No, 77
NIEUWJAADSYENSCH 1938
Door Pieternel en Thomasvaer
ffii. Kerstdagen, Nieuwjaar, Hoogtij dagen,
Die de bijzondere aandacht vragen,
Yan ieder mensch, die gevoel heeft voor traditie,
En niet alleen is bezeten door een voetbalcompetitie-
P, Thomasvaer, jij zet het nieuwe jaar ernstig in,
Deze woorden hebben natuurlijk diepere zin.
Th. Bij A.E.C. heeft men voor traditie nog gevoel
Daar hebben deze woorden tenminste nog doel
Daar hecht men nog aan oude zaken,
Die alles zooveel mooier maken.
P» De traditie van A.E.C. bestaat in veel verliezen,
Hoewel jullie, dat is waar, er niet lang over kniezen,
Th. Dat is ook 'n traditie, maar er wordt van afgeweken,
Zie maar de resultaten van voor twee weken.
Maar A.E.C. heeft gewoonten, daaraan blijft ze trouw,
Misschien is het wel daarom, dat 'k zooveel van d'r houw»
P# Aha, nu weet ik uit welke hoek het windje komt
Hoor maar, ik heb het gauw genoeg opgesomd
Reunisten-diner, bottertocht, visschen enz.
Op dit gebied weet A.E.C. hoe het hoort.
Th, Zoo is het mijn Piet, maar toch onderschat je de waarde
Dat A.E.C. zich jaarlijks om de gedekte tafel schaarde
Daar kreeg men vaak veel schoons te hooren
Er werd ook meestal iets goeds geboren.
P* Zooals hoofdpijn, langdurige katterigheid
En soms zijn jullie ook wel het geheugen kwijt,
Th, Vrouwtje, wat ben je toch weer bijdehand,
Nu bekijk je de zaak toch van de verkeerde kant.
P» plaag je maar, ik geloof ook dat het nuttig is
Jullie eetpartij stemt ook mij tot verheugenis»
Het lijkt ook mij zoo leuk, vooral als de oudere snaken
.Veer eens zoo midden in het A.E.C.-leven raken,
Thg Nu ken ik je weer, dus laten wij hopen,
Dat er geen toekomstig jaar zal verloopen
Of A.E.C. eet op 18 Januari een fijn diner,
Dan kan zij met recht nog menig jaartje mee,
P# En de zee, de storm en de winden
Zijn de zeeman z'n beste vrinden.
Th^ Hoort, dat is het lied der dappere horde,
Die elk jaar zich eenmaal in 't Oliegoed gordde,
Niets en niemand ontziende, ook het Hoffie niet,
En vol vreugd het schoone zeegat uitschiet.
P» Zeg, apropos, weet je wat ik niet versta
Wat doe je zoo'n dag, zit je elkaar achterna
Th® Wij zingen een lied, wij drinken een glas
En iedereen is doorloopend in zijn sas.
Het Hoffie ploetert, duikt in 't vooronder
En wij worden bij de minuut gezonder.
Kres probeert maar steeds aan land te komen
Maar wij willen varen, al moeten wij boomen.
En zoo verstrijkt de dag, ons veel te snel
En wij landen met zeebeenen en roodgebakken vel,
P. En voor de zooveelste maal wordt de A.E.C. Band echter,
wordt oude vriendschap steeds weer hechter.
Dat is een steun voor A.E.C.
Daarom telt ze nog een woordje mee.