HET DERDE. A.F.C. 3—D.W.V. 3 3-3 A.F.C. 3-J.O.S. 2 7-1 Ons derde, versterkt met 2 spelers uit het vierde, bond den belangrijken wedstrijd aan tegen D.W.V. met de gedachte ,,nu of nooit'' en alras bleek dat wij een behoor lijke kans op de overwinning zouden ma ken. Er werd vlug en enthousiast gespeeld terwijl ook niet tegen een duwtje werd op gezien. Het geheel bleef echter den ge- heelen wedstrijd binnen de perken. Reeds na eenigen tijd gelukte het H. Meyer met een buitengewoon tactisch schot de score te openen. De rust was in het elftal aanwezig en menige goede open aanval werd opge zet. Kort daarop werd het dan ook uit een scrimage 20 in ons voordeel. D.W.V. zat'echter ook niet stil en wist een fout in onze achterhoede heel goed te straffen en volkomen onhoudbaar voor onzen doelverdediger Nesvadba verdween de bal in ons doel. Dit was echter niet naar onze zin en uit een snelle aanval wist H. Scheepstra op keurige wijze de score te ver- hoogen. Toen bleek echter ons kruid ver schoten te zijn en door meer aanvallend spel van D.W.V. gelukte het haar een gelijk spel te bewerkstelligen Ongetwijfeld hadden wij de beste papieren gehad, doch na rust lukte het in de voorhoede niet meer zoo erg, hetgeen de gemoedsrust van eenige spelers niet ten goede kwam. Door dit feit hebben wij na rust practisch met 8 man gespeeld en bestond de voorhoede eigenlijk slechts uit twee man t.w. H. Scheepstra en H. Meyer, beide uit het vierde, die blijk gaven uit het goede hout gesneden te zijn en den geheelen wedstrijd hun uiterste best hebben gedaan, hoewel hun dit door de drie overigen wel zeer moeilijk werd gemaakt. Ik vertrouw echter, dat de spelers hun terechtwijzing te harte zullen hebben genomen en dergelijke voorvallen voortaan achterwege zullen blij ven. Doordat wij den wedstrijd tegen J.O.S. 2 op het hoofdveld konden spelen, waren wij dien dag het eenige thuispelende elftal en als men dan zoo voor het begin van den strijd eens op de overdekte gaat neuzen, dan doet het toch altijd prettig aan de oude getrouwen ,,au grandcomplet" aanwezig te zien. hieruit blijkt overduidelijk dat de band tusschen, laten wij zeggen „ouderen" en „jongeren" aanwezig is, welke ten eene male onontbeerlijk is voor het intieme clubleven. Jammer was het dat wij een zwakke te genpartij troffen, zoodat het ons op zeer gemakkelijke wijze gelukte een 7—1 over winning te boeken. Inspanning heeft het niet qekost en zoodoende zal het spelpeil wel niet zijn meegevallen. Wij hopen ons echter een volgende keer te revancheeren. Juist even voor het ter perse gaan van den laatsten „Schakel" ontving ik bericht van onzen vriend Dio Hermens. Hij ver zocht mij al zijn kennissen de hartelijke groeten over te brengen en mee te deelen dat in de Oost alles „O.K." is en A.F.C. nog steeds een voorname plaats bij hem in neemt, aan welk verzoek ik gaarne voldoe. Gezien de sympathie die Dio hier heeft genoten, zal het velen aangenaam zijn van het bovenstaande kennis te kunnen nemen en ik vertrouw in naam van geheel A.F.C. te schrijven door de hoop uit te spreken, dat deze toestand zich zal continueeren. Om nu tevens even op het vijfde terug te komen. Dit blijkt toch een elftal te zijn met een buitengewoon goede geest en een on- verzettelijken wil het kampioenschap en promotie een feit te maken. Op den be- wusten „dooi-Zondag" waarop ons eerste tegen DO.S. verloor moest het vijfde naar Schellingwoude, teneinde den strijd aan te binden tegen het tweede elftal van Schel lingwoude. Om twee uur bleek echter slechts een achttal spelers aanwezig. De scheidsrechter keurde het veld goed, zoodat met 8 man moest worden gespeeld. Rust ging in met gelijken stand, 0—0. Na rust werden de tanden op elkaar geklemd en ieder probeerde de wegblijvers te doen ver geten en het werd zoowaar een 4—2 over winning. Nu zou deze overwinning op zich zelf niet zoo vermeldenswaard geweest zijn indien zij was behaald op een zwakken te genstander, doch dit was hier juist niet het qeval en daarom komt Henk Stallmann met zijn zeven overige mannen een woord van hulde toe hetgeen wij hem dan ook niet onthouden willen. Bij informatie bleek dat drie spelers (waarvan één invaller) op een onjuist bericht in het „Algemeen Handels blad" van Zondagmorgen waren afgegaan, zoodat hun geen blaam treft. Erger was het echter met den linkshalf die, toen hij ver nam dat Tjerk's wagen afgeladen was, zei- de: „Dan waag ik het er maar op" (sic.). Verdere commentaar is overbodig. EFFEMM. - 5 - A.F.C.'ers, begunstigt onze adverteerders!

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1936 | | pagina 5