F. J. BERNHARD
4-
Heden bereikte ons de treurige tijding van het overlijden van een van
de oprichters van onze A.F.C., ons aller vriend, den Heer Frits Bernhard.
Het zij mij vergund, als mede-oprichter van de A.F.C., eenige woorden
aan de nagedachtenis van den dierbaren overledene te wijden.
Als jonge man reeds getuigde Frits van groote voortvarendheid, ge
paard aan gulle gastvrijheid en oprechte vriendschap.
Zoo werd een groepje jongelui, die met een voetbal speelden, door hem
ten huize van zijn familie bijeengeroepen, welke samenkomst geleid heeft tot
de oprichting van de A.F.C.
Als bestuurder en speler is Frits in de zoo moeilijke kinderjaren van
onschatbare waarde geweest door zijn steeds opgewekt humeur en zijn groot
enthousiasme.
Na het eerste lustrum trok Bernhard zich als bestuurslid en later als
speler terug, daar zijn maatschappelijke werkkring te veel van zijn tijd in
beslag nam.
Niettemin bleef zijn hart steeds warm voor zijn oude club kloppen en
nimmer werd tevergeefs een beroep op hem gedaan, indien A.F.C. voor het
een of ander steun behoefde.
Hoe hartelijk verheugden wij ons allen, indien wij Frits Bernhard weer
ontmoetten aan onzen jaarlijkschen gemeenschappelijken disch ter gelegen
heid van den verjaardag van A.F.C.
En dat dit genoegen wederkeerig was, stak Frits nooit onder stoelen
of banken en ook steeds sprak uit zijn woorden een opwekking tot de spelers
zich tot het uiterste in te spannen voor de A.F.C., welke hij toch altijd een
warm hart toedroeg.
De dagbladen hebben reeds uitvoerig vermeld tot welke hoogte de
overledene in de maatschappij geklommen was. Ik zal hierover dus niet
verder uitweiden.
Gedurende zijn geheele leven is hij een werkzaam, goed, nobel mensch
geweest, die hielp waar hij kon en waar hij zulks noodig achtte.
Mogen zijn diepbeproefde vrouw en familie, welke wij onze oprechte
deelneming betuigen, troost vinden te weten, hoe hoog Bernhard bij zijn
vrienden stond aangeschreven.
Wij A.F.C.-ers nemen nu weemoedig afscheid van Frits Bernhard en
zullen de nagedachtenis aan dezen goeden A.F.C.-er steeds in hooge eere
bewaren.
Beste vriend, rust in vrede
Amsterdam, 16 Maart 1937.
G. N. SCHEEPENS.
- 5