van öe velöen
1
Piet Glaudemans
Rondom 37967
De vele gelukkige momenten
welke
U toewenscht, legt hij ook in 1947
gaarne voor U vast.
Begunstiging ran ome Adverteerders, houdt de Schakel in stand.
In de afgeloopen maand kwamen wij slechts tweemaal in
net veld en wel eenmaal vriendschappelijk uit tegen D.H.C.
te Delft, welke prettig gespeelde wedstrijd in een 32 neder
laag eindigde en eenmaal voor de Competitie in den voor
ons zoo uitermate belangrijken wedstrijd tegen Zeeburgia,
dien we als we nog een gooi naar het kampioenschap wil
den doen, moesten winnen. Gij. lezers, weet het allemaal,
dat wij inderdaad wonnen, maar dat we op een veld speel
den, dat overal voor te gebruiken zou zijn geweest, behalve
nu juist net voor het spel, dat wij gingen spelen. Wij van
onzen kant mogen achteraf niet mopperen, dat er gespeeld
werd, want Fortuna glimlachte, neen scharterlachte ons toe,
terwijl de Zeeburgianen geen goed bij haar konden doen. De
wijze, waarop b.v. even voor rust ons doel gespaard bleef
.oor doorboring, was' wonderbaarlijk en ik kan me begrij
pen, dat Verhagen tegen me zei nog nooit zoo'n mazzel ge
zien te hebben. We hadden bovendien nog een voordeel,
in tegenstelling met vroegere wedstrijden. Wüstenhof was
dezen dag niet op dreef zooals anders en had geen greintje
geluk, wat een keeper nu juist eenmaal noodig heeft. Neen,
menschen, laten we verstandig en ons ervan bewust zijn, dat
deze strijd met ons geluk aan den anderen kant, evengoed
een gelijk spel had kunnen opleveren. Laten degenen, die nu
alweer gaan nakaarten over de zoo jammerlijk verloren ge-
gene wedstrijden tegen de Spartaan en Alkmaarsche Boys
ook hiermede rekening houdenl Soit, we denken er allen
wel eens aan, maar laten we vooral niet vergeten, dat als er
geen goals gemaakt worden of als een achterhoede er een
paar maal naast zit, dit nu juist de heerlijke onzekerheid van
ons spel is. Maar genoeg hierover; wat de doelpunten be
treft, deze kwamen op naam van Dick (2, waarvan 1 uit
een penalty), Koen en Chris. Wij staan nu 3 punten achter
met nog 9 wedstrijden voor de boeg, waarvan 5 thuis en
4 uit, Zeeburgia 3 thuis en 6 uit. Maar wat voor ons nog
belangrijker is, er zijn nog meer kapers op de kust. W.F.C.,
RC.H., Z.F.C., H.V.C., zij zullen allemaal nog trachten een
■artig woordje mee te spreken in deze afmaakcompetitie;
aan ons de taak om te probeeren erbij betrokken te blijven.
Jongens, het kan, dus het moet!
De stemming is momenteel prima; laten we die erin hou
den, dat is van het grootste belang.
Mag ik dan dezen keer eindigen met een wel erg laten
Nieuwjaarswensch voor alle Zustervereenigingen, die deze
SCHAKEL lezen en dan denk ik speciaal aan onze Koogsche
vrienden. Moge hun dit seizoen gelukken, wat wij hun vorig
jaar op het nippertje afsnoepten! Het zij zoo.
G. STALLMANN.
Nieuwe Weg 13, Amsterdam O.
Telefoon 52138
Natuurlijk was ik in de vorige Schakel' 'nog niet uitge
praat. Je maakt wat mee met die telefoon. Tusschen twee
haakjes, als ik niet dadelijk antwoord geef, dan heeft de
jongste net gezegd „Mama potje!" Spoedgevallen gaan voor.
Er "zijn er van die vaste klantjes, die na een strategische in
leiding probeeren uit te visschen, voor welk elftal ze kans
maken, en hun voorliefde, eventueele bezwaren, omslachtig
naar voren brengen. Ik geef altijd het volgende tarief op:
met het eerste meespelen kost een flesch Bols
met het tweede meespelen kost 2 doosjes Camel
met het derde meespelen kost 1 doosje Camel
met het vierde meespelen is grafis
Maar de zaak loopt nog niet erg, er zit nog geen good
will in.
Dan belt er weer eens iemand af, omdat hij naar Indië
moet. „Gunst" zeg ik meewarig en ik denk wéér een klant
voor de „Commissie Indië", maar dan ratelt die knaap op
gewekt verder: „Nou als ze nu erg om spelers verlegen zijn,
zal ik zien of ik nog op tijd terug kan zijn voor Zondag
middag!"
3
„Ik moet alleen maar even heen en weer!
Dat was Willems, die is marconist bij de K.L.M.
Een ander belt af, omdat zijn meisje jarig is. Dat wordt:
óf geen A.F.C.-er, óf een vrije jongen.
Een ander zegt op mijn bescheiden vraag, waaróm hij niet
kan:
„Nou, omdat ik er niet ben!" Dat is nét zooiets als: Als ik
er ben, dan zie je me wel, en als ik er niet ben, dan zie
je me niet.
Eens stond ik op het punt, om mij met een stuk of wat
zoons naar den trein te begeven, toen ons aller vriend Otto
opbelde. Hij vroeg een hééleboel, o.a. of ze nog menschen
te kort kwamen. Ik realiseerde meteen: „Da's één van de vijf
voor het vierde!" en smeekte hem te komen spelen:
O.: „Speelt het uit of thuis?" „Uit".
„Waar?" „Daar en daar".
„Hoe laat?" „11 uur".
O. (zéér voldaan): „nee, dan kan ik niet!"
Ik m3akte een sprongetje en ging tot den volgenden aan
val over: „Het derde en het vijfde spelen thuis, die komen
ook nog menschen te kort!
Wéér alle uitvoerige inlichtingen (ik waagde er nog een
treintje aan) en tot slot zei O.: „Hoe laat spelen ze?"
„2 uur".
O. (zie boven): „nee, dan kan ik niet!"
Ik maakte twéé sprongetjes en vroeg wanhopig: „Wanneer
kun je dan wél spelen? (vastbesloten om desnoods de
speeltijd naar zijn smaak te laten verzetten).
O. (verbaasd): „Ik kan heelemaal niet spelen! Ik moet
„Zesde Etage" spelen in Venlo!'
Enfin, ik viel van de Zesde Etage naar beneden, en ik
sprong ook niet meer
Maar wij zijn de eenigen niet, gedeelde smart is halve
smart.
Een van mijn buurmeisjes kwam even opbellen. Toen ze
wegzweefde verklaarde ze nonchalant: „Ik heb maar even
voor m'n .verloofde afgebeld, die speelt in Ajax IV. Maar
met dat akelige weer, en op zoo'n naar terrein
En dat op m ij n nummer!
EEN AANGETROUWDE
9