AMSTERDAMSCHE CRICKET CLUB.
JAARVERSLAG OVER 1934.
Inleiding.
Weer is er een A.C.C.-cricketseizoen
voorbij en spoedig zullen de A.C.C.-ers
weer opnieuw hunne spullen bijeen gaan
zoeken, maar voor het zoover is, moet ik mij
eerst nog als secretaris van een taak kwij
ten, n.l. U in korte trekken een algemeen
overzicht over het afgeloopen seizoen geven.
Veel zult U reeds, zij het dan met andere
woorden, in de A.C.C.-pitch gelezen heb
ben, maar het is nu eenmaal een goede ge
woonte om vóór den aanvang van een nieuw
seizoen de voornaamste feiten van het af
geloopen seizoen nog eens in een jaarver
slag de revue te laten passeeren.
Rustig jaar.
Groote en schokkende gebeurtenissen
hebben er in de A.C.C. ditmaal niet plaats
gevonden. In vergelijking met het jaar 1933,
toen het in de A.C.C. rommelde en spookte
en eerst op het laatste oogenblik de boel
geredderd werd, is het seizoen 1934 op vol
maakt kalme wijze begonnen en beëindigd.
Er waren geen roerige vergaderingen noo-
dig, maar bij den aanvang van het jaar werd
heel gewoon één algemeene ledenvergade
ring gehouden, waar heel weinig leden aan
wezig waren en waar ditmaal zelfs een zeer
matig gebruik van de rondvraag werd ge
maakt. Het moge dan een gunstig teeken
zijn voor den gang van zaken, dat er op een
algemeene vergadering weinig gesmoesd
wordt en dat er weinig leden aanwezig zijn,
toch hoop ik, dat in de toekomst deze ver
gaderingen drukker bezocht worden, want
daar is het DE gelegenheid bij uitstek om
zijne bezwaren naar voren te brengen, van
welken aard deze ook mogen zijn en daar
kan men met succes van gedachten wisse
len over alles, wat in het belang van de
A.C.V.. is.
Het cricketseizoen begon al vrij vroeg.
Door de goede zorgen van Willem Staats,
bijgestaan door Dirk, den terreinknecht,
stond de kooi in het begin van April al op
haar pootjes; de kooi was ruimer dan voor
heen en het net was ditmaal van dusdanige
kwaliteit, dat men zonder het minste levens
gevaar de onwennige capriolen van de bats-
men kon bestudeeren.
De Training.
In de Algemeene Vergadering van 1934
was er een aangename en vruchtdragende
discussie ontstaan naar aanleiding van de
mededeeling van den voorzitter, dat het be
stuur op grond van financieele overwegin
gen meende geen gebruik te moeten maken
van de via den A.C.B. aangeboden training
door den Engelschen coach Ollivierre. Uit
de vergadering kwam echter de wensch
naar voren van die gelegenheid wel gebruik
te maken, met het gevolg, dat gedurende
een tiental achtereenvolgende Maandag
avonden onze spelers hebben kunnen profi-
teeren van de wijze raadgevingen van een
uitstekenden coach. Het moet gezegd wor
den, dat de uitverkorenen zich werkelijk met
veel animo hebben laten leiden en meerde
ren van hen hebben daarvan de vruchten
geplukt. Inmiddels hadden Riechelman,
Eysvogel en Staats een trainingscommissie
gevormd, welke commissie echter niet veel
resultaat heeft kunnen boeken, daar, zooals
het reeds gedurende tal van jaren gaat,
slechts betrekkelijk weinig spelers gebruik
maken van de geboden gelegenheden tot
training. Gelukkig waren hierop echter
eenige goede uitzonderingen. De slipcat
cher was weer in orde gemaakt en daarmede
werd vrij regelmatig geoefend. De oefen
avonden waren gesplitst en het meest be
zocht door de groep der adspiranten. In dit
verband mag een woord van hulde niet ont
breken voor Fr. Riechelman, die ongeveer
het geheele seizoen met ambitie tweemaal
per week onze damesleden met raad en daad
heeft bijgestaan. Een groot aantal adspi
ranten was door W. Staats bijeen gegaard;
nadat deze jongemannen eerst de theorie
van het cricket hadden ontvangen, werden
zij op regelmatige en voorbeeldige wijze door
W. Staats geleid en het was een lust om
te zien hoe zij zich uitsloofden om alles zoo
goed mogelijk te doen.
Ons clubblad.
De CETEM, omgedoopt in „Rond de
A.F.C.-ers begunstigt onze adverteerders!
8