6e „aLgemeene" EN druk bezoch- I y te algem. ver gadering, waar in het nu en dan tot levendige debatten kwam, heeft het bewijs geleverd, dat men in A.F.C. actief medeleeft met het wel en wee der vereeniging. Uit de openingsrede van Dick Bessem en uit de persverslagen van Arnold Eijsvogel en Arie Mets is wel gebleken, dat wij een inderdaad historisch seizoen achter den rug hadden. De jubileum-revue, het Gouden Boek, het A.R.O.L. tournooi in het Stadion, de bekerwedstrijden, ons Kampioenschap, de promotiewedstrijden, onze dooden (H. Tienstra, E v. Buuren, George Zee- gers), de herrezen Schakel, de organisatorische moeilijkheden bij de promotiewedstrijden, onze jon gens in Indië het was als een film, die voorbij trok. Eerst in den vorm van een uitstekende openings rede van Dick Bessem, daarna in den vorm van het jaarverslag van Arnold Eijsvogel, dat zoo uit gebreid was, dat het voorlezen een uur en zes mi nuten vergde. Arnold kreeg hiervoor een ovatie en grappig aangelegde lieden begonnen ,,bis, bis" te roepen Het jaarverslag van Arie Mets heeft de oudere A.F.C.-ers in een soort droomtoestand gebracht, evenals de begrooting en het debat over de be legging. Er waren jaren vele jaren waarin het bestuur eenvoudig niet met een begrooting durfde komen, om de leden niet heelemaal de stui pen op het lijf te jagen en dat wij nog eens hevig zouden debateeren over de vraag wat er met het overschot moet gebeuren, moet toch de stoutste fantasie van ter vergadering aanwezige leden als Nic. en Peet Scheepens, Nic. Holtzappel, Piet Bos, etc. ver te boven gegaan zijn. Het was zeer correct van het Bestuur, om een debat over de belegging der gelden toe te laten en aan te moedigen. Eigenlijk is dit de zaak van Bestuur en finantieele Commissie maar Dick Bessem vond de kwestie zoo belangrijk, dat hij ook eens de meeningen van de leden wilde weten. Wel, die meeningen liepen wel een beetje uit el kaar en het was een zeer interessant economisch debat. Interessant, maar practisch nutteloos. Want de leden weten niet wat er met de prijs- en koers ontwikkeling gebeurt en het Bestuur en de finan tieele commissie óók niet. Spreken wij dus af, dat wij het maar aan laatstgenoemden over laten. Hebben zij het, naar pas achteraf kan blijken, goed gedaan, gaan we ze niet complimenteeren en als ze het verkeerd geraden hebben, onthouden wij ons van critiek. Elftalcommissie Zoo het finantieele debat dus eigenlijk uitslui tend academische waarde had, het debat over de Elftalcommissie was in wezen óók buiten de agenda. Het volgende merkwaardige geval deed zich voor: Nadat de elftalcommissie bij enkele candidaabstel- ling herkozen was, kwam de critiek los. Het is wel merkwaardig, dat in een groote voetbalclub als A.F.C. geen tien procent van de leden vaak weet, hoe de uoefha/regels, maar ook hoe de c/uhregels luiden. Want in het A.F.C.-bulletin werd toch de Algemeene Vergadering aangekondigd, zoomede de datum, die de uiterste termijn is, waarvoor men candidaten kan s'tellen. Tegencandidaten waren niet gesteld, dus was de elftalcommissie herkozen en, als gezegd, daarna kwam de critiek. Dick Bessem deed het, psycho logisch gezien, eenige juiste: Hij verklaarde de candidaten voor gekozen, maar wilde de bespre kingen wel toestaan. Inmiddels had Dick Disselkoen voorgesteld, de elftalcommissie tot vijf leden uit te breiden (het geen een reglementswijziging met zich mee zou brengen) en Teun Wiggemansen deelde mede, dat er hevige critiek op de elftalcommissie bestond. Jo l^roeksmit verklaarde hierop, dat hij zeker bereid zou zijn af te treden, als men geen vertrouwen in hem had en dat hij gaarne zou weten, waarop de critiek zich baseerde. Op dat moment sprak Willy v. d. Brink het ver lossende woord. Hij ging van het standpunt uit, dat vele aanwezigen de portée van het meenings- verschil niet zouden kunnen vatten en dat het veel beter was, een vergadering te beleggen, waar aanwezig zouden zijn het Bestuur, de spelers van de K.N.V.B.-elftallen en de elftalcommissie, in welke vergadering men dan kon uitpraten. Ten slotte is hiertoe besloten. Mutaties en huldigingen. Van de mutaties noemen wij het niet meer beschik baar zijn als bestuurslid van Harry Scheepstra en Cor van Peperzeel, beide wegens vertrek naar het buitenland. Hun werd hulde gebracht voor den voor A.F,C. verrichten arbeid en het bestuur werd nu weer teruggebracht tot zeven leden; zoodat slechts in één vacature behoefde te worden her zien. Onder daverend applaus werd Wim van Dijk huizen, die zijn sporen reeds zoo ruimschoots ver diende, tot commissaris van mpteriaal benoemd. De huldiging van het eerste elftal viel lichtelijk in het medaillelooze water, hetgeen geenszins de schuld van het Bestuur was, doch toegeschreven moet worden aan de wijze, waarop sommige leve- ft.T'.Q.-ers, begunstigt Uw adverteerders 5

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1946 | | pagina 5