Our Skipper
ONS eerste elf
tal heeft vele
captains ge
kend. Serieuze en
minder serieuze; vrij
goede en bar slech
te (zgn, misgre
pen); captains, die
in het veld volde
den, maar na den
wedstrijd het eerst
waren verdwenen;
captains, die in het veld zoek waren, doch na den
wedstrijd tot vervelens toe bleven plakken; cap
tains, die gezien en captains, die minder gezien
waren. En zoo nog een heeleboel variëteiten meer.
Wij doen geen enkelen aanvoerder uit grijs en
jong verleden ook maar een haar te kort, wan
neer wij onzen huidigen Skipper, zoo niet als de
beste, dan toch zeker als één der beste qualifi-
ceeren, die A.F.C. ooit heeft gehad en niemand
zal hem den lof, die wij hem hier zullen toezwaaien
en die hem eerlijk toekomt, misgunnen.
Nog zien wij je als klein jongetje bij A.F.C.
komen. Eerst als dubbeltjes-supporter, dan stie-
kum naar de overdekte geloodst door broer Henk.
Je was schuchter en eng mager. Toch herinner ik
mij, dat je eens op n Zaterdagmiddag bij ons thuis
24 boterhammen met huzarensalade at. Dus daar
zat 't hem niet in! Je had reuze lange stelten en je
gang was eenigszins huppelend. Net, alsof je door
loopend ergens reuze blij om was. Ook herinner
ik mij, dat je thuis gruwelijk werd verwend en dat
er geen dag voorbij ging, of Mams stopte heime
lijk een doosje sigaretten of een reep chocolade in
je jaszak. Maar het dient tot je eer gezegd, dat je
je er niets van hebt aangetrokken. Van die ver
wennerij, wel te verstaan.
Toen je ouder was, hebben wij samen, jij als
Ghandi (een alles op dat gebied verslaande crea
tie) en ik als Haile Selassie verkleed, de eerste
prijs op een balmasqué behaald. Dat was een
flesch bar slechte wijn. Ik heb die flesch wijn
steeds beschouwd als de stimulans van je afkeerig-
heid van drank.
Al Leider van de juniores zag ik tot mijn leed
wezen, dat je van baltechniek en spelopvatting zoo
goed' als niets begreep, en dat deed mij de volgen
de historische woorden ontlokken: Gerrit, je zult
nooit een groot voetballer worden, en je zult het
beslist niet hooger brengen dan het vierde elftal.
Misschien was dat aanleiding om een groote neus
tegen mij op te zetten; één ding is zeker, die neus
heb je nog steeds er van overgehouden. Dat je
hooger bent gekomen, dan het vierde elftal bewijst
weer eens, hoe weinig kijk ik op voetballen heb,
en of je een groot voetballer bent geworden, dat
laat ik aan je eigen beoordeeling over.
Voor mij staat één ding vast als een paal boven
water: Zoolang ik in A.F.C. ben, heeft A.F.C. nog
nooit zoo n echte en prima kapitein gehad. Vóór,
tijdens en na den wedstrijd ben je in touw, terwijl
je de onmisbare eigenschap bezit met vrijwel ieder
een te kunnen omgaan, zelfs met scheidsrechters!
Dat is de groote kracht van leiding te geven. En
die is nog veel meer waard, dan een groote kijk-
op-het-spel.
Voor jou in de eerste plaats moet het zeer zeker
een buitengewone teleurstelling zijn geweest, dat
jouw A.F.C. niet onder jouw aanvoering de eer
ste klas inzeilde. Doch even vast staat, en daar
ken ik je véél te goed voor, dat je een der eersten
zal zijn, die over het verlies heen is, en dat je
met hetzelfde plezier en met dezelfde wilskracht
en opoffering alles zal betrachten, ons geliefd
A.F.C. opnieuw de kans te bezorgen, zooals die
zich tot voor kort voordeed.
Jij en je vrienden Dick en Jaap Disselkoen, Johnny
Claus, Wim Pogge, Dodo Bote Geisler, maar in
niet mindere mate de andere jongens, die, hoewel
later lid van A.F.C. geworden, toch getoond heb
ben prima clubleden te zijn, jullie lappen het hem
gerust weer een keer.
Het minder aantrekkelijke toekomstbeeld in den
vorm van zware en ongezellige velden, slechte ac-
comodaties enz. vervaagt geheel en al, wanneer
wij bedenken deze opofferingen te getroosten voor
een Vereeniging, die wat vriendschap en leiding
betreft, op zéér hoogen trap staat.
En die wetenschap is het, die jullie straks weer de
kicksen doet aantrekken, het kleurige A.F.C.-shirt
over je schouders doet glijden en te spelen voor
je Club, waar je zooveel lief enleed bij be
leefde.
Gerrit, wij behoeven niets meer te zeggen. Als er
één is, die zijn plichten weet, ben jij het. Zweep je
medespelers als vanouds weer op, stap met een
vroolijk gezicht over alle hinderpalen heen, die
zich op dien langen weg zullen voordoen. Op ons
kun je rekenen. In weer en wind Misschien zin
gen wij volgend jaar dat bekende liedje, je weet
wel: (laat ik de
woorden nou voor een moment kwijt zijn
N. EVERSHARP.
6