waar om 12 uur de plechtige gongslagen
aankondigden, dat A.F.C. 40 jaar gewor
den was
Toen moet er in Schaf en in Frits Bern-
hard toch wel iets zijn omgegaan.
Een voortreffelijk gebakken vischje gaf
ons krachten Vrijdag 18 Januari fit and
well te beginnen. Deze dag was ouder ge
woonte gereserveerd voor het reunisten-
diner en het was volkomen volgens de ver
wachtingen, dat dit diner een record-aantal
A.F.C.'ers aan den disch zou vereenigen.
Uit den aard der zaak gaat de intimiteit op
een dergelijk diner verloren; om van de
Noordoostelijke hoek naar de Zuidwestelijke
vleugel van de tafel te wandelen, is een
heele onderneming en men moet over het ge
luid van een Hans Huurnink beschikken,
om iedereen te kunnen bereiken. Maar het
was dan toch maar een vreugde, om al die
vogels van diverse pluimage van binnen
tenminste, van buiten was „black and white
troef daar te zien zitten, één in hun club
liefde aan een tafel, die zoo smaakvol en
feestelijk was versierd ,dat de service en de
spijzen van te voren overtuigd bleken, het
niveau van de tafelversiering niet te kun
nen bereiken.
Daverende hoogtepunten: het clublied en
de benoeming van Dick Bessem tot eerelid.
Ja, dat clublied is ingeslagen op een wijze,
zooals Dick zich zelf wel niet heeft kunnen
droomen. Er waren er velen, die merkbaar
ontroerd waren.
Een extra-verrassing was nog de komst
van een heel kleinen Sint Nicolaas, die Galli
tot bondsridder van den Amsterdamschen
Voetbalbond sloeg.
Er is veel en af en toe zeer goed gespro
ken, waarbij naar mijn smaak Jacques van
Ooij en Charles Lungen den palm der wel
sprekendheidsoverwinning wegdroegen.
Voor mij was er ook nog een verras
sing: De Nobelprijs, telken jare door Gé
Bosch beschikbaar gesteld en ik vond het
prettig, dat men het met deze onderschei
ding die ik op buitengewoon hoogen prijs
stel (speciaal om de unanieme wijze, waar
op het Bestuur mij dit jaar als prijswinnaar
voorstelde), algemeen eens scheen te zijn.
Zoo pratende en schertsende, was het zoo
zoetjes aan Zaterdag geworden. We moes
ten eikaars gezelschap eenige uren missen
al is het dan niet lang, maar heelemaal
buiten slaap kan je per saldo toch niet
doch toen we onze tol aan Morpheus be
taald hadden, haastte ieder zich naar den
Wandelweg. Naar het adspirantenfeest, dat
volgens velen, het hoogtepunt van de fees
telijkheden was. Begrijpelijk, want het stemt
tot vreugde en optimisme, als niet minder
dan 8 elftallen adspirantjes elkaar bestrij
den. De toekomst aan de jeugd, de jeugd
van A.F.C.
Natuurlijk was die strafschoppenfinale
weer het leukst, behalve voor de twee tur
ven hooge keepertjes, die duizend angsten
uitstonden!
Na afloopjuist, U raadt het al,
„even" naar Eggers.
Zondag. Nu mogen we in vele opzichten
een echte pechclub zijn, maar met de weers
omstandigheden. hebben we toch altijd bui
tengewoon veel geluk. Spreekt men al niet
van „AROL-weer?" En wie had ooit kun
nen denken, dat Zondag 20 Januari een
voorjaarsdag zou zijn, windstil en met een
aangename temperatuur?
Die windstilte bedierf lichtelijk het
hijschen van de bondsvlag door Dr. van
Prooijen. Een vlag moet klapperen, blij
moeten de banen uitwaaien in een vroolijke
Hollandsche bries. Doch er was geen
zuchtje wind, zoodat de vlag lusteloos en
slap langs den vlaggestok hing.
Eerste opvoering in het openbaar van
Dick's clublied. De „hofkapel het wak
kere corps „Kunst na arbeid" schetterde
het lied de lucht in, toen onze spelers door
een haag van adspiranten het veld betraden
nadat tegenover Ajax dezelfde ceremonie
plaats gevonden had. Het klonk prachtig en
er zullen binnenkort weinig steden, dorpen
of inrichtingen des vermaaks zijn, waar men
dat lied niet zal kunnen spelen.
Inmiddels had het Bestuur een stroom
van gelukwenschen en cadeaux verwerkt
in een van de kleedkamers, op even orgi-
neele als smaakvolle wijze versierd door
Dirk. Naar ik hoorde, is deze typische
wijze van recepieeren buitengewoon op
prijs gesteld. Men heeft langzamerhand ge
noeg van de recepties in hotelzalen, waar
heen men gaat in correcte, maar ongemak
kelijke kleedij.
Neen, A.F.C. hield receptie in de kleed
tent. A.F.C. is een voetbalclub, A.F.C.
heeft 40 jaar gevoetbald en hoe! hoor ik
al mompelen welaan, A.F.C. liet zich
gelukwenschen op het voetbalveld.
De wedstrijd A.F.C.—Ajax was een suc
ces, want Ajax deed haar uiterste best.
Bravo kampioenen, dat was hoffelijker te
genover ons dan wanneer jullie er een
„potje" van gemaakt hadden. en A.F.C.
3 -
A.F.C.-ers begunstigt onze adverteerders!