"Begunstiging van onze Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
gegrondvest Ben Bonkink werd bereid gevonden, de redac
tie op zich te nemen en hij heeft bergen werk verzet. Wat
het betekent, om wekelijks een gestencild, goed verzorgd en
op peil staand clubblad te verzorgen, begrijpt een buiten
staander toch niet. Bonkink's grote probleem was, dat, zoals
een bekend spreekwoord zegt: „Het oog ook wat wil" Tech
nisch was het uitkomen van die wekelijkse Schakel een pres
tatie van de eerste rang, maarhet was „maar" een sten
cil en zo vonden velen, dat ons blad eigenlijk een beetje
„gedevalueerd" was.
Inmiddels hield Ben Bonkink dapper vol en ook in 'de eer
ste oorlogsmaanden was de Schakel zéér leesbaar. Maar met
het voortduren van de oorlog werd het ook voor hem steeds
moeilijker en geleidelijk moest de Schakel wel terugvallen
tot een mededelingenblad zonder meer.
In 1943 moest Ben Bonkink, toen de „Arbeitseinsatz"-
kolder steeds verder om zich heen greep, het Amsterdamse
stof van zijn voeten schudden (de „Westeinder" was veili
ger!) en A.F.C. moest toen een beroep doen op iemand, die
de gevaarlijke „40" gepasseerd was. Zo viel de keuze op
mij en in Augustus 1943 nam ik de redactie weer op mij.
Redactie. Welk een groot woord!
Wekelijks kon er slechts een blaadje verschijnen van één
kwartovelletje
Met weemoed dacht ik aan de tijd, toen we een maand
blad uitgaven, dat gelézen werd. Maar Dick Bessem's appèl
was in Elspeet te dringend, om het te veronachtzamen en
dus kwam mijn naam op dat wekelijkse velletje.
Inmiddels was er al genoeg te doen geweest over de
A.F.C.-Schakel met de tijdelijke machthebbers. Vele club
bladen verschenen niet meer, maar Nestelroy, Bonkink c.s.
hadden moedig volgehouden De kwesties, die de Schakel
gehad heeft gedurende de oorlog, staan uitvoerig beschre
ven in het „Gouden Boek", dus ik kan hierover kort zijn.
Maar in dit kader moge dan even gememoreerd worden,
dat het sneuvelen van Hazeweijer, die met de Duitsers in
Rusland vocht, niet voldoende „opgewerkt" was, hetgeen
een onderhoud tussen Dick Bessem en de „sport-dictator"
Groningen a Stuhling in Den Haag tengevolge had, waar
zto'n slaande ruzie uitbrak, dat het mij tot op de huidige
dag nóg meevalt, dat Dick Bessem veilig in Amsterdam
terugkwam.
Toen ik, mijn naam in Augustus 1943 op dat stenciltje
plaatste, kwam er prompt heibel,
Het Departement van Volksoplichting en Gunsten verbood
„De Schakel". Het ding moest „officiële mededelingen van
A.F.C." gaan heten. En nu is het merkwaardige in het
leven, dat je je altijd kwaad maakt om wat per saldo
objectief gezien kleinigheden zijn.
Het was de tijd, waarin Italië capituleerde, dagelijks de
sirenes over Amsterdam huilden, en niemand zeker van
z'n leven was. Maar dat „De Schakel" zou verdwijnen,
vonden wij te erg. Dick Bessem en ik bluften het Departe
ment en het Rijksbureau tegen elkaar uit, zonder dat ze het
van elkaar wisten en het miniatuur-Schakeltje draaide
door.
In de hongerwinter
Ook in de hongerwinter 1944'45. Als ooit ons blad aan
zijn doel beantwoord heeft, dan was het in die verschrikke
lijke winter. Want met de onbetaalbare hulp van Jo Nestel-
roij, die wit papier, dat eigenlijk zwart was, wit leverde
een volgend geslacht zal deze zin misschien niet begrijpen,
maar ik hoop, dat ze voor tijdgenoten duidelijk is!van
de trouwe expediteur Moes, van tal van adspiranten, die
de uitgevallen P.T.T. vervingen, de stad in wijken verdeel
den en lopende ons blaadje rondbrachten bleef de A.F.C.-
Schakel verschijnen. In het algemene beeld van die tijd
gezien, heel onbelangrijk. Maar ik heb toch het idee, dat
die nummers van ons gestencild blad onze uitgehongerde,
bevroren en in het donker zittende leden heel erg welkom
waren; hen wezen op een mooi accent in hun leven en ook
op die wijze er toe bijdroegen het vertrouwen in een betere
tijd levend te houden.
Na de bevrijding
Het vertrouwen werd niet beschaamd, al moesten de
eerste „Schakels" na de bevrijding namen noemen van hen,
die nooit meer zouden terugkomen op onze velden, omdat
zij hun leven gaven en ook enkele namen van hen, die,
hoe goede clubleden zij in het verleden geweest mochten zijn,
niet meer in A.F.C. geduld konden worden.
Vergeef mij, dat ik juist'bij die Schakels, die van Dolle
Dinsdags tot de Bevrijding verschenen, even stil bleef staan.
Maar naar mijn idee hebben die stencils het meest beant
woord aan Nico Holtzappel's bedoeling in 1922
In de eerste maanden na de bevrijding kwam het gesten
cilde blaadje weer wat regelmatiger uit. Inmiddels volbrach
ten Maarten van Trigt en zijn trouwe helpers waarbij ik
in de eerste plaats Van Roo en Verhoeven noem de
„stunt", het „Gouden Boek van A.F.C." klaar te stomen,
een in 1945 onvergetelijke typografische prestatie.
Op 19 November 1945, om half zes in de middag, kwam
het eerste boek van de binder. In het kantoor van ,,'t Kog
geschip" waren allen aanwezig of vertegenwoordigd, die het
Boek tot stand hadden gebracht. Aan Dick Bessem werd
dat eerste boek met een toespraak overhandigd en toen we
weer zaten en de glazen gevuld waren, sprak Wim Staats
de historische woorden: „Nou hebben jullie kans gezien, in
recordtijd dat Gouden Boek voor elkaar te stompen, zouden
we niet meteen maar afspreken, dat we een „echte" Schakel
gaan maken?"
Dat hebben we toen prompt afgesproken, al duurde het
nog vijf maanden, voor we zover waren. Want we hadden
geen papier, geen geld, geen drukkerij, „no bloody nothing".
Maar het enthousiasme van Wim Staats, Gerrie Stallmann,
Jaap Disselkoen c.s. brandde door de moeilijkheden heen.
Helaas zag Van Trigt tenslotte geen kans, om ons te hel
pen, maar Joh. Meijer wist nog een gaatje. In Mei 1946 ver
scheen de eerste Maand-Schakel weer. Het wekelijkse sten
cil bleef onder de naam A.F.C.-bulletin gehandhaafd en
kwam onder leiding van Arnold Eijsvogel, die met dit
A.F.C.-bulletin even trouw en prachtig werk doet, als hij
het zovele jaren op onopvallende, maar niet genoeg te waar
deren wijze deed met de A.C.C.-pitch.
Inmiddels was de oude Maand-Schakel herrezen 'en toen
het eerste nummer verscheen, dachten we even aan de A.F.C.-
revue in November 1945, toen Willy v. Nigtevegt zong:
Neem me niet kwalijk dat ik hier verschijn,
't Is wel mijn tijd niet, maar 'k wil er toch zijn!
Als extra nummer dien ik mij thans aan,
En 'k kom als een sprekende krant voor U staan!
Wat ik voor nieuws breng, deel ik direct mee:
Heden verjaart ons geliefd A.F.C.!
Vijftig jaar voetbal, dat is toch een tijd:
Met vette koppen vermeld ik dat feit!
REFREIN:
Schakel, oh schakel,
]ij brengt er de band
Tussen d' A.F.C.-familie tot stand
Schakel, oh schakel,
Iedere keer
Ben j' ons welkom en boei j' ons weer!
'Jij weet steeds alles: ons lief en ons leed!
Jij zorgt dat niemand de club ooit vergeet!
Schakel, oh schakel.
Blijf ons steeds trouw:
We kunnen niet meer zonder jou!
Wie ons hielpen
Vele namen heb ik de revue laten passeren, maar ik
moge toch nog even onze drukkers en onze administrateurs
releveren.
De namen van wijlen Toon van Seventer en van Maar
ten van Trigt zijn onverbrekelijk verbonden aan de ge
schiedenis der A.F.C.-Schakel, evenals de naam Meijer.
Nauwelijks vier weken, nadat het blad door de fam. Meijer