Wal iedere A.F.C.-er behoort Ie weten
Maart-Schakel
copy, a An één zijöe getypt,
inzenöen uitecLijk i mAARt,
eenste post, bij
j. h. wtjnanö,
RoeRStRaat 52 2
"Begunstiging van onze fidver teerder*houdt de Schakel in stand.
'l IET is een vriendelijke speling van het lot geweest.
4— /- dat ELVEKA in de vorige Schakel zijn van goed
observeren getuigende artikel schreef, hetwelk als een
aanvulling op het tot nu toe door mij gepubliceerde
bedoeld was, terwijl ik in datzelfden nummer juist de eerste
stap tot die bedoelde en noodzakelijke aanvulling deed.
Beiden bleken wij het er roerend over eens te wezen, dat
Onze spelers zeker niet over minder technische capaciteiten
beschikken, dan wie van onze tegenstanders ook. Natuurlijk
komen we dan beiden tot de conclusie, dat het een mentale en
organisatorische aangelegenheid is, want waarom zouden
andere elftallen, welke minstens zo goed als hun tegenpar
tijen kunnen voetballen, voortdurend falen? Maar terwijl ik
mij ertoe beperkte dit probleem in zijn algemeenheid aan te
snijden en er in de eerste plaats op wees, dat A.F.C. zich
weer terdege moet realiseren, dat het de A. FOOTBALL C.
is, dus dat A.F.C. 53 jaar geleden is opgericht om te
VOETBALLEN, terwijl ik de rest hoe fraai ook als
bijzaak beschouw, neemt Elveka m.i. slechts enkele aspecten
op zichzelf volkomen juist onder de loupe.
De gebeurtenissen der laatste weken bewezen, dat men
zich, door de harde werkelijkheid gedwongen, meer en meer
op die oorspronkelijke doelstelling gaat bezinnen. Men moge
nu over de Buitengewone Algemene Ledenvergadering den
ken zo als men wil, men mag haar betreuren, zeker is het
dat de gemoederen zijn wakker geschud. Mij dunkt, daaruit
kan alleen maar voordeel ontstaan. Het is duidelijk, dat velen,
die nog niet zo heel lang geleden op het standpunt stonden
dat het niet zo erg was, indien A.F.C. naar lagere regionen
zou afzakken, mits de gezellige club maar behouden bleef,
thans tot het inzicht zijn gekomen, dat een mogelijke degra
datie hoogstwaarschijnlijk het definitieve einde zou beteke
nen. Want wie en wat ter wereld zou ons in staat stellen
om de enorme kosten op te brengen, welke nu eenmaal
tegenwoordig aan het onderhouden van een dergelijke en
tourage en accomodatie verbonden zijn, een probleem
waarmede tegenwoordig zelfs hoger geplaatste clubs te kam
pen hebben of te kampen zullen krijgen? Hebben wij niet in
het begin der twintiger jaren, vrijwel hetzelfde meegemaakt,
toen onze grote club, tot welks luister uit de Kampioenswed
strijden (het Landskampioenschap!) zo velen zich 'voelden
aangetrokken, plotseling op ontstellende wijze ineenschrom
pelde? Maar men vergete niet, dat toen alles nog te bekijken
was. Tekorten konden met kunst- en vliegwerk worden aan
gezuiverd. Maar wie zou er thans aan beginnen? Dit alles
moge velen misschien hard in de oren klinken, maar de
waarheid kan niet duidelijk genoeg worden gezegd.
Alleen door de gevaarlijke situatie, waarin wij momenteel
verkeren, eerlijk onder de ogen te zien, kan het gevaar wor
den bezworen. Alle krachten moeten worden geconcentreerd
op het behoud van onze hogere elftallen, d.w.z. 1, 2 en 3,
want het 4de redt zich wel, of heeft zich al gered. U heeft
het in de vorige Schakel kunnen lezen hoe deze jongens het
aanleggen om eensgezind in het veld te komen. Zij hebben
onderling vertrouwen gekweekt, en daar gaat het om. Die
hele mentale-make-up, zoals Elveka het zo aardig noemt, is
tevens een kwestie van vertrouwen. Het is immers duidelijk,
dat indien er tussen Bestuur, trainer en Elftal-Commissie geen
volkomen vertrouwen en volledige samenwerking heerst,
zulks tot funeste gevolgen moet leiden. Het is de primaire
taak dezer instanties om onderling een dergelijke sfeer van
vertrouwen te scheppen resp. te verdiepen. Het is U even
eens duidelijk, dat een gebleken onenigheid helaas voor al
te veel jongelui een dankbare aanleiding is, om b.v. van de
training weg te blijven. Is het niet diep treurig om maar
een voorbeeld te noemen dat de Dinsdag-avond training
al sinds maanden door slechts enkele spelers, meestal op de
vingers van één hand af te tellen, wordt bezocht? Weten zij
wel, dat er van Dougal heel veel te leren valt, waarvan die
enkelingen dan ook dankbaar gebruik maken?
(Tot onze vreugde, is er sinds kort een belangrijke ver
betering ingetreden. (Red.)
Laat ik er nog eens duidelijke taal aan toevoegen, n.l. dat
al die wegblijvers niet hetminste recht hebben, om critiek
op trainer en Elftal-Commissie uit te oefenen. Eerst zelf je
plicht doen, dan pas kun je aanspraak maken op het recht,
anderen verwijten te maken. Geldt dit voor ouderen, des te
meer geldt het voor jongeren, die hun sporen nog moeten
verdienen.
Natuurlijk kan men zich op het standpunt stellen, dat
Bestuur en Elftalcommissie ervoor moeten zorgen zoveel in
vloed op de spelers uit te oefenen, dat deze geregeld de
oefenavonden bezoeken, ja desnoods er nog wat extra-trai
ning bij doen, maar in de eerste plaats moeten de spelers
zoveel plichtsbesef en clubliefde hebben, om het zonder enige
dwang of wat dan ook te doen. Misschien denken sommigen
wel, dat A.F.C. het een eer moet vinden, dat ze wel zo goed
zijn om lid te worden. Laten deze het nu eens in hun oren
knopen, dat het voor iedereen een eer moet wezen de oude
rood-zwarte kleuren te dragen. Hun zij de lezing van het
artikel „KATJONG" in de Sportkroniek van 5 Januari
onder de titel „Wordt A.F.C. geflest?" van harte aanbevo
len. Waarschijnlijk zullen ze niet alles begrijpen, doch laten
zij zich dan maar tot één zinnetje bepalen: A.F.C. je bent
de diepte in gecalculeerdde weg naar omhoog vraagt ver
trouwen en geloof". Men behoeft het overigens met de schrij
ver niet in alle opzichten eens te zijn, om in ieder geval
zijn zuivere bedoeling en zijn sympathie voor onze club vol
ledig te waarderen. Daar spreekt de oude voetbal-rot, wien
het diep ter harte gaat, wanneer de beste voetbal-ploegen
dit is in het algemeen bedoeld herhaaldelijk worden
gekraakt door systeem-excessen, welke onhérroepelijk op de"
duur onze sport naar de bliksem helpen, en die met weemoed
terugdenken aan de tijd, dat men voetbalde en fuifde, maar
van zijn eigen geld!
Durf geloven.
A.F.C.-ers, met hem zeg ik: „Durf geloven". Ik schrijf dit
enkele dagen voor onze 53ste verjaardag. De toestand is
hachelijk en toch, ik geloof in U! Ik geloof, dat wij sterk ge
noeg zijn om nog iedere tegenstander te slaan, Welnu, zorgt
gij ervoor dat dit vertrduwen niet beschaamd wordt. Traint,
oefent en legt U zelf beperkingen op, zodat gij Zondags
minstens zoveel uithoudingsvermogen hebt, als Uw tegen
standers steeds tonen te bezitten. Dougal heeft volkomen
gelijk, als hij er voortdurend op hamert „condition" te trai
nen. Techniek hebben we minstens zoveel als al die anderen.
Wanneer ge er dan ook eens over nadenkt, dat Uw club
zonder inspanning er! grote opofferingen van velen nooit 53
jaar zou hebben bestaan, dan zult gij daaruit ook de wils
kracht putten, óm te doen wat die tallozen voor U hebben
gedaan. Mag ik nog eens herhalen: Geeft geen tegenstander
vrij spel, wacht niet af, zit er op. Geloof me, dan wordt de
18de Januari een keerpunt ten goede, dan is A.F.C. gered,
tot vreugde niet alleen van ieder waarachtig A.F.C.-er, maar
tevens van die velen in de Nederlandse voetbalwereld, die
het oude A.F.C. een goed hart toedragen. En niet het minst
van I. H. GALAVAZI.