat het laatste kwartier het geluk ons een hand moest qeven en Vrouwe Fortuna heeft ons minzaam toegelonkt. Hoe het ook zij, ook dit elftal leverde het bewijs dat een positie als laatste niet juist was. En nu het 2e. De kans niet meer in eigen hand. Met ge luk nog via een beslissingswedstrijd en anders degradatie wedstrijden. De gelijke spelen (7) zijn ons fataal gewor den Tegen D.O.S. 2 heeft de achterhoede zich na een aan vankelijke eenigszins gelukkige 20 voorsprong niet weten te handhaven ondanks werkelijk kranig werk. 6 min. voor het einde moest ons 2e de vlag stijken en genoegen nemen met een 22 uitslag. Het is het lot van de 3 A.F.C.-elftallen, dat steeds de laatste wedstrijd de beslissing brengt. Zo was het met A.F.C. I tegen Z.V.V. I, zo was het met A.F C. 3 tegen K.F.C. 3 en zo wordt het met A.F.C. 2 tegen Sterkte mannen en volhouden. En de desespereert niet! IK kan niets van voetballen, hélemaal niets Dit dus ter kennismaking, op gevaar af dat die hoeveelheid ontstellend goede voetballers, die wij in onze gelede ren tellen, de neus optrekken en een artikel gaan lezen, dat de laatste technische snufjes behandelt. Dit is dus alléén bestemd voor die kleine schare, die haar triomfen in het achtste vermeende te vieren. Reeds spoedig werd mij aan het verstand gebracht, dat het beter ware om mij op de kaatssport te werpen. Dit heb ik niet gedaan, ik heb iets tegen die nauwe zwarte broeken, 't Geeft mij altijd zo'n idee va-. Hendrik de Vierde in de vacantie. Dus geen gekaats. Inmiddels werd ik opgemerkt en speelde prompt als rechts buiten in het schoolelftal. Een korte, doch hevige sensatie, die mij niettemin uitermate veel jolijt verschafte. Ik mikte zorgvuldig op een nabij gelegen sloot, hetgeen één mijner vrienden de vraag ontlokte of er misschien vis zat. Steeds minder ballen werden mij toegespeeld, een om standigheid, die ik in mijn zaliqe onschuld aan de geringe schop actieradius van onze spil weet. Toen ik hem in de rustperiode kwetsende woorden toesprak meende hij te moe ten antwoorden, dat dit elftal niet de hier en daar groene wei had beklommen om prijsschieters hun lusten te laten bot vieren. Links en rechts werden aan zijn woorden kreten van instemming gevoegd, zodat ik ontmoedigd en mistroostig en een beetje achteraan mij opmaakte de tweede helft uit te lijden. Slechts één keer kreeg ik een bal, doch die kwam van het andere veld. Enthousiast spurtte ik naar de veste der tegenpartij, doch helaas ik kwam ten val. Een hoonge lach was mijn deel Ik ging in training. Een oude tennisbal lag smekend in de goot en ik heb hem meegenomen. Ik heb een lang on derhoud met hem gevoerd en hij knikte levendig terug, mom pelde af en toe iets en gaf zeer zeker blijk mijn leed te be grijpen. Hij vond 't goed, dat ik hem steeds weer tegen een muurtje aan trapte tot 't moment, dat hij naar rust verlangde en door een niet geopend venster verdween. Het stemde mij wat droef deze goede vriend verloren te hebben. Ziedaar waarom ik dit rubriekje schrijf, was mijn oude tennisbal niet door dat raam verdwenen, ik ware groot ge worden, ik zou niet schrijven, er wérd over mij geschreven. Ik was het troetelkind van de E.C. geworden, in de rust zou ik een worstje met een warm kop thee gekregen hebben en de vrouw van de voorzitter zou een paar wanten voor mij gebreid hebben. Ik eet geen worstjes en drink geen koppen thee in de rust en ik draag een paar versleten wanten, die een vrouw niét heeft gebreid. Zondag zit ik weer op de tribune, héél stil te kijken naar die groten en als er een onbezet plekje op de tribune is, weet dan, daar zit ik. FREDERIKJE.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1948 | | pagina 9