van lolly tot fakkel ®e taak der buitenspelers ISegunstiging van onze fldverteerders, houdt de Schakel in stand. ;E hebt ons in „De Sportkroniek' de les ge lezen. Wees nu 'n Kerel en zeg hier ook eens iets van Prosit!, is mijn antwoord. En zet de journalist nog vaak op déze manier op z'n nummer. Op z'n nummer? Neen, grijp hem in z'n hart! In dat oude hart, dat weigerde te berusten in de mis handeling van wat ons allen dierbaar is: het Recht op het Spel. Wat hebben jullie tegen Velox gespeeld? Geen uitgekiend „systeem," geen uitgerekend „project," geen verkilde „slimmigheid," maar 't Spel van een vonkende Ziel, dat in elke opstelling en op elk sys teem zijn Recht doet gelden, dat je opzweept en ver heft tot die onwaarschijnlijke hoogte, waarnaar geen pad te steil en geen storm te bars kan zijn. En het stond er met de rust „steil" en „bar" voor: een schrale 21 voorsprong, die straks door Velox plus Storm besprongen zou worden. En ze hebben gesprongen, geklauwd en gegierd naar en om de A.F.C.-veste, die als een laaiende krater alle boze geesten in warrelende wervelkolken spottend in de wind sloeg, om ze tot flarden te ontrafelen A.F.C., je durfde geloven Je durfde geloven in je goed Recht om je eigen Spel te spelen, je durfde weer geloven in A.F.C. En je wón met je Hart! Laat ze nu maar komen de scharen van de Demon der Degradatie, laat ze komenMet dit stérke Hart, met óns Hart, zal niets te hard te zijn om het in de pap te krijgen. Een degelijke Mokumse pap en geen „magisch" soepje van „vierkante soepblokjes. Wég met alle surrogaten! Dat is de les en de belofte die in het keerpunt besloten liggen. En de Elf-Gezworenen zullen het zout in de pap houden. Een extra borrel voor uitblinkers? Neen, ik heb een afkeer van nepotisme of vriendjesgedoe. En daarom een solidair rondje voor de één en ondeelbare fakkel de wedergeboorte uit een brandend ge toucheerde „lolly" waarin deze gloedvolle Elf boeide en alle zwartgalligheid schroeide Je hebt 't inderdaad niet „op-je-laten-zitten Mijne heren Prosit KATJONG 1 I OE nuttig het kan zijn je af en toe te verdiepen in 44- clubbladen van andere verenigingen bleek toen ik I I op een regenzondag het „Kraaiennieuws" no. 1 van v Januari '48 doorkeek. Ziehier wat mij opviel: Soccerhint (no. 4) van Leslie Smith(Engeland en Aston Villa.) „Een scorende buitenspeler doet thans opgeld. In sommige opzichten is dat jammer omdat maar al te gauw vergeten wordt, dat de voornaamste taak van een buitenspeler bestaat uit: voorzetten in de doelmond. Als je het plan hebt om buitenspeler te worden dan moet je onzelfzuchtig zijn. Een belangrijk gedeelte van je werk be staat uit het bieden van scoringkansen aan anderen. Met deze simpele opmerking wordt een belangrijke tekort koming in de A.F.C.-voetballerij in een helder licht gesteld. Het is inderdaad opvallend, dat er bij ons zo weinig goals komen van voorzetten, dat er in het algemeen zo weinig voorzetten van de vleugels komen. Omdat wij slecht in de vleugelspelers zitten? Ik geloof er niets van, doch omdat onze vleugelspelers te weinig aan dacht aan dit onderwerp besteden. Inderdaad, het stopperspilsysteem houdt in dat men met de beste spelers, de beste schutters op de vleugels de beste resultaten behaalt en dat voorzetten minder effect sorteren aangezien ze vaak door slechts de middenvoor verwerkt kunnen worden omdat de binnenspelers niet altijd op tijd in de voorhoede zijn. Maar juist dan komt de lage korte voorzet, de trekbal tot zijn recht. Immers, indien de vleugelspeler de kans krijgt met de bal schuin naar het doel te lopen in de richting van de dichtst bij hem zijnde doelpaal) krijgt de binnenspeler de kans mee op te lopen en komt dan vrijwel altijd iets achter de vleugelspeler aan. Ontelbare malen heb ik onze vleugelspelers (in alle elf tallen) dit soort van kansen naast of over zien schieten. Speciaal in de hogere elftallen worden deze spelers hierom door het publiek veroordeeld, tot „waardeloos" verklaard. Ik heb ze vaak ook veroordeeld. Niet om de gemiste kans; het is voor een vleugelspeler moeilijk zo'n kans te benutten, zijn trefkans is zo klein, het doel is voor hem vaak maar twee meter of nog minder breed. Doch wel omdat, indien die vleugelspeler even gekeken had of, wiat zeer belangrijk is, de binnspeler even geroepen had, gebleken was, dat het hele binnentrio totaal vrij stond, waardoor bedoelde korte trekbal een kans „voor het in- hoesten" opleverde. Kansen scheppen! Het wil mij voorkomen dat wij te veel zijn ingesteld op het maken van het doelpunt en te weinig op het scheppen van de kansen daartoe voor anderen. Het bovenstaande wil natuurlijk niet zeggen, dat een bui tenspeler niet schieten moet als de situatie dit vereist, het geen Smith verderop in het artikel dan ook letterlijk zo zegt. Doch om te kunnen beoordelen wat de situatie vereist moet men op de hoogte zijn van die situatie en dus van te voren gekeken hebben. En als in een bepaald geval een voorzet of een trekbal beter is dan een schot, dan moet een vleugel speler zo ingesteld zijn dat hij zijn kans geeft voor een betere van een ander. Dit laatste geldt niet alleen voor vleugelspelers doch voor iedereen in het veld. Een wedstrijd wordt gewonnen door een team en niet door een enkele speler. Het doel van iedere speler moet zijn, zijn medespelers een zo goed mogelijke wed strijd te laten spelen. Dat is wat Leslie Smith bedoelt met onzelfzuchtig zijn. Spelers, lees dit nog eens over en laat het goed tot je doordringen. Probeer het in practijk te brengen door er tijdens de wedstrijd aan te denken. H. SCHEEPSTRA.

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1948 | | pagina 15