leden zoo aantrekkelijk maken en welke o.a. bij ons Jubileum zoo heerlijk tot uiting kwa men, toch een der belangrijkste onderdeelen steeds veel te wenschen overlaat. A.F.C.! ,,Drie letters slechts telt haar naam, voor ons meer waard dan woorden!" zegt Dick in ons Clublied en terecht. Deze klankcom binatie, welke ons A.F.C.-ers zoo ver trouwd is, „symbool van goeden geest en sportieve jool", bevat ook die letter F. en daarover wilde ik het nu eens speciaal hebben. F. Football. Ons 40-jarig jubileum heeft ons dankbaar doen constateeren, hoe de A.F.C. als sportorganisatie, als kameraad, gewaardeerd wordt. Maar ook moesten wij telkens weer hooren, dat men ons toe- wenschte spoedig weer de hoogste klasse te bereiken, iets wat ons in 40 jaar slechts 2 jaar gelukt is. En ligt niet in deze goede wenschen juist een verwijt opgesloten? Het verwijt, dat wij ondanks onze sterkte op velerlei gebied er maar niet in kunnen sla gen onze krachten op dit punt te concen- treeren en ook daarin uit te munten? De C. van de Club is dik in orde. Daarover zijn we best tevreden. Maar die F., die mid delste onzer 3 initialen, komt nog niet vol doende naar voren. Als men „A.F.C.' hoort klinken, dan denkt de buitenstaander wel aan dat oude clubje, dat zijn naam nog met eere draagt, doch het geeft geen impressie van groote voetbalsterkte. Zegt men daar entegen b.v. „Ajax", dan ziet men in den geest direct dat elegante, perfecte voetbal, dat den toeschouwer weet te boeien en de tegenstanders doet beven. Laat ons eerlijk wezen en volmondig er kennen, dat wij op voetbalgebied zijn ach tergebleven. Zoo dikwijls reeds hebben we dit geconstateerd, betreurd en middelen overwogen om den achterstand in te halen. In mijn beschouwing over „onze trainers" in de Jubileum-Schakel heb ik eenige oor zaken behandeld, welke tot onze matige prestaties hebben bijgedragen. Daarover wil ik het dan ook niet hebben, doch of schoon het nieuwe seizoen nog verre is, nu reeds trachten een vingerwijzing te geven in welke richting ons aller kracht gecon centreerd moet worden. Men meent in de buitenwereld nog dik wijls, dat onze wisselvallige verrichtingen het gevolg zijn van geringe animo bij onze spelers, gemakzucht, spelen-voor-je-genoe- gen-idee, enz. Wanneer ik dan deze ver keerde meening recht zette en verzekerde, dat onze eerste elftallers trouw ter training komen en zeker over voldoende enthou siasme beschikken om hun elftal, hun Club, hoogerop te brengen, dan was men erg ver baasd. Men begrijpt niet, dat een Club als A.F.C. met zulk een groote schare van spelers, juniores en adspiranten, waaronder toch zeker veel goed materiaal moet schui len, hieruit geen sterkere hoogere elftallen kan opbouwen. In het afgeloopen seizoen heeft ons eerste elftal dikwijls verrassend goed gespeeld, doch ook wedstrijden noodeloos verloren door tactische fouten, fouten welke b.v. door een grondige kennis der tactiek veel al te voorkomen waren geweest. In hoe verre het missen van een stuk of tien straf schoppen op een organisatorisch gebrek wijst, blijve hier buiten beschouwing, doch laat men zich even realiseeren, welken in vloed het op den eindstand had gehad, in dien dit tiental evenzoovele doelpunten had opgeleverd! Het is duidelijk, dat luttele uren practisch trainen, hoe noodzakelijk ook, niet alleen het beoogde effect zullen sorteeren. De theorie van het tegenwoordige voetbal moet ook grondig beoefend worden. Men moet een situatie leeren begrijpen, een wed strijd leeren aanvoelen, automatisch als het ware dat middel weten toe te passen, dat een ongunstig spelbeeld grondig kan wijzi gen. Allerminst bedoel ik hiermede vast roesten in een systeem, want feite lijk versta ik onder systeem, het toepas sen van het meest nuttige tegenspel, gelijk dit door het spel van den tegenstander ge boden wordt. Zelfs al is men zóó sterk, dat men den tegenstander een spelbeeld kan opdringen, dan nog moet men rekening hou den met toevallig sterk bezette plaatsen, welke bij iederen tegenstanders verschil lend zijn. Liet men zich, om een voorbeeld te nomen, in den thuiswedstrijd tegen O.V. V. O. in de periode van groot overwicht niet verleiden om den sterken vleugel Bur gers te verwaarloozen, waarvan deze in combinatie met Jonas tot onze schade dank baar gebruik maakte? Hebben wij geen we.dstrijden verloren, doordat men alles in het midden speelde, waar zich de geheele verdediging der tegenpartij geconcentreerd had, terwijl onze vrijstaande vleugels vrij wel werkeloos bleven? Als straks ons nieuwe Clubhuis een mooie gelegenheid biedt om de practische trai ning met de theoretische opleiding (lezin gen over de theorie, bespreken van spe- A.F.C.-ers begunstigt onze adverteerders! - 4

AFC (Amsterdamsche Football Club)

Schakels (clubbladen) | 1935 | | pagina 4