VERMEULEN A Wat iedere A.F.C.-er behoort te weten JUBILEUMBOEK Verk rijgbaar bij: fjrimburgwal 13, Telefoon 48312 a fl 7.50 -v;< JjjjgL--.,MÊTrm^Êf^r.-r. Begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand MÊ^ kUDE liefde roest niet'. Met deze simpele woorden meen ik voldoende verklaring te heben gegeven voor ■vhet weder-verschijnen van deze rubriek in ons club blad. Die oude spreekwoorden en gezegden bevat ten toch zo'n enorme schat aan wijsheid en levenservaring. Ga maar eens enkele minuten over deze vier woordjes medi teren. Hoe haalde men het in zijn hersens om „Liefde'' met „roester." in verband te brengen. Me dunkt, de verklaring is eenvoudig. Edele metalen, goud b.v„ aijn niet zoals de minderwaardige stoffen aan het proces dat we roesten noe men onderhevig, zij worden niet door de tand des tijds aan gevreten. Ze zijn onvergankelijk. En zo is het ook met de liefde, mits zij echt is en geen verguldsel voor roerselen, wel ke met zuivere gevoelens niets van doen hebben. Zij geeft méér, dan zij opeist; zij weet dus op tijd een offer te brengen, het eigen „ik" weg te cijferen. Misschien vindt ge het vreemd, beste lezer, dat ik dit artikeltje met deze beschouwing inleid We zijn toch een voetbalclub en men verwacht van mij, dat ik over voetbal schrijf. Maar ge weet misschien, dat ik een voetbalclub, resp. de voetbalsport een leerschool voor het leven heb genoemd en tussen beide een nauw vqrband leg. Juist nu de A.F.C. Weer zo'n grote ontgoocheling heeft meegemaakt, nu wij op het nippertje hebben gefaald en anderen hebben zien berei ken, wat wij binnen ons bereik dachten en wat ook inder daad binnen ons bereik lag, is het nuttig op deze samenhang te wijzen. Onze spelers van hoog tot laag mogen niet teleur gesteld zijn. Met frisse moed moeten we weer aan de slag. A.F.C. is het immers waard om te proberen nog een inspan ning, nog een offertje méér te brengen, dan in het verleden reeds het geval was, om zichzelf op zijn tijd weg te cijferen ten bate van het geheel. Zij, wier taak het is onze jonge mensjes tot goede A.F.C.-ers en flinke mensen op te leiden, kunnen er nooit genoeg op wijzen, dat in iedere gemeen schap eerst de plichten en dan de rechten komen, al zou je tegenwoordig ook haast tot de conclusie komen, dat men de rechten laat prevaleren. Van rechten gesproken, in het Stadion-Nieuws van Zater dag 28 Juni trof mij de reactie van de redactie op hetgeen in de A.F.C.-Schakel over de promotie-degradatie-wedstrij den geschreven werd. De geachte schrijver vindt het sim pele feit, dat men kampioen is geworden geen voldoende titel om een promotie te rechtvaardigen en beschouwt die vermaledijde wedstrijden als een nuttige en onmisbare rem. Nu zou ik er lang en breed over kunnen uitweiden, doch in 1939 heb ik op de Bondsvergadering deze materie reeds grondig en volledig behandeld. Interessant is nu, dat b.v. in de competitie Emma'K.F.C./Zeeburgia mijn visie volledig be vestigd werd. Wil men soms beweren, dat Zeeburgia bewe zen heeft, dat zij sterker is dan Emma? Emma heeft van beide 2de-klas kampioenen éénmaal gewonnen en éénmaal ver loren, dus op het veld is haar minderheid noch haar meer derheid bewezen. De beslissing is gevallen in de wedstrijden der beide kampioenen, waarvan er één beide won en daar mede de promotie een feit deed worden. Het is onwaarach tig om deze onder abnormale omstandigheden gespeelde wed strijden, waarin het geluk meer dan anders een grote rol speelt, als zuivere maatstaf te nemen. Trouwens als ik mij niet vergis is Nederland het enige land ter wereld, dat nog steeds aan deze wedstrijden, alsmede aan protest-commissies e.d. vasthoudt, spijts het feit dat in de rest van de wereld, zelfs in die landen die onze leermeesters waren, resp. ons op sportgebied ver vooruit zijn, het kampioenschap als vol doende wordt beschouwd om de promotie te rechtvaardigen. Is men te zwak, dan valt men vanzelf weer terug en was de degraderende club te sterk, dan zal zij zonder enige rem de oude plaats weer kunnen herwinnen. Blijkbaar zijn wij toch anders, als die anderen! Trouwens die schrijver zegt in dezelfde beschouwing, dat voetbal een wisselvallig spel is. Welnu, het is duidelijk dat die wisselvalligheid in enkele abnormale wedstrijden van gro ter invloed is, dan in een volledige competitie. Eén schot hoe prachtig en dodelijk ook tegen, in plaats van net onder de lat, kan de beslissing brengen. Van nuttige rem gesproken! Het schijnt nu eenmaal onmogelijk te wezen een beter begrip te doen doordringen. Hebben is hebben en krijgen is de kunst! Ook dit oude spreekwoord is hier op zijn plaats, want dat is het enige motief, het enige ware namelijk, waarop de tegenstand tegen de afschaffing in feite is gebaseerd. Deze strijd voor het behoud van een bijzondere plaats, zelfs ten koste van clubs, welke door hun kampioenschap hun innerlijke kracht hebben bewezen, zal m.i. eerder ver scherpt dan verzwakt worden. Immers, we noemen ons nu wel allemaal amateurs, doch het is een feit, dat de top laag van onze voetbalorganisatie, evenmin als de K.N.V.B. en de Afdelingen zelf, absoluut niet meer kan bestaan zon der de publieke belangstelling. Natuurlijk is dit al jaren zo geweest, doch naarmate de contributies dus de bijdrage welke de spelers voor het beoefenen van hun sport zich zelf getroosten een voortdurend kleiner percentage op de be groting der grote voetbalorganisaties uitmaken, zal de strijd om de publieke belangstelling steeds sterker vormen gaan aannemen. Het is een feit, dat indien de meeste clubs niet enkele bijzondere meevallertjes hebben in de vorm van be langrijke wedstrijden, welke zij voor een groot publiek kun nen epelen, de bestaande situatie onhoudbaar zal worden. Doch kom nu maar eens met belangrijke contributieverho ging voor de spelers! Men zal mij antwoorden, dat dit in de tegenwoordige dure tijd onmogelijk is. Maar is het U nog niet opgevallen hoe gemakkelijk de jeugd met geld omspringt? Kijk maar eens naar al die ijsbars, om van dure dancings etc. maar niet te spreken, waar in korte tijd meer wordt uitge geven, dan men voor een jaar voetbal-beoefening nodig heeft. Laat ik het voorlopig hier maar bij laten. Een tip voor Uw vacantietijd wil ik U niet onthouden. In deze tijd van surrogaten, ijsco's, bios, radio, plastics, moet ge eens één middag besteden om de tentoonstelling van de Wener Kunstschatten in het Rijksmuseum te gaan bekijken. Tracht U dan eens een ogenblik in de tijd en omstandigheden van de mensen in te denken, die deze onvergankelijke schatten hebben gewrocht en ook aan hen, die er de opdrachten voor gaven. Lees dan Uw krantje en vraag U in gemoede af in hoeverre we eigenlijk vooruit zijn gegaan Heus, het wordt een verfrissend geestelijk bad! I. H. GALAVAZI. liet 25 jarig 1 van de flmsterdamsche (Cricket Glub 10

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1947 | | pagina 10